Bokkenrijders en hun afstammelingen



Entree

Inhoud

Register

Email



Spee


541

Dirk Spee, boer in Retersbeek, gefolterd, gestorven in gevangenis 1776

...Theod. SPEE (1707-76) x 1° Wijnandsrade 1733 Christ. BRULS (1698-1763)
|....x 2° Klimmen 1763 Barb. DAUTSENBERG (1720-73)
|....x 3° Heerlen 1774 Mecht. SCHOENMAKERS (1729-1801) [Vgl. 459]



Willem Ramakers

Arnold Lassauw

Steven
Eggen


Pieter
Boosten


Paulus
Mulder


Thomas Paulussen


Theodorus (Dirk) Spee wordt 7 aug. 1707 gedoopt in Klimmen als zoon van Joannes en Maria Scheeren. Woont in Retersbeek, een zeer rijke boer, heeft veel geërfd en beschikt over grote sommen geld die hij uitleent aan streekgenoten met land als zekerheid, het totaal van die vorderingen beloopt ruim 7000 gulden.
Hij trouwt 17 okt. 1733 in Wijnandsrade de negen jaar oudere Christina Bruls, gedoopt 11 juni 1698 in Klimmen als dochter van Matthijs en Christina Frens. Uit dit huwelijk vier kinderen van 1734 tot 1742 die allen vóór hun vader overlijden. Christina Bruls overlijdt 10 april 1763 in Klimmen.
Dirk hertrouwt 56 jaar oud op 31 okt.1763 in Klimmen met de veertien jaren jongere Barbara Doutsenberg, weduwe van Joannes Vernaus. Zij wordt 25 nov. 1720 gedoopt in Heerlen als dochter van Petrus en Mechtildis Dautsenbergh. Uit het huwelijk van Dirk en Barbara een dochter in 1765 die ook vóór haar vader overlijdt. Barbara Dautsenberg overlijdt 17 maart 1773 in Voerendaal.
Dirk hertrouwt 8 nov. 1774 in Heerlen met 22 jaar jongere Mechtildis Schoenmakers weduwe van Michiel Ramakers, die een zoon is van Willem Ramakers*. Mechtildis is 5 april 1729 gedoopt in Klimmen als dochter van Willem en Gertrudis Rietraedt.
De naam van Dirk wordt in dec. 1774 en jan.1775 al genoemd tijdens scherpe verhoren als een kopstuk van de bende en ook weer in aug. en sept. van dat laatste jaar. Op 2 nov. 1775 keuren de schepenen een arrestatie en na een paar dagen onvindbaar te zijn geweest is Spee opgepakt en opgesloten in Valkenburg. Daar wordt hij in het Landshuis verhoord en op 14 nov. geconfronteerd met gevangenen die hem beschuldigd hebben, Arnold Lassauw*, Steven Eggen [=143] en 15 nov. met Pieter Boosten[=034], maar hij blijft ontkennen. Dan volgt 16 nov. het vonnis tot scherp examen en dezelfde dag ook dat pijnlijk verhoor zelf met duimschroeven en scheenschroeven. Aangezien hij niets wil bekennen dan wat gesjoemel met de tienden, wordt de graad  van tortuur verhoogd tot enkele stroppade waarbij hij aan de rechterarm is opgetrokken. Na tien minuten raakt hij bewusteloos, wordt afgelaten en krijgt een half uur pauze, maar dan trekt de beul hem weer op en nu met beide armen. Na een kwartier is Dirk 'wegens overkomende swakheyd en flauwte afgelaten en met verdere tortuure gesupercedeert.' Een dokter is de hele tijd aanwezig geweest en oordeelt nu kennelijk dat hij verdere marteling niet zal overleven. De rekening van de beul voor zijn werkzaamheden op deze dag bedraagt 55 gulden.
Ook bij de confrontaties met Paulus Mulder* en Thomas Paulussen* op 21 dec. spreekt Dirk de beschuldigingen tegen. Een nieuw verzoek om scherp examen is 28 dec. door de schepenen afgewezen. Zo is een patstelling ontstaan want zonder bekentenis kan het gerecht hem niet veroordelen en vrijlaten wordt niet eens overwogen, dus vragen ze in Den Haag hoe verder te handelen. Dirk blijft in de gevangenis, maar weigert te eten en volgens de schepenen simuleert hij krankzinnigheid. In maart 1776 komt er een tamelijk wazig antwoord uit Den Haag dat feitelijk er op wijst dat dit de verantwoording van het Hoge Gerecht van Valkenburg is.
Op 18 apr. sterft Dirk, 68 jaar oud in de gevangenis van het Landshuis in Valkenburg. Twee dagen later doet landschirurgijn Corriaux lijkschouwing die ziet geen kneuzingen en constateert dat het een natuurlijke dood is. Dezelfde dag vonnissen de schepenen dat het kadaver van Dirk Spee onder de galg begraven zal worden en dat is dezelfde dag uitgevoerd.
Mechtildis Schoenmakers stuurt een smeekschrift aan de Staten-Generaal om het vonnis te herzien, zodat ze het lijk van Dirk op een fatsoenlijke manier kan laten begraven. Het gerecht van Valkenburg is tegen en de Staten-Generaal wijzen op 23 juli  het verzoek af. Daarna volgt een juridische strijd over wat wel en wat niet onder het gerechtelijk beslag valt.
Ten tijde van de Franse volkstelling in 1796 woont Mechtildis nog steeds in Retersbeek, maar wordt daarbij vermeld als weduwe van Ramakers, haar eerste man. Zij overleeft haar tweede man ruim 25 jaar en wordt 2 dec. 1801 in Klimmen begraven.

ZIE VERDER:

— Documenten: Als financier voor dorpsgenoten
..........Bevel tot arrestatie 2 nov. 1775
..........Vragen voor verhoor 7 nov. 1775
..........Protocol van ondervraging 7 nov. 1775
..........in Protocol scherp examen Arnold Lassauw 8 nov. 1775
..........Confrontatie met Arnold Lassauw 14 nov. 1775
..........Beschuldigingen t.b.v scherp examen
..........Vonnis tot scherp examen 16 nov. 1775
..........Vragen voor scherp examen
..........Protocol scherp examen 16 nov. 1775
..........Nota van de beul
..........Lijkschouwing 20 apr. 1776
..........Lijst Valkenburg juli 1776
..........Opbrengt executoriale verkoop
..........In artikel over strafrechtprocedures

— LIT. - S.J.P. Sleinada, 'Oorsprong, oorzaeke; bewijs' (1779) p. 49 *
...- J. Russel 'De rooversbenden in de landen van Overmaas' (1877) p. 34 [kopie Sleinada]
...- A.Blok 'De Bokkenrijders' (1991) p. 149, 160/1, 168, 176, 224/6, 363 [samenvatting], 391, 400, 414, 416
...- F. van Gehuchten 'Bokkenrijders. De schande van Limburg II' (2014) p. 174/5, 259
–– * Klassieke literatuur over Bokkenrijders online
© Maaike van Eekelen


««
Boven »»





















INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER