Dujardin
             
            139 
            De Keukelaer, marskramer en goochelaar
                in Hommert, gefolterd, galg 1751
            •  Jac. DUJARDIN (1720-51) x Geleen 1747 Beat.
            LATIN [zie 313] 
             
             
              
                
                  
                    
                        
                         
                        Martin Latin 
                         
                        Joannes Latin 
                         
                        Bernard Spirlet 
                         
                        Anton Hamers 
                         
                        Wijn Wijnen 
                         
                        Nol Caldenberg 
                         
                        Frans Hamers 
                         
                         
                       | 
                       
                        Jacques Dujardin wordt 'de
                          Keukelaer' (de goochelaar) genoemd en zelf
                          schrijft hij zijn naam als "Jacque des
                          Jardins". Volgens eigen zeggen is hij circa
                          1720 in Parijs geboren en als jongeman soldaat
                          geweest, zowel in het Franse als in het
                          Pruisische leger. Hij verdient de kost als
                          marskramer en gaat langs de deuren met garen,
                          lint en dergelijke en pleegt daarbij om een
                          stuk eten te vragen. Jacques is ook 'artiest',
                          hij goochelt en speelt viool. Sinds zijn
                          huwelijk woont hij in het gehucht Hommert
                          onder Schinnen 
                          Hij trouwt 14 okt. 1747 in Geleen Beatrix
                          Latin, een dochter van Martin Latin* en een
                          zuster van Joannes Latin* en van  een
                          andere zuster die is getrouwd met Bernard
                          Spirlet*. Jacques en Beatrix krijgen een zoon
                          die 27 jan. 1750 in Geleen gedoopt wordt. 
                          Jacques is één van de drie daders die door
                          Henri Petri worden genoemd na de geweddadige
                          overval op diens huis te Puth-Schinnen in de
                          nacht van 4 op 5 maart 1750. Ook zou hij
                          de meetlat die hij als handelaar gebruikte
                          hebben laten liggen. Jacques wordt 16 mei
                          gearresteerd en gedetineerd in kasteel Ter
                          Borgh, verhoord 18 mei, confrontatie met Anton
                          Hamers* 1 juli. Op 2 en 3 juli wordt
                          hij scherp verhoord, maar bekent niet. Er
                          volgen weer confrontaties op 3 sept.
                          opnieuw met Anton Hamers en op 11 sept. met
                          Wijn Wijnen*. Jacques wordt 11 en
                          12 sept. weer twee dagen gefolterd, op
                          16 dec. confrontaties met Nol Caldenberg*
                          en Frans Hamers*. Tenslotte, na de vijfde en
                          zesde (!!) dag van scherp verhoor op 17 en
                          18 dec. bekent hij deelname aan de
                          overval op Petri en die op de juffrouwen Gadee
                          In Geleen, en dat bevestigt hij 16 dec.
                          bij de recollectie. In de loop van het proces
                          worden vijf rechtsgeleerden geraadpleegd. Op
                          6 feb. 1751 wordt een doodvonnis geveld
                          en Jacques sterft 9 feb. aan de galg op
                          de Danikerberg onder Schinnen. 
                         
                       | 
                     
                  
                 
                
               
             
            Zie VERDER: 
               
              — Documenten:  in Verklaring over
                de overval bij Henri Petri 
              ...........'Verhoor 8 juni 1750 
              ...........'Confrontatie met
                Anton Hamers en Wijn Wijnen 8 sept. 1750 
              ...........'In Scherp verhoor
                van Wijn Wijnen 10 sept. 1750 
              ...........'Juridisch advies in
                zake tortuur, 29 okt. 1750 
              ... ........In: Nadere
                responsieven van Nol Caldenbergh 15 dec. 1750 
              ...........'Scherp examen 17/18
                dec. 1750 
              ...........'Recollectie 19 dec.
                1750 
              ........ ..In artikel over
                strafrechtprocedures 
               
              — LIT. - H. Pijls 'De Bokkenrijders met de dode
              hand' (1924) p. 6, 8/9, 21, 23, 50/1, 53, 55, 59, 60/1, 
              ...........'63/68 [verhalen;
              opbrengst goederen], 70, 79, 89, 102/7, 113, 117/8 [kosten
              detentie], 120/4 * 
              ...- Ramaekers & Pasing
              'Bokkerijders' (1973) p. 65, 74 * 
              ...- A.Blok 'De
              Bokkenrijders' (1991) p. 48/9, 54, 90, 92/3, 97, 103,
              105/6, 200, 202, 289 [samenvatting], 296/7 
              ...- M.J.H.A. Schrijnemakers
              'De Historiciteit van de Bokkenrijdersbenden' (2004) p.
              11, 15, 17, 20, 24 
              ...- F. van Gehuchten
              'Bokkenrijders. De schande van Limburg I' (2013) p. 22,
              74, 155, 188/9, 192/8, 202, 206/7 
              ...........'210/1, 217. 'Deel
              II (2014)' p. 239 
              ...- R. van Lieshout
              ‘Bokkenrijders in Zuid-Limburg' III (2020) p. 201 
              –– * Klassieke literatuur
                over Bokkenrijders online  
             
             
             
             
             
           | 
            
           |