De Raed en Leenhove van Braband en
Landen van Overmaze, gezien en geëxamineert
hebbende het proces Crimineel, Bij Marcellus de
Swart, Schout en Crimineelen officier der
Heerlijkheid en Hoofdbanke van Gulpen, ratione
officii geïntenteert en ondernomen tegens
Baltus Frijnts, inwoonder van gemelde banke
thans gedetineerden op den Landshuijze van
Valkenburg, gezien mede de missiven en
Eerbiedige supplicatie van scheepenen van
Gulpen om in de gemelde Crimineele Zaeke te
mogen erlangen, bij manier van hoofdleeringe
het advis van deezen Raede, als int hoogste
ressort, is na deliberatie goedgevonden te
rescribeeren Dat de Raed van advis is, dat
scheepenen van Gulpen behooren te Vonnissen
in manieren als volgt:
Gezien bij Scheepenen van den Geregte te
Gulpen de procedures, voor haar ter Crimineele
Rolle van 14 october 1776 opgestaan en
gereezen tusschen Marcellus de Swart, Schout
en Crimineele officier der Heerlijkheid en
Hoofdbanke Gulpen, ratione officii, ter Eenre
tegens Baltus Frijnts, gedetineerden ter
andere zijde, zoo en gelijk die procedures ter
Voorschreeve Rolle zijn geïnstrueert, met alle
de bewijzen en bescheijden, daer toe overlegt
gezien mede de Confessie en opgevolgde
recollecte van den gedetineerden
Scheepenen voornoemt, op alles wel en rijpelijk
gelet, mede op derselver Supplicatie gehad
hebbende, bij wijze van Hoofd Leeringe, het
Advis van de Raede en Leenhove van Braband
en Landen van Overmaze, doende recht in
den naem en van wegens de Heeren Staaten
Generaal der VerEenigde Nederlanden,
Condemneeren den gedetineerden, om
gebracht te worden ter plaatze, daar men
gewoon is alhier Crimineelen Executie te
doen, en aldaar door den - - - - - - - - - -
gegeeselt
met ses roeden - - - - - - - - - -
acht slagen
Banne wijders den gedetineer - - - - - - -
uit de drie Landen van Ove - - - - - - - -
van hun Hoog Mogende en het - - - - - -
van de Generaliteit en Condem - - - - - - -
in de Costen en misen van Just - - - - - - -
in de Costen van dezen Processe - - - - - -
en Moderatie van deezen Gerecht - - - - -
Actum in Judicio
Aldus gedaan en geadviseert in den Raede
den 18e julij 1777