Bokkenrijders en hun afstammelingen |
Daemen - Dahmen
|
Dirk Hersseler Martin Mulckens Jan Wanten Andries LeGros Peter Penders |
Joannes Daemen wordt 12 mei 1736 gedoopt in Stein als zoon van Renerus en Anna Gubbels; een halfbroer van Martin Vaessen tegen wie in 1773 ook een arrestatiebevel wordt uitgevaardigd. Joannes woont in Meers onder Elsloo in het huis waarin vroeger Dirk Hersseler* woonde. Hij trouwt 2 juni 1763 in Stein Maria Anna Wilkens. Uit dit huwelijk worden vier kinderen geboren tussen 1765 en 1773. Arrestatie 1 dec. 1773, confrontaties met Martin Mulckens*, Jan Wanten* en Andries LeGros*, hij wordt scherp verhoord en bekent onder meer de eed afgelegd te hebben in het huis van Peter Penders*. Het eindigt met een doodvonnis. Joannes sterft, 37 jaar oud, op 9 febr.1774 aan de galg in de 'Heere-Bempden' bij Elsloo. Maria Anna Wilkins hertrouwt 21 jan. 1778 in Elsloo met Hendrik Houben. Zij overlijdt daar ook op 20 juni 1815, meer dan veertig jaar na de executie van haar eerste man. |
ZIE VERDER:
— Documenten: Bericht in krant van die tijd over gevangenneming en over terechtstelling
..........In overlijdensregister
— LIT. - S.J.P. Sleinada, 'Oorsprong, oorzaeke; bewijs' (1779) p. 52 *
...- J. Russel 'De rooversbenden in de landen van Overmaas' (1877) p. 38 [kopie Sleinada]
...- Pfeifer & Erkens 'Ze hingen in drie reysen' (1987) p. 92 [samenvatting] *
...- A.Blok 'De Bokkenrijders' (1991) p. 218, 332 [samenvatting]
...- F. van Gehuchten 'Bokkenrijders. De schande van Limburg II' (2014) p. 119/20, 122, 248
–– * Klassieke literatuur over Bokkenrijders online
Josef Dahmen wordt gedoopt 19 maart 1727 in Alsdorf als zoon van Franciscus en Joanna Renters. Hij woont in Alsdorf, van kostwinning, bezit of welstand is verder niets bekend. Hij trouwt 8 mei 1752 in Alsdorf met Sophia Rutzelfeldten uit deze relatie wordt 19 jan. 1753 een tweeling gedoopt in Alsdorf, twee jongen waarvan er een heel jong sterft. Josef hertrouwt 24 nov. 1754 in Merkstein, in Alsdorf geregistreerd, met Maria Savelsberg en uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend Het rechterlijk dossier is volledig verloren gegaan. Josef wordt ter dood veroordeeld en sterft 14 dec. 1775 aan de galg in Alsdorf. |
ZIE VERDER:
— LIT. - S.J.P. Sleinada, 'Oorsprong, oorzaeke; bewijs' (1779) p. 40 *
...- J. Russel 'De rooversbenden in de landen van Overmaas' (1877) p. 26 [kopie Sleinada]
...- W. Gierlichs 'Bokkerijders in 't voormalig land van 's Hertogenrode (1940) p. 75, 117
...- Klaus Peschke, Die Freiherrlichkeit Alsdorf bestraft die "Bösdaten" der Bockreiter
..........(in: Die Bockreiter im Roder- und Jülicherland, red. R.Hamers 2014)
...- F. van Gehuchten 'Bokkenrijders. De schande van Limburg II' (2014) p. 78, 244
–– * Klassieke literatuur over Bokkenrijders online
Corst Klinckers Margreet Meels Wijn Meels Hendrik Meels Joannes Klinckers Catharina Bemelmans |
Joanna Damen wordt 31 maart 1694 gedoopt in Hoensbroek als dochter van Laurentius en Maria Eijmael, woont met haar man, die wever is, op de Muisberg onder Hoensbroek. Zij trouwt 31 juli 1718 aldaar met Christiaan (Corst) Klinckers* dec. 1692 gedoopt in Merkelbeek als zoon van Hendrik en Joanna NN, een broer van Maria Klinckers getrouwd met Joannes Meijeels (Meels) de moeder van Margreet*, Wijn* en Hendrik Meels*. Uit het huwelijk van Corst en Joanna worden negen kinderen geboren tussen 1718 en 1740, waaronder Joannes Klinckers*. Haar naam als betrokkene bij de bende wordt het eerst genoemd door Catharina Bemelmans* in een scherp verhoor op 15 juni 1743, maar later zelfs door haar zoon tijdens diens pijniging. Samen met haar man gearresteerd en op 21 juni door het gerecht van Hoensbroek ondervraagd over tal van details, vooral of zij verdachte personen kent. Zij ontkent alle schuld en pleit haar man en zoon vrij. Waarschijnlijk is ze kort daarna weer in vrijheid gesteld. Haar man en zoon Corst zijn 12 nov. geëxecuteerd. Joanna leefde nog ruim twintig jaar en is 23 jan. 1764 in Hoensbroek begraven. |
ZIE VERDER:
— LIT. - R. van Lieshout ‘Bokkenrijders in Zuid-Limburg' I (2019) p. 105, 127, 153/4, 'Deel II (2020)' p. 117, 190, ..........'Deel III (2020)' p. 245.
Mathijs Schiefers |
Leonard Dahmen wordt naar eigen verklaring rond 1718 geboren in het land van Gulik. Van beroep molenmaker, timmerman en werkt als hexelsnijder (strosnijder, hooimaaier?), heeft een tijd gewerkt in molen van Rimburg. Woont eerst bij Aken en sinds twaalf jaar in Maastricht. Volgens Sleinada: "gebortig uyt het Ryk van Aeken; dese hadde binnen Aeken veele jaeren in de Processie gedraegen het beelt van Keyser Carel den grooten." Volgens Mengels in de Kroniek van Opcanne: "eenen hexelsnijer genaemt Leendert, die ick en anderen hier int dorp seer wel gekent hebben; hij was groodt van postuur en eenen van de sterkste mannen van hier omtrent." Leonard is getrouwd en heeft drie dochters; vrouw en dochter werken als spinster en breister. Door Mathijs Schiefers* uit Merkstein, in zijn verklaringen van jan. 1772 over de overval bij Martinus Schröders 'aen de Handt', genoemd: 'een sterke dikke mens' en aanhebbende 'een vossevele muts en een grijzen pijen rok'. In het corpus delicti (proces verbaal) van die overval verklaart Schröders op 5 febr. 1762: "Deren thäter hätte wohl 15, 20 ad 25 gesehen, auch einige von ansehen gekennet, könte aber solche mit nahmen nicht benennen. Wan aufkommen thäte würde solche wohl auss kündigen können, weilen nur einer kurtzer diker mit einen tuch das unter angesicht verbunden gehabt hätte, dieser hätte seine eigene hair und einem greisen rock getragen. Zweij hätten Sack Pistohlen auf ihn gehalten, einer davon hätte einen blauwen kittel angehabt." In een nadere verklaring meer dan tien jaar later, op 6 okt. 1773 verklaart Schröders dat hij Leonard herkent heeft en dat hij "hem particulier en seer wel gekend heeft." Arrestatie door het Brabants Hooggerecht in Maastricht vermoedelijk in okt. 1773 en gevangen gezet aldaar in het Oude Stadhuis. Confrontatie op 3 nov. met Schröders, die verklaart hem al dertig jaar te kennen en hem in 1762 herkend te hebben. Scherp examen op 15, 16, 20 en 29 nov. Doodvonnis: Leonard sterft 11 dec. 1773 aan de galg in Maastricht. |
ZIE VERDER:
–– Documenten: in Verklaring Martinus Schröders 26 okt. 1773
— LIT. - S.J.P. Sleinada, 'Oorsprong, oorzaeke; bewijs' (1779) p. 53 *
...- J. Russel 'De rooversbenden in de landen van Overmaas' (1877) p. 39 [kopie Sleinada]
...- A.Blok 'De Bokkenrijders' (1991) p. 217/8, 385 [samenvatting]
...- F. van Gehuchten 'Bokkenrijders. De schande van Limburg II' (2014) p. 12, 247
–– * Klassieke literatuur over Bokkenrijders online