DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


PROCESSTUKKEN

Entree  •  Documenten  •  Processtukken •  Vonnis scherp examen

Juridisch advies in zake tortuur van Jacques Dujardin – 29 okt. 1750
RHCL Maastricht - Landen van Overmaas 2025 (meerdere afschriften aanwezig)



D'onders. reght geleerdens geëxamineert hebbende de processale stucken gefourneert onder inventaris, in sake d'Heer officier deeser heerlijckheijdt nomine officij clager tegens Jacques Dujardin beclaegde en gedetineerde sijn van gevoelen dat in sake gedisponeert behoort te worden als volght

  Visis actis schepenen der Heerlijckheijdt Schinnen ter manisse van den præsideerende en naer ingenomen advijs van twee onpartijdige reghts geleerdens, op en inde pointen van officij voor en al een op het versoek des Heeren clagers gedaen bij verbael van den 5 october laestleden te disponeeren,
  Lasten den Heer clager den beclaegde ontlost van boijen en banden iudicio te sisteeren ten fine van recollectie over hetgeen den selven bij de scherpere examinatie van den 11 en 12 septembris 1750 heeft bekent, en signantelijck over deese periode dat hij er maer twee a drij gekent hadde.
  En in cas den beclaegde sulcks staende soude houden, van den selven de namen deser aen hem bekende complicen af te vraegen.
  Item lasten den Heer officier den mede schepen Daem Gielen te produceeren om onder eede sijne verclaeringe gestelt in pede van het verhandelde bij laestgem. scherper examinatie t affirmeren of desavoueeren, en gevolgelijck aen deesen mede schepenen, van dit ampt in deese sake niet meer t exerceeren om dit voorgegaen sijnde naders gedaen te worden als sal bevonden worden te behooren, reservatis exemptis aldus etc.

En sulcks om deese redenen

Om dat ex actis blijckt dat den beclaegde op den 2 julij naer voorgaende decreet gequestioneert is geworden door de schruijven op handen, voeten en beenen gestelt, ten tijde van ontrent een uijre, het geene op sig selven uijtmaekt eene compleete toture. Dat dog den selven bij een ridicul decreet van continuatie van torture op den derden julij daer aen volgende aen d'armen op sijne rugge gebonden en met gewighten aen de voeten opgetrocken en gehangen heeft oock ontrent een uijr, weesende eene tweede torture tempore et genere distinct van d'eerste. Vervolgens dus nulliter en ten onreghte aengedaen dewijl tusschen voors. eerste en deese tweede torture nil novi men geswijght aliqua nova indicia de d'actis gevraegt is en nequidem geallegueert is geweest.
  Notoir sijnde quod sem tortus nihil confitens denuo torqueri non debeat nisi super vementibus novis indicijs, gelijck oock duijdelijck gestatueert is bij den 51 art. van het reglement nopens den stijle van prosedeeren in crimineele sake geëmaneert in deese landen int jaer 1570 in terminis.
  En indien hij de voorseijde pijnbanck doorstaet, en men van hem niet en can weeten noch verneemen, en willen wij niet dat denselven sonder nieuwe indiciën ter voorseijder pijnbanck wederomme geleijdt sal worden. Maer in sulcke gevallen sal het proces gevisiteert worden om hun reght te doen en t administreeren, soo die saecke en materie dat vereijschen sal, soo wel tusschen onse fiscalen ende officiers als geïnteresseerde partijen, tzij tot absolutie, stakinge, peene extraordinaris of andersints soo dat sal behooren.

  Vervolgens dat deese voors. tweede torture absoluut nul sijnde men niet en hadde behooren te wachten en d'administratie van justitie te retardeeren tot den 11 september 1750, wanneer den beclaegde eerst eene bloote en ongecircumstantieerde confessie heeft gedaen, dat daer bij ware geweest en aengeroepen was door drij francosen.
  Dog dewijl den beclaegde andermael gevat soude hebben connen worden al was hij naer gem. tweede nulle torture ontslagen geweest, in cas dat preuves tot sijnen laste naderhandt ondeckt waeren geweest, craghte hebbende van sijne gemelde confessie, mochte oock hij alsdan nog niet ontslagen sijnde die confessie gebeurt sijnde verders tot sijne laste geprocedeert worden, selfs bij nadere torture als op den voors. 11 september gebeurt is niet tegenstaende dat verscheijde autheure sustinare als onder andere [verwijzingen naar rechtsgeleerde boeken] reum bis tortum denuo non posse torqueri, het geene alhier te minder volgens d'opinie van deese autheuren soude hebben meugen gebeuren, cum reus fecundo nulliter fuerit tortus.
  Cum nulla lege cautum invemetur quod tortura non nisi bis adhiberi possit, jae selfs souden de gevallen soo wonderlijck connen sijn, dat criminelen oock quarto soude meugen gepijnight worden, als getuijght Bern. Zieritzius ad Constitutio criminalis Carolina quinti caput 58.
  Maer om de waerheijt te seggen, per raro en mits wij nu in den cas verseeren, alwaer den beclaegde alree voor de derde reijse gepijnight is, et quidem semel nulliter connen de onders. nauwelijks resolveeren om de vierde torture t aviseeren ad declarandos complices, ten sij dat ten minsten uijt sijne legitime confessie te doen buijten boijen en banden blijkt dat hij waerlijck andere complicen gekent heeft, pro ut tempore tertio torturæ door hem bekent wort twee a drij gekent te hebben, hetgeene staende houdende sal het evident sijn dat hij uijt pure pertinacie en eene quade resolutie de bekende complicen niet en wilt nomineeren quo casu cum Zieritzio dicto loco, in criminibus tanti momenti: quale est de quod hic agitur item propter multitudinem f..torum et fulium quarto torturari posse judicavemus etiam si non libenter.
  Waeronder wij van en contrarie gevoelen souden sijn, quia non est probatum neque suffiucater constat cum complices novisse, etiamsi constet eund complices habuisse
en oock niet doende quod gravissimis presumptionibus et indicijs af te neemen is dat hij eenige complicen gekent heeft want dieselve presumptien sterck verswacht sijn door het onderstaen van de derde tortuijre sonder jemanden te noemen.

  Verders aengaende den schepen Daem Gielen, is evident geerigeert heeft, dat den beclaegde extra-judicaliter bekent hadde, bij den violenten diefstal geweest te sijn maer dat hij geene andere en wiste te noemen, mits dien schepen qua privata persona en niet als schepen die confessie gehoort heeft. Vervolgens moet den selven schepen over sijne gem. verclaeringen onder eede gehoort sijnde abstineeren van verdere kennisse als schepen in deese saecke te neemen, en moet en mag ex officio judicis daer van geremoveert worden.

  Aldus geadviseert salvi meliori binnen Maestright deesen 29 october 1750
L.W. Veugen – M.W. Limpens

  Voor examinatie der stucken
  en dit advijs quisque ƒ 8–0–





Naar boven

Email






















INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER