Bokkenrijders en hun afstammelingen



Entree

Inhoud

Register

Email



Frijnts


166

De Schutt, speelman in Gulpen, verbannen na geseling 1777

...Balt. FRIJNTS (1722-) x Maria REUMERS

Met dan aan Paul Vleugels



Frans Anton Brassé

Leonard Eijsen

Balthasar (Baltus) Frijns genoemd 'de Schut' wordt 1 nov. 1722 gedoopt in Gulpen als zoon van Henricus en Anna Maria Wijnants. Woont in Gulpen ' aen de Trap', speelman van beroep. Als de schepenen later zijn huisraad in beslag komen nemen achten ze dat bij nader inzien niet de moeite waard, "het Selve geene twee guldens waerdig te sijn".
Hij trouwt met Maria Meurers, van onbekende herkomst. Uit dit huwelijk wordt een zoon geboren, gedoopt 1755 in Gulpen.
Baltus is 13 okt. 1776 aangehouden, overgebracht naar het Landshuis van Valkenburg en daar ingesloten. Als hij bij het verhoor ontkent, wordt hij geconfronteerd met gevangenen die hem beschuldigen, waaronder Frans Anton Brassé* en pas bij de laatste confrontatie met Leonard Eijsen* erkent hij kleine diefstallen begaan te hebben. Baltus bekent 1 maart 1777 alleen maar dat hij wel met de bende op weg is gegaan naar een overval, maar verder geen hand uitgestoken heeft omdat hij dronken op de grond was gaan zitten. En dan twijfelen de schepenen over het juiste oordeel. Of misschien voelen zij dat de wind in Den Haag uit een andere hoek waait, dat men daar de processen beu is en daarom vragen ze de Raad van Brabant om advies in deze zaak. De Advocaat-Fiscaal ziet dat het gerecht de verantwoordelijkheid afschuift en heeft daar kritiek op. Zelf heeft hij wel wat formele juridische kritiek op de procesvoering, maar vindt toch dat Baltus gewoon gehangen moet worden. De Raad ziet dat anders en oordeelt 18 juli dat hij na geseling verbannen moet worden en de schepenen laten dit uitvoeren.
Van Baltus en Maria zijn in Gulpen geen sporen te vinden, het is onbekend waarheen ze vertrokken zijn.

ZIE VERDER:

— Documenten: Verklaring over het huisraad 14 okt. 1776
..........De heer van Gulpen en Margraten en - vanaf mei 1777
..........Advies Advocaat Fiscaal van Brabant over verzoek om gratie 5 juli 1777
..........Advies van Raad van Brabant over vonnis 22 juli 1777
..........In artikel over strafrechtprocedures

— LIT. - S.J.P. Sleinada, 'Oorsprong, oorzaeke; bewijs' (1779) p. 53 *
...- J. Russel 'De rooversbenden in de landen van Overmaas' (1877) p. xx [deels kopie Sleinada]
...- A.Blok 'De Bokkenrijders' (1991) p. 226, 381 [samenvatting]
...- F. van Gehuchten 'Bokkenrijders. De schande van Limburg II' (2014) p. 179, 181, 207, 253, 261
–– * Klassieke literatuur over Bokkenrijders online

© Maaike van Eekelen

167

Odilia Frijnts, vrouw in Groenstraat, executie 1743


•  Oda FRIJNTS (-1743) x Heerlen 1724 Nic. PETERS (1700-43) [= 415]



Nicolaas Peters

Maria Peters

Catharina Bemelmans

Odilia Frijnts is waarschijnlijk een dochter van Wilhelmus Freins en Agnes Corvers, woont in de Groenstraat onder Ubach over Worms. Haar broer Joannes wordt als Wilhelmussen Janneke van Waubach ook genoemd als bendelid.
Zij trouwt op 19 okt. 1724 in Heerlen met Nicolaas Peters* beide echtelieden komen uit Kunrade. Uit dit huwelijk worden van 1725 tot 1739 zes kinderen geboren, waaronder Maria Peters*.
Twee weken na de arrestatie van haar man wordt Odilia zelf aangehouden, verhoor 14 mei 1743 en confrontatie 6 juli met Catharina Bemelmans*, waarna zij bekent. Op 12 aug. recollectie en 28 aug. doodvonnis.
Odilia en Nicolaas Peters worden beiden op 10 sept. 1743 terechtgesteld in Ubach over Worms op de heide bij de grens met Heerlen. Dezelfde dag wordt hun dochter Maria gebrandmerkt en gegeseld. In totaal worden op deze dag zes mannen en drie vrouwen ter dood gebracht, een massale executie die veel volk op de been brengt "... niet slechts uit naburige plaatsen, maar ook uit dorpen die vier, vijf ja zes mijlen verwijderd waren."

Opmerking: De Staten van 's-Hertogenrode troffen op 11 mei 1745 een voorziening voor de nagelaten kinderen van het echtpaar "... twee kleene jongskens, dewelcke nootsaeckelijck moeten onderhouden worden en in vreese godes opgetrocken worden." Jaarlijks is hiervoor 20 pattacons beschikbaar. Uit de verkochte goederen van de veroordeelden uit Ubach werd onder meer betaald: "Item betaelt aen Matthijs Hermans voor gemaekte schounen voor de kinderen van dito Peeters volgens quitt: 1 patt. 5 schill."
ZIE VERDER:

— Documenten: in Scherp examen Willem Kerckhoffs 4 juli 1743
..........In: Scherp examen Peter Caspar ter Konig 15 juli 1743  Recollectie 23 juli 1743
..........In: Kosten proces opgemaakt 1751
..........Verzorging kinderen en een verschuldigd bedrag

— LIT. - W. Gierlichs 'Bokkerijders in 't voormalig land van 's Hertogenrode (1940) p. 18
...- Ramaekers & Pasing 'Bokkerijders' (1973) p. 52 *
...- L. Augustus 'Vervolgingsbeleid en procesvoering' (1991) p. 131 [voorziening voor kinderen] *
...- A.Blok 'De Bokkenrijders' (1991) p. 192, 194, 248 [samenvatting]
...- F. van Gehuchten 'Bokkenrijders. De schande van Limburg I' (2013) p. 37, 121/2, 125. 'Deel II (2014)' p. 232
...- R. van Lieshout ‘Bokkenrijders in Zuid-Limburg' I (2019) p. 6, 76, 79/81, 84/5, 96/7, 100, 102, 117/8, 169, 191
..........'Deel II (2020)' p. 105, 109/10, 'Deel III (2020)' p. 193, 245.
–– * Klassieke literatuur over Bokkenrijders online

© Maaike van Eekelen


««
Boven »»





















INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER