Keijzer
             
            274 
            Pieter Keijzer van de Hussenberg,
                gefolterd, galg 1773
            •...Petr. KEIJZERS (
            1733-73) 
            
              
                
                  
                      
                       
                      Servaas Luijten 
                       
                      Pieter Pieters 
                       
                      Dirk Hersseler 
                       
                      Arnold Rachels 
                       
                      Martin van Aubel 
                     | 
                     
                      Pieter Keijzer wordt 15 febr.
                        1733 gedoopt in Geulle als zoon van Petrus en
                        Petronella Engelen. Zijn zuster Mechel is
                        getrouwd met een Italiaanse glazenmaker die in
                        1763 overleden is. Hij zelf woont op de
                        Hussenberg onder Geulle en bezit daar twee
                        percelen land die later 280 gulden opbrengen.
                        Hij was niet getrouwd. 
                        Pieter, Servaas Luijten* en Pieter Pieters* zijn
                        de eersten in Geulle die in verband met de bende
                        genoemd worden, namelijk door Dirk Hersseler*
                        uit Beek in diens pijnlijk verhoor op
                        11 juni 1773. Gearresteerd 15 juni,
                        overgebracht naar Maastricht en daar ingesloten
                        in het Oude Stadhuis, waar het proces is
                        gevoerd. Omdat hij ontkent is er 26 juni
                        een confrontatie met Dirk Hersseler aangevraagd
                        door de officier, maar daar zijn verder geen
                        stukken meer van. Op 13 juli veroordeeld
                        tot scherp examen en kennelijk bekent hij en
                        noemt andere inwoners van Geulle. En
                        27 juli laat men de drie 'oude gevangen'
                        uit Geulle in een confrontatie twee 'nieuwen',
                        Arnold Rachels* en Martin van Aubel*
                        beschuldigen.. Op 3 okt. is een doodvonnis
                        geveld waarin onder meer staat dat hij bekend
                        heeft meegedaan te hebben aan de overval bij
                        Campo in het Nieuwe Huis. Een paar maanden later
                        is aangetoond dat die overval helemaal nooit
                        heeft plaatsgevonden. 
                        Pieter sterft 38 jaar oud, op 8 okt. aan de
                        galg bij de Hussenberg onder Geulle, 'op de Berg
                        op de Limite deser Heerlykheit nae de sijde van
                        Elsloo'. 
                       | 
                   
                
               
              
             
            ZIE VERDER: 
               
              — Documenten: in Scherp verhoor
                Dirk Hersseler 11 juni 1773 
              ..........In: Scherp verhoor
                Dirk Hersseler 12 juni 1773 
              ..........In: Nader scherp
                verhoor Nicolaas Herseler 6/7 juli 1773 
              ..........In: Scherp examen
                Lins Schouteten 16 juli 1773 
              ..........In: Scherp examen
                Lins Schouteten 19 juli 1773 
              ..........In: Scherp verhoor
                Dirk Hersseler 26 juli 1773 
              ..........In: Scherp verhoor
                Andries Stijnen 15 sept. 1773 
              ..........Lijste van
                Complicen van de Bende van Dieven bij nagt 
               
              — LIT. - S.J.P. Sleinada, 'Oorsprong, oorzaeke;
              bewijs' (1779) p. 51 * 
              ...- J. Russel 'De
              rooversbenden in de landen van Overmaas' (1877) p. 37
              [kopie Sleinada] 
              ...- A.Blok 'De
              Bokkenrijders' (1991) p. 214, 217, 340 [samenvatting], 347 
              ...- M.J.H.A. Schrijnemakers
              'De Historiciteit van de Bokkenrijdersbenden' (2004) p. 21 
              ...- A.C. Kengen 'Uit Geul's
              Verleden' (1926) p. 334/6 [samenv. proces] 336/8 [vonnis]
              356/7 [opbrengst liquid.] * 
              ...- F. van Gehuchten
              'Bokkenrijders. De schande van Limburg II' (2014) p.
              111/2, 128, 247, 257, 260 
              ...- F. Hovens 'Geulse
              Bokkenrijders aan de galg' in 'De Maasgouw' (2016) p.
              113/7, 123 
              –– * Klassieke literatuur
                over Bokkenrijders online   
             
             
               
               
             
            293 
            De Jongh uit Ubach, gefolterd, galg
                1771
            •...Jos. KEIJZER
            (1751-71) 
            
              
                
                  
                      
