Verklaerdt verders den Gedetineerde sig plichtig gemaekt
te hebben aen 't steelen van een verken bij de weduwe
Boshouwers in de Heek gepasseerde winter voorgevallen.
Waerbij geassisteerdt A. Bosch, Willem Habets, Willem
Willems, Vlek en Tijske muijters;
hebbende den glaser aen hun lieden den eersten aenslag
gegeeven hebbende sij complicen 't verken uijt de Stal
gehaeldt inde weijde met een hout dood geslagen en verders
geopent, schoon gemaekt en gesleept na't huijs van den
Glaser. Hebbende hij Gedetineerde daer voor uijt handen
van den Glaser ses schellingen voor sijn aendeel
geprofiteerd.
Verders verklaert den Gedetineerde plichtig te weesen
aen't steelen van vier vaten Rogge bij Pieter Meijs tot
Hulsberg ontrent drie jaeren geleden sijnde met hem
geweest Willem Habets dewelcke aldaer had helpen had
helpen derschen, daerdoor te weten was gekoemen dat't
selve aldaer stond, hem Gedetineerde was komen
aenroepen, wanneer sij 'tselve uijt de schure dewelke
met een hengelke toegemaekt was. gestoolen hebben.
Waervan hij Gedetineerde voor sijn aendeel uijt handen
van Willemke Habets geprofiteerdt drie Schellingen
geprovenieerdt uijt deselve vrugten dewelke hij aen de
kinkevoerders verkogt hadden.
Verders verklaerdt den Gedetineerde plichtig te staen
aen't steelen van drie vierde Spek bij Jacobus Meijs tot
Hulsberg voorleden Herfst twee jaeren geleeden; sijnde
bij hem geweest A. Bosch en Willemke Habets, hebbende
hem Gedetineerde den eersten aanslag gegeeven 't
Willemke, waerna Willemke voornoemde Anthoon Bosch
Glaeser uijt de Heek heeft gaen aenroepen; waarvan
geprofiteerd heeft uijt handen van den glaser uijt de
Heek Ses Schillingen.
Verders
Verklaart plichtig te staan aan den Eed en verbond bij
hunne bende gebruijkelijck, omtrent thien jaaren om
gedaan en uijtgeswooren in de Capelle geleegen op
St.Linnerts Berg, waarbijpresent waeren Servaes Luijten,
Johannis Sangen uijt beekergenhout, medeplichtig aan de
voornoemde huijsbraaken en diefstallen, Anthon Bosch
gleeser uijt de Heek, Willem Habets, Andries Smeets,
Johannes Vlecken, der spaansche van Houtem, der keijser
van Geul, Johannis Keijsers, der
Weelschen van Moerveld, Nicolaas Bormans, Nijst van
Moerveld, Lennert Sporcken, Johannes Corvers, en andere
dewelcke hij niet met naame gekend heeft, waaronder sig
bevond eenen Heer, met welcke voornoemde persoonen hij
gedetineerde na opgemelde Capelle is toegegaan, geleijd
door den Gleeser Anthon Bosch, waervan de
omstandigheeden waaren als volght:
Dat hij gedetineerde aan de Capelle koomende gelast
wierde door voorschreeven Heer om op handen en voeten na
de Capelle in te Kruijpen, waarin sig bevond een kleen
taefeltje, waerop stond twee brandende keertsen, een
Lieve vrouwe beeld en een Crucifix, waarover hij
gedetineerde op de knien moeste blijven sitten, en aan
deselven Heer belooven om alles kwaads te in Rooven en
stelen, alsmeede om in hegtenisse geraakende geene
Cameraeten of Complicen te ontdecken en bij alsien
sulckx hadde moeten door pijn, als andersints, alles tot
justitie koomend in het publijcq moeste herroepen en
revoceeren; alsmeede dat na verloop van eenige jaaren
ordres zouden gegeeven worden, om alsdan te moorden en
te branden, maar insgelijcken verbooden om geene
menschen op publijcque straaten te attacqueeren; Soos
als ook de kerkens te frequenteeren, 't welck hij had
voorgenoomen en beloofd zijnde, hij gedetineerde den Eed
in handen van gemelden Heer sijnde hunnen oversten
moeste afleggen en doen, met erectie der twee voorste
vingeren van de Regter hand, seggende deese naavolgende
woorden: "Ick Swere God en alle sijne Heijligen af en
den duijvel toe". Wanneer aan hem gedetineerde eerst te
drinken wierde gegeeven uijt eenen tinne beeker
denwelcken meede op het taefeltje stond, seggende
"Hierop drincken wij in Duijvels naam", en aan hem
gedetineerde insgelijcken alsdoen een stuckje brood
wierd gegeeven om ook in Duijvels naam te eeten, en ook
een snuijfje in Duijvels naam genoomen. Van verrigtinge
van van welcke Ceremoniens hij gedetineerde en de
overige op dezelve maniere als ingekroopen was, weederom
moeste uijtkruijpen. En alsdoen een ygelijck na sijn
huijs gienge, na alvoorens gewaarschouwt te sijn, om bij
aldien eene plaatze wisten om te steelen sulckx souden
aangeven.
