DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


Entree    Documenten    Processtukken    Scherp verhoor

PROCESSTUKKEN

Protocol van het verhoor onder foltering van Lins Schouteten d.d. 16 en 17 juli 1773
RAL LvO 8165










Personeele Respondeeringe
onder Scherper Examen gedaan
op den Landshuijse Van Valkenborg
Ter Instantie
Van den Lt. HoogDrossard deeses
Lands nomine officii Informant
Door
Lins Schouteten gedetineerde


 

 

Vrijdag den 16 Julii 1773

Is van weegens den Heer Lt. HoogDrossard voormelt gesisteert den gedetineerde Lins Schouteten denwelcken na serieuse aanmaaninge om de waarheyt te bekennen, bij sijne negative bleef persisteeren. Dienvolgens is het Vonnis tot scherper examen beraemt den 15 Julii 1773 behoorlijck aan den gedetineerde gepronuntieert en de territie door aanwijsinge van de instrumenten gedaan. Edog nog niet willende bekennen, is hij door den scherprechter op den stoele der torture gebonden, en de duijmschruyven geappliceert geworden, waarna bekende:
art. 1': plichtig ende handdaadig te sijn aan dieverijen.
art. 2': verklaerd den gedetineerde plichtig te sijn ende gecoopereert te hebben aan den diefstall begaan bij de Juffrouwe Steyntjen tot Haevert, tot welcke diefstall hij gedetineerde is verleijd geworden door Willem Habets wonende in Arensgenhout.
2e in het Panhuijs tot Wijnandsraede bij Henricus Ritzen.
3e Bij Martinus Schroders aan de Hand.
4e bij Walraven in de Maasbank.
5e aan het steelen van eenen vercken bij de weduwe Boshouwers in de Heek gepasseerden winter voorgevallen.
6e aan het steelen van drije a vier vatten Rogge bij Peter Meijs tot Hulsberg omtrent drije jaaren geleeden.
7e aan het steelen van drije vierdelen speck bij Jacobus Meijs tot Hulsberg
8e aan den Eed in eene Capelle thien of meer jaaren gedaan.
En vervolgens geene schelmstucken en diefstallen meer willende opgeeven, is aan hem gedetineerde geappliceert de rechterscheen schruyve.
Waarnae bekende plichtig en handdaadig te sijn
9e aan het steelen van eenen peerd uijt de weijde van den halfwin van Ter Hoenshuijs gepasseerd vroegjaar.
10e aan het steelen van twee vatten rogge bij Meerten Habets in Arensgenhout gebuert voorleede winter of vroegjaar. Waerna gevraagt zijnde heeft den gedetineerde verklaard soo als voor.


Martinus Schroeders
_____________

Art. 3: medeplichtig te zijn ende gecoopereert te hebben aan den diefstaal gecommitteert bij Martinus Schroders aan de Hand Lande van Ter Heyden waarbij geassisteert hebben: den gleeser Anthon Bosch in de Heek; Willemke Habets uijt Arendsgen Hout, Hermanus van de Heerleheijde niet verre van Nicolaus Herselen woonende; Martinus woonende op Nieuwenhaegen, middelmaatig van postuyr, swart van thronie, en gekrult hair, daglooner van professie; met nog twee van Nieuwenhaegen, waarvan eenen sig noemt Steven, met roodagtig lang hair, lang van Postuyr, en den tweeden so hij gedetineerde vermeent sig noemende Nicolaus, middelmaatig van postuyr, swart gekroeselt hair. Nog eenen van de Schrijfheijmerner heijde, wiens toenaam is, Steijns, lang van postuyr, schurgende met steene potten, voor welcken kruijwaegen hij een hond voert, Jacobus Ritzen, Bernard Kempenaer, Andries Smeets uijt Hulsberg thans woonende in den bonten hond tot Ambij als knegt bij de twee jaaren. Voor deesen als knegt gedient op den hoff Peerboom, alwaar ten tijde van deesen diefstall woonende. Thijske uijt de Hooftbanke Heerlen kort van postuyr, swart van hair; nog eenen daarvandaan genaamt Hubert middemaatig van postuyr, swart en bruyn hair; Willem Willems uijt Arendgenhout; Johannes Mulkens ook daarvandaan; Jan Habets woonende in Groot Haesdall, getrouwt met seecker vrouwspersoon, dewelcke hij vermeent genaamt te sijn Geertruijd, en van Uikhoven geboortig. Rasch wolspinder van Onzel niet verre van de weduwe Bouwensch woonende; Nol Schwartz woonend in der Helle agter Aelbeck, eenen daglooner van professie, so hij vermeent; Johannes Scheepers uijt Beeker gen hout; seekeren Peter niet verre van den vilder Dirck Herselen woonende, en van tijd tot tijd bij denselven gewerckt hebbende. Jan woonende te Beek, lang en dick van postuyr, van professie daglooner, hebbende soo hij gedetineerde vermeent een vleckje op de kin; drije uijt den Husschenberg onder Geul, waarvan eenen sig noemt den kayser, den tweeden Vaes Luyten en den derden JohannesKeijsers; Joannes Weelsen van Moervelt; Nicolaes Boormans uijt Moerveldt; Reynier vermenende sig te noemen Coekelhoven meede uijt Moerveldt; Vaes Vlek uijt Houthem; Joannes bijgenaemt de Spaensche wonende digt bij Vlek; Joannes Bekkers uijt St. Geerlach vermeenende van sijn ambagt een kuijper te wesen. Willem vermeenende sig te noemen van der Schuyren wonende aen het Lindje staende aen de Brug als men gaet van St. Gerlach nae Geulem, sijnde een oud bedaerd manneke; Tijske Soomers woonende bij deselve. En geresolveert sijnde om den gedetineerde buijten eenige pijn en banden te stellen. Quo facto heeft verklaard dat meede daerbij geassisteerdt hebben Matthijs Rheijms Hamecker uijt geen Hout; eenen van Aelbeek genaemt Joannes La Haije, en meer anderen dewelcke hij gedetineerde segt niet gekent te hebben.
Van welcken diefstall hij gedetineerde 't eerste door Willemke Habets geadverteert sijnde, hij gedetineerde met Willemke en Anthon Bosch gegaan is na de Hand voornoemt alwaar zij de overige Complicen in meenigte reets aantroffen. Wanneer hij gedetineerde gewaepent met eene gaffel en de overige met stocken en schietgeweer over de Ubagberg na de hand gegaan sijnde; hij gedetineerde beneffens Anthon Bosch op de straat door Willem op schiltwagt werde gestelt, om de overige Complicen te waarschouwen bij aldien gerugt gemaakt wierde, en verraad in de waght kwam.
Dienvolgens verklaart hij gedetineerde geene nauwkeurige omstandigheeden van de inbreuken en 't geene in huys is voorgevallen te kunnen detailleeren overmits de distantie van de plaatze waarop hij schiltwacht hielde.
Edog aan hem bewust te zijn, dat zij Complicen alles wat vinden en wegdragen konden meede genoomen en gestoolen hebben.
Waarop sij gesaementlijcke nagtsgesellen eenen geruijmen tijd in huijs gebleeven sijnde, de vlugt hebben moeten nemen, en weggegaan sijn, door dien in een naastgelegen dorp op de klocke wierde geslaagen en daardoor gerugt gemaakt wierde, en hij gedetineerde met Willem Habets en Anthon Bosch denselven weg over de Ubagberge geretourneert en na huijs gegaan is en de gestoolene goederen door de overige Complicen weggedraagen wierden.
Waarvan hij gedetineerde uijt handen van Willem Habets dien selven nagt op de terug reijse voor sijn gedeelte ontfangen en geprofiteert heeft eenen schilling, denwelcken door Willemke voornoemt van den overste was opgetrocken seggende hij gedetineerde niet te weeten wie den oversten was, of hoe sig noemde.
En vermits den overkoomende middag is met verdere ondervraaginge gefunkeert(?) tot deesen achternamiddag. Dienvolgens na prolectuyre heeft den gedetineerde hierbij gepersisteert en deese vermits schrijven onervaeren gehandmerckt
dit is het + merk van Lins Schouteten
9 tot 1 uur

Nobis praesentibus
J. Theod. Craen J. Wateler L.G. Pelt
P. VHeuvel J. Wintgens

Continuatio gehouden
eodem post meridiem

Is weederomme van weegens als voor gesisteert den gedetineerde Lins Schouteten, denwelcken na nogmaelige aanmaaninge om de waarheijd te bekennen heeft corrigendo verklaart dat Thijske sig noemt Muyters en niet Soomers, woonende aan de Putt onder St. Geerlach af naast Bartholomeus Van der Schuijren.


Ritzen

Art. 4 Bekent meede plichtig te weesen aen den violenten diefstal begaen bij Ritzen in 't Panhuijs te Wijnandsraede welke diefstal begaen is over eenige jaeren geleeden hebbende hem gedetineerde den eersten aenslag van deselve gegeeven Willemke Habets kort aen den avond bij hem gekomen sijnde, waerop sij beijde met A. Bosch samen derhand gegaen sijn over de beek agter Hulsberg regt op Wijnandsraede aen, hebbende sij in de weijde van't Huijs gevonden Andries Smeets, Willem Willems, den Hameeker uit geen Hout, Vaes Luijten, den Keijser, Joannes Keijsers, der Weelsche, Nijst van Nieuwenhagen rood van hair, lank van Postuyr vermeenende dat hij over Land schurgt. Niclaes van Nieuwenhagen gaende met een Kraem met schaepsvellen dikwijls naer Maestricht; Steijns van de vreemelder heijde kruijende met een kar met duppe over't Land voor de welke een hondt heeft; Niclaes Boormans, Joannes Sangen uijt geen beker geen Hout. Welke laeste vijf meede geweest sijn bij Martinus Schroeders aen de handt. Willemke van Geulem, Tijske Muyters, joannes Vlek, Joannes de Spaensche, Joannes Habets van Haesdal, den Rhoesch van Oensel genaemt soo hij vermeent Joannes, den armen man van Beek, Joannes La Haye uijt Aelbeek, den vilder Dirk Hersseler, sijnen knegt woonende digt bij voornoemde Vilder, Piter Broun en een groote parteij Vreemden dewelke den gedetineerde niet gekend heeft.
Waervan sij nae een weijnig tijds onder hun drie Complicen op schiltwagt eenen scheut weegs van't huijs af gesteld wierden met order om wanneer gerug hoorden eenen van hun drien alsdan na't huijs moeste koomen en de gesamentlijke complice waerschouwen, gaende de overige Complicen regt op't huijs aen en forceerden de deur met dikke houteren genaemt brouscheeven. Wanneer den man uijt het huijs op hun complicen heeft geschoten en't welk door de vreemde complicen beantwoord wierd door. Door welk schieten een van de vreemde complicen doodt gebleven is, welke den Gedetineerde gesien heeft dat sij meede genoomen hebben. Sonder nogtans te weeten waer sij 't selve lighaem gelaten hebben. Kunnende den Gedetineerde geen omstandigheeden verder seggen hoe't in huijs met de menschen en verders toegegaen is nadien hij niet in't selve geweest is, maer te weeten dat de gesamentlijke complicen naer drie vierendeels uur vertoeffens uijt voornoemde Huijs sijn gekomen hebbende 't goed in pakken gebonden en welke pakken door de vreemde complicen sijn weggedragen geworden. Na welke begaene diefstal hij Gedetineerde met sijne complicen sig kort aen 't Huijs van de vreemde gescheijden hebben en denselven weg die sij gekomen waeren terug sijn begaen. Bij welke diefstal sij gesamentlijke complicen gewaepent geweest sijn met stokken en schietgeweer en van welke Diefstal hij Gedetineerde geprofiteerd heeft uijt handen van Willemke Habets een paer wolle overkousen.

Haevert

Art.5. Bekendt den gedetineerde meede plichtig te weesen aen den violenten diefstal begaen te Havert bij Juffr. Steijntjens ontrent drij jaeren geleeden, hebbende hem gedetineerde den eersten aenslag gegeeven Willem Habets dewelke dewelke door P. Broun gewaerschouwt was, dewelke Willem hem Gedetineerde om den middag dat hij werkte quam waerschouwen. Waerop hij Gedetineerde met Willemke en A. Bosch gegaen sijn over de Bies op Spaubeek van daer op Put, van daer op Daneker meulen en van deselve tot digt bij Haevert in een weijde alwaer sij complicen hebben gevonden aen't vaueven Staen Vaes Luijten, den Keijser, Joannes Keijsers, Joannes Sangen, den Vlek, den Spaensche, P. Broun en een meenigte onbekende vreemde complicen, wanneer Hij Gedetineerde met den Vlek op Schiltwagt gesteld is geworden door den Glaser voor de weg Poort wanneer de andere complicen na't huys gaende agter aen't huijs door de stal sijn ingebroken, en de menschen in huijs deerlijk hebben gebonden en deselve van alle vind en draabare effecten hebben beroofdt, en't selve in vier Pakken gebonden, de welke door de vreemde sijn medengenomen geworden. Wanneer sij gesamentlijke Complicen nae anderhalf uur vertoeftens in't selve huijs sijn weggegaan tot aen de Daneker moolen alwaer hij gedetineerde met sijne complicen van de vreemde gescheijden sijn en nemende den selven weg dien hij gekomen was wederom. Sijnde sij complicen bij voornoemt Diefstall gewapent geweest als voor, verclarende hij Gedetineerde van voornoemde diefstal niets geprofiteerdt heeft als een vlasse hemde uijt handen van Willemke.
Omdat 't avond was is de verdere verhoring uijtgesteldt tot op morgen.
1/2 4 tot 6 uur
En Heeft den Gedetineerde naer Duijdelijke voorleesing onderteekent
merk    _|_ van Lins Schoutten
scrijvens | onervaren
    Nobis Praesentibus
      J. Theod. Craen L.G. Pelt J. Wateler
      J. Wintgens PVandenHeuvel

Continuatio den 17. Julij 1773

Is wederom gesisteerdt van weegens den Hr. Lt.Hoogdrossard den voornoende Gedetineerde Lins Schoutten dewelke na serieuse aenmaninge om de waerheyd gestand te doen en gevraegdt over de voorschreven art. geantwoord heeft.
art.6. expedivit se praecedentibus

Maesbandt
Verclaert alsnog plichtig te wesen aen den violenten diefstal gebeurt bij Walraeven in de Maesbandt, over lange Jaeren geleden bij welke diefstal geassisteerd hebben Willem Habets, A. Bos, Vaes Luyten, den Keijser, Joannes Keijsers, Sangen, den Vlek, den Spanjaerdt, Thiske Muijters, Willemke woonende aen de brug van Geulem, Joannes Bekkers, Joannes Habets, der Rausch van Oensel, Joannes La Haije, den Hameecker uijt geen Hout, Steijns, den man dragende vellen, Niclaes een kleijn kerelke met swart hayr, nog eene lange keerel met vlas hayr, alle drie van Nieuwenhagen, Cobus Ritzen, Kempenaer, Swartz, Andries Smeets, der Weelsche, Niclaes Boormans, Reijnier Reijnders en niet Coekelkoren Soo als voor gesegt heeft, alle drie uijt Moervelt, den knegt van de vilder Dirk, den armen man, Joannes Curvers woonende vlak over de kerk te Beek sijnde eenen korver van sijn ambagt, Leendert Sporke woonende te Beek hebbende meede geassisteert te Haevert, Leendert woonende in de Scheer onder Geul getrouwt met Marie en hebbende vier kinderen, sijnde mede bij de drie voornoemde Diefstallen geweest, hebbende een oog. Van welcken diefstal hem Gedetineerde den eersten aanslag gegeeven heeftWillemke Habets sijnde bij hem Gedetineerde gekomen nademiddags dat hij beesig was hout te beslaen waerna sij beijde complicen tusschen ligt en donker gegaen sijn over Oensel door Kelmont Lamgs Geverik op de heijde aen tusschen Steijn en Elsloo door na de Maesbandt en alwaer aen een griendt gekomen sijnde op de selve gevonden hebben de bovengenoemde Complicen en een groote meenigte vreemde aen hem onbekend, waernae nae weijnig tijd vertoeffens
Sijn sij gesamentlijke complicen op 't huijs aen gegaen, en nae de posten uijt gesteldt waeren, sijnde hij Gedetineerde met Willemke en de Glaser uijt de Heek aen de poort van't huijs op schildtwagt gesteldt, hebben sij de deure geforceert en een venster door de welke sij in huijs gekomen sijn de menschen gebonden hebben soo hij heeft hooren seggen en van alle goederen beroofdt, en deselve in vier pakken gebonden dewelke gemaekt waeren door die geene die in huijs waeren en ook meede genomen sijn door de vreemde complicen. Alswanneer sij nae anderhalf uur vertoeffens uijt't huijs gekomen sijn, sij complicen van den anderen sig gescheijden hebben op de heijde; gaende hij Gedetineerde deselfde weg wederom terug die hij gekomen was en de andere vreemde over de heijde naer Heerle en verders. Bij welke diefstal sij gesamentlijke complicengewaepent waeren als voor met stokken en Schietgeweer. Hebbende hij Gedetineerde uijt handen van A. Bosch eenige daegen daerna voor sijn aendeel geprofiteerdt drie schellingen.
En nadien de Heren van den Krijgsraed gekomen sijn om te confronteeren hunnen Gedetineerde met die van Heerlen soo is met verder verhoor gesupercedeert tot sulxs gedaen sal weesen.

Quibus praelectis persistet et
signavit merk + van Lins Schoutten
       scrijvens onervaren

Nobis praesentibus
J. Theod. Craen J. Wateler
J. Wintgens
L.G. Pelt
P.VandenHeuvel

   
   







Naar boven






































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER