DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


Entree    Documenten    Processtukken    Scherp verhoor

PROCESSTUKKEN

Protocol van het verhoor onder foltering van Lins Schouteten d.d. 19  juli 1773
RAL LvO 8165








 


Continuatio de 19. Julij 1773.


  Is wederom van weegens den Heer Lt-Hoog drossard gesisteerd den Gedetineerde Lins Schoutteten dewelke serieuslijk aengemaendt om de waerheijdt gestand te doen en gevraegt over voornoemde artikelen geantwoordt heeft.
                         
't Stelen van 't Verken in de Heek
______________

Verklaerdt verders den Gedetineerde sig plichtig gemaekt te hebben aen 't steelen van een verken bij de weduwe Boshouwers in de Heek gepasseerde winter voorgevallen. Waerbij geassisteerdt A. Bosch, Willem Habets, Willem Willems, Vlek en Tijske muijters; hebbende den glaser aen hun lieden den eersten aenslag gegeeven hebbende sij complicen 't verken uijt de Stal gehaeldt inde weijde met een hout dood geslagen en verders geopent, schoon gemaekt en gesleept na't huijs van den Glaser. Hebbende hij Gedetineerde daer voor uijt handen van den Glaser ses schellingen voor sijn aendeel geprofiteerd.

Verders verklaert den Gedetineerde plichtig te weesen aen't steelen van vier vaten Rogge bij Pieter Meijs tot Hulsberg ontrent drie jaeren geleden sijnde met hem geweest Willem Habets dewelcke aldaer had helpen had helpen derschen, daerdoor te weten was gekoemen dat't selve aldaer stond, hem Gedetineerde was komen aenroepen, wanneer sij 'tselve uijt de schure dewelke met een hengelke toegemaekt was. gestoolen hebben. Waervan hij Gedetineerde voor sijn aendeel uijt handen van Willemke Habets geprofiteerdt drie Schellingen geprovenieerdt uijt deselve vrugten dewelke hij aen de kinkevoerders verkogt hadden.

Verders verklaerdt den Gedetineerde plichtig te staen aen't steelen van drie vierde Spek bij Jacobus Meijs tot Hulsberg voorleden Herfst twee jaeren geleeden; sijnde bij hem geweest A. Bosch en Willemke Habets, hebbende hem Gedetineerde den eersten aanslag gegeeven 't Willemke, waerna Willemke voornoemde Anthoon Bosch Glaeser uijt de Heek heeft gaen aenroepen; waarvan geprofiteerd heeft uijt handen van den glaser uijt de Heek Ses Schillingen.

Verders Verklaart plichtig te staan aan den Eed en verbond bij hunne bende gebruijkelijck, omtrent thien jaaren om gedaan en uijtgeswooren in de Capelle geleegen op St.Linnerts Berg, waarbijpresent waeren Servaes Luijten, Johannis Sangen uijt beekergenhout, medeplichtig aan de voornoemde huijsbraaken en diefstallen, Anthon Bosch gleeser uijt de Heek, Willem Habets, Andries Smeets, Johannes Vlecken, der spaansche van Houtem, der keijser van Geul, Johannis Keijsers, der Weelschen van Moerveld, Nicolaas Bormans, Nijst van Moerveld, Lennert Sporcken, Johannes Corvers, en andere dewelcke hij niet met naame gekend heeft, waaronder sig bevond eenen Heer, met welcke voornoemde persoonen hij gedetineerde na opgemelde Capelle is toegegaan, geleijd door den Gleeser Anthon Bosch, waervan de omstandigheeden waaren als volght:
Dat hij gedetineerde aan de Capelle koomende gelast wierde door voorschreeven Heer om op handen en voeten na de Capelle in te Kruijpen, waarin sig bevond een kleen taefeltje, waerop stond twee brandende keertsen, een Lieve vrouwe beeld en een Crucifix, waarover hij gedetineerde op de knien moeste blijven sitten, en aan deselven Heer belooven om alles kwaads te in Rooven en stelen, alsmeede om in hegtenisse geraakende geene Cameraeten of Complicen te ontdecken en bij alsien sulckx hadde moeten door pijn, als andersints, alles tot justitie koomend in het publijcq moeste herroepen en revoceeren; alsmeede dat na verloop van eenige jaaren ordres zouden gegeeven worden, om alsdan te moorden en te branden, maar insgelijcken verbooden om geene menschen op publijcque straaten te attacqueeren; Soos als ook de kerkens te frequenteeren, 't welck hij had voorgenoomen en beloofd zijnde, hij gedetineerde den Eed in handen van gemelden Heer sijnde hunnen oversten moeste afleggen en doen, met erectie der twee voorste vingeren van de Regter hand, seggende deese naavolgende woorden: "Ick Swere God en alle sijne Heijligen af en den duijvel toe". Wanneer aan hem gedetineerde eerst te drinken wierde gegeeven uijt eenen tinne beeker denwelcken meede op het taefeltje stond, seggende "Hierop drincken wij in Duijvels naam", en aan hem gedetineerde insgelijcken alsdoen een stuckje brood wierd gegeeven om ook in Duijvels naam te eeten, en ook een snuijfje in Duijvels naam genoomen. Van verrigtinge van van welcke Ceremoniens hij gedetineerde en de overige op dezelve maniere als ingekroopen was, weederom moeste uijtkruijpen. En alsdoen een ygelijck na sijn huijs gienge, na alvoorens gewaarschouwt te sijn, om bij aldien eene plaatze wisten om te steelen sulckx souden aangeven.