Verders verklaart den gedetineerdepligtig te sijn aan
het steelen van eenen Peerd op den hoff Ter Hoenshuijs,
gepasseerde vroegjaar, uijt de weijde, waarbij
geassisteert hebben Steijns, en
Johannes eene kanneschurger beijde van Nieuwenhagen,
Andries Smeets woonende te Ambij, Willem Habets,
Johannes Sangen, Johannes Vlecken, en der Spaansche,
alle gewaepent met stocken; waarvan den eersten aanslag
was worden gegeven door Johannes den kanneschurger;
wanneer sij genoemde Complicen 't Zelve s'nagts daarnaer
uijt der weijde hebben gestoolen en vervoert op
Geijlenkerken alwaar 't Zelve aan de jooden door Andries
Smeets en Johannes den kanneschurger verkogt wierde voor
een en twintig Pattacon. Waarvan hij gedetineerde voor
sijn aandeele uijt handen van Andries Smeets ontfangen
en geprofiteert heeft seeventhienden halven Schelling.
Verders verklaart den gedetineerde plichtig te sijn aan
het steelen van twee vatten rogge bij Meerten Habets in
Arendgenhout, waarbij geassisteert heeft Willem Habets.
Welck kooren door hun beijde van eenen solder boven den
Peerdstalle, die open stond 's middags om 12 uyren,
gestoolen wierde. Waarvan den gedetineerde voor sijn
aandeel uijt handen van Willem Habets drije schellingen
ontfangen heeft.
Item verklaard den gedetineerde meede een schaep
gestoolen te hebben omtrent drije jaaren geleeden bij
Johannes den biender tot Ambij, uijt eenen stalle
denwelcken open stond, ten tijde hij gedetineerde
onvoorsien van geld op Maestricht gienge; welck schaap
hij gedetineerde tot Maestricht aan den ouden DuBien op
de Bochstraat voor neegende halven schilling verkogt
heeft.
Item verklaard den gedetineerde nog een schaep
gestoolen te hebben omtrent 10 jaaren geleeden bij
wijlen Gelis Gelders tot Aelbeek, uijt eenen stall open
sijnde geleegen agterom de weijde, welck schaep hij
gedetineerde bij den dicken Dreesens in de Hoenderstraat
voor neegen schellingen verkoght heeft.
Item verklaard den gedetineerde omtrent thien ad elf
jaaren geleeden bij d'heer advocaat Limpens tot Aelbeek
drije Eijcke plancken leggende in de wegde agter het
Backhuijs gestoolen te hebben. Dewelcke hij gedetineerde
bij eenen timmerman in Wijck bij Maestricht voor vijf en
twintig stuijver verkoght heeft.
Item verklaart den gedetineerde met Johannes La Haye
een schaep gestoolen te hebben bij de weduwe Daemen op
Terblijt, omtrent twee jaaren geleden, alwaar gemelde
Johannes woonde. Welck schaep hij gedetineerde aan eenen
schaepherder van Gronsfelt verkogt heeft voor elfden
halven schelling, waervan Johannes La
Haye de helfte heeft ontfangen.
Item verklaart den gedetineerde nog gestoolen te hebben
bij Simonis Meekx omtrent 4 jaaren geleeden agt of
neegen pond hop, dewelcke hij gedetineerde bij eenen
brouwer tot Maestricht voor een plaquet het pond verkogt
heeft.
Item verklaard den gedetineerde nog gestoolen te hebben
omtrent vijf jaaren geleeden bij Gerhard Rameekers tot
Valkenburg een paar karre klincken op straat langs het
huijs staande, dewelcke hij gedetineerde op het Batt tot
Maestricht aan eenen man voor vijf en twintig stuijvers
verkoght heeft.
Item verklaard den gedetineerde nog ses jonge
appelboomen bij Loeijens tot Hulsberg uijtgetrocken en
gestoolen te hebben omtrent twee jaaren geleeden,
dewelcke hij gedetineerde tot Nuth op het Meuleveld
verkoght heeft voor vier en twintig stuijver.
En heeft verclaard bij sijne voorschreven bekentenisse
naar deselven woord tot woord luijde voorgeleesen sijnde
blijven persisteeren den Gedetineerde vermits schrijven
onervaaren Gehandmerckt.
Dit is het +
merk van Lins Schouteten
Quod attestamur
J. Theod. Craen
A. Wateler
J.L. Wintgens
L.G. Pelt