                       
                      Peter Müller 
                       
                      Baltus Kerckhoffs 
                       
                      Dirk Jaspers 
                       
                      Leonard Ploum 
                     | 
                     
                      Joseph Keyser alias 'de Jongh' wordt
                        omstreeks 1753 geboren in Aken en woont nog maar
                        korte tijd in Übach als hij wordt gearresteerd.
                        Over familierelaties, bezit en kostwinning is
                        niets bekend. Hij is bevriend met Peter Müller*. 
                        Hij is zeventien jaar als hij op 1 nov.
                        1770 in Aldenhoven op Guliks gebied aangehouden
                        omdat een paard wil verkopen waarvan hij niet
                        kan bewijzen de eigenaar te zijn. Het paard
                        blijkt gestolen bij Henricus Schutz in Waubach
                        en Josef is uitgeleverd aan de justitie van
                        Übach.  
                        Hij is de eerste gevangene die ervan verdacht
                        wordt een medeplichtige van de grote bende te
                        zijn. Zijn verklaringen onder foltering afgelegd
                        zijn de eerste schakels van een keten van
                        beschuldigen en folteringen die leiden tot
                        honderden doodvonnissen. 
                        Als hij 10 jan. 1771 onder foltering wordt
                        gebracht bekent hij een complice te zijn en
                        beschuldigd een tiental personen uit Übach,
                        onder meer Baltus Kerckhoffs*, die later
                        gearresteerd worden, onder foltering ondervraagd
                        en zo komt de hele vervolging als een
                        kettingreactie op gang. Op 22 febr. legt
                        hij nog meer verklaringen af, en wordt zo een
                        'spijtoptant' of kroongetuige. Maar als hij
                        14 mei geconfronteerd wordt tegen Dirk
                        Jaspers* en Leonard Ploum* herroept hij de
                        beschuldigingen weer. Tenslotte is hij toch ter
                        dood veroordeeld. 
                        Joseph sterft 15 okt. 1771 ongeveer 18 jaar
                        oud aan de galg op de Beckenberg bij
                        Herzogenrath. 
                         
                        Opmerking: uit een brief van Prummer,
                        commissaris in Gronsvelt aan zijn heer graaf
                        Toering Jettenbach 'einen losen bueben, welcher
                        weegen eines geringen diebstalls und ainig
                        anderer muethwilligkeiten halber in verhafft
                        genohmen wordten'. 
                     | 
                   
                
               
              
             
            ZIE VERDER: 
               
              — Documenten: Scherp examen 10
                jan. 1771 
              ..........Recollectie 11 jan.
                1771 
              ..........In: Scherp examen
                Peter Muller 31 jan. 1771 
              ..........In: Vrijwillige
                verklaring Peter Muller 6 febr. 1771 
              ..........Vrijwillige
                verklaring 22 febr. 1771 
              ..........Beschuldiging
                en herroeping 14 mei 1771 
              ..........In: Scherp verhoor
                van Leonard Ploum 28 mei 1771 
              ..........In: Scherp examen
                Leonard Steins 6 juni 1771 en  Recollectie 7
                juni 
              ..........In: Scherp examen
                Nellis Dautzenberg 7 juni 1771 en  Recollectie 8
                juni 
              ..........In: Beschuldiging
                van Leonard Ploum 8 juni 1771 
              ..........In: Scherp examen
                Leonard Louppen 3/5 sept. 1772 
              ..........In: Recollectie
                Leonard Louppen 7 sept. 1772 
              ..........In: Scherp examen
                Peter Ploum 16/17 febr. 1773 
              ..........In: Scherp verhoor
                van Josef Breuwer 14/15 mei 1773 
              ..........In een brief uit
                1773 
              ..........Lijste van
                Complicen van de Bende van Dieven bij nagt 
              ..........In: Verslag van de
                Procureur-Generaal van Brabant 31 juli 1774 
              ..........Lijst Gerecht
                van Herzogenrath medio 1776 
               
              — LIT. - S.J.P. Sleinada, 'Oorsprong, oorzaeke;
              bewijs' (1779) p. 39 * 
              ...- J. Russel 'De
              rooversbenden in de landen van Overmaas' (1877) p. 16/7,
              24, 27 
              ...- J.J. Michel 'Die
              Bockreiter von Herzogenrath, Valkenburg und Umgebung'
              (1884) p. 51, 58, 61/2 * 
              ...- W. Gierlichs
              'Bokkerijders in 't voorm. land van 's Hertogenrode (1940)
              p. 73, 92, 94, 96/7, 
              .......... 104, 109, 111/2,
              115 (Hs 157), 117, 135, 178 
              ...- Ramaekers & Pasing
              'Bokkerijders' (1973) p. 155/7, 159/61 * 
              ...- A. Blok 'De
              Bokkenrijders' (1991) p. 209/10, 212, 304, 311/2
              [samenvatting], 314 
              ...- O. Willems 'Die
              Bockreiter, Korrektur einer Legende' (1991) p. 19, 28, 34 
              ...- F. van Gehuchten
              'Bokkenrijders. De schande van Limburg I' (2013) p. 44,
              64, 68/9, 94. 
              ..........'Deel II (2014)' p.
              7, 15, 22, 25/31, 33/4, 36, 43, 45, 53/5, 57, 65, 70, 84,
              107, 240 
              –– * Klassieke literatuur
                over Bokkenrijders online   
             
             
             
             
             
           | 
            
           |