Verders verklaart den gedetineerdepligtig te sijn aan het steelen van eenen Peerd op den hoff Ter Hoenshuijs, gepasseerde vroegjaar, uijt de weijde, waarbij geassisteert hebben Steijns, en Johannes eene kanneschurger beijde van Nieuwenhagen, Andries Smeets woonende te Ambij, Willem Habets, Johannes Sangen, Johannes Vlecken, en der Spaansche, alle gewaepent met stocken; waarvan den eersten aanslag was worden gegeven door Johannes den kanneschurger; wanneer sij genoemde Complicen 't Zelve s'nagts daarnaer uijt der weijde hebben gestoolen en vervoert op Geijlenkerken alwaar 't Zelve aan de jooden door Andries Smeets en Johannes den kanneschurger verkogt wierde voor een en twintig Pattacon. Waarvan hij gedetineerde voor sijn aandeele uijt handen van Andries Smeets ontfangen en geprofiteert heeft seeventhienden halven Schelling.

Verders verklaart den gedetineerde plichtig te sijn aan het steelen van twee vatten rogge bij Meerten Habets in Arendgenhout, waarbij geassisteert heeft Willem Habets. Welck kooren door hun beijde van eenen solder boven den Peerdstalle, die open stond 's middags om 12 uyren, gestoolen wierde. Waarvan den gedetineerde voor sijn aandeel uijt handen van Willem Habets drije schellingen ontfangen heeft.

Item verklaard den gedetineerde meede een schaep gestoolen te hebben omtrent drije jaaren geleeden bij Johannes den biender tot Ambij, uijt eenen stalle denwelcken open stond, ten tijde hij gedetineerde onvoorsien van geld op Maestricht gienge; welck schaap hij gedetineerde tot Maestricht aan den ouden DuBien op de Bochstraat voor neegende halven schilling verkogt heeft.

Item verklaard den gedetineerde nog een schaep gestoolen te hebben omtrent 10 jaaren geleeden bij wijlen Gelis Gelders tot Aelbeek, uijt eenen stall open sijnde geleegen agterom de weijde, welck schaep hij gedetineerde bij den dicken Dreesens in de Hoenderstraat voor neegen schellingen verkoght heeft.

Item verklaard den gedetineerde omtrent thien ad elf jaaren geleeden bij d'heer advocaat Limpens tot Aelbeek drije Eijcke plancken leggende in de wegde agter het Backhuijs gestoolen te hebben. Dewelcke hij gedetineerde bij eenen timmerman in Wijck bij Maestricht voor vijf en twintig stuijver verkoght heeft.

Item verklaart den gedetineerde met Johannes La Haye een schaep gestoolen te hebben bij de weduwe Daemen op Terblijt, omtrent twee jaaren geleden, alwaar gemelde Johannes woonde. Welck schaep hij gedetineerde aan eenen schaepherder van Gronsfelt verkogt heeft voor elfden halven schelling, waervan Johannes La Haye de helfte heeft ontfangen.

Item verklaart den gedetineerde nog gestoolen te hebben bij Simonis Meekx omtrent 4 jaaren geleeden agt of neegen pond hop, dewelcke hij gedetineerde bij eenen brouwer tot Maestricht voor een plaquet het pond verkogt heeft.

Item verklaard den gedetineerde nog gestoolen te hebben omtrent vijf jaaren geleeden bij Gerhard Rameekers tot Valkenburg een paar karre klincken op straat langs het huijs staande, dewelcke hij gedetineerde op het Batt tot Maestricht aan eenen man voor vijf en twintig stuijvers verkoght heeft.

Item verklaard den gedetineerde nog ses jonge appelboomen bij Loeijens tot Hulsberg uijtgetrocken en gestoolen te hebben omtrent twee jaaren geleeden, dewelcke hij gedetineerde tot Nuth op het Meuleveld verkoght heeft voor vier en twintig stuijver.

En heeft verclaard bij sijne voorschreven bekentenisse naar deselven woord tot woord luijde voorgeleesen sijnde blijven persisteeren den Gedetineerde vermits schrijven onervaaren Gehandmerckt.

Dit is het + merk van Lins Schouteten
Quod attestamur
J. Theod. Craen
A. Wateler
J.L. Wintgens
L.G. Pelt

   







Naar boven






































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER