|
..........Martis hac 25
Janrij 1774
Is gesisteerdt van weegens den Heer
Informant voornoemt
den Gedetineerde Erke Erkens uijt de Molestraat, dewelke
aengemaendt sijnde de waerheijdt gestandt te doen,
bij de
negative is blijven persisteeren. Waer om't vonnis
van
Scherper examen aen hem voorgelesen en den Gedetin.
40 minuten over negen op den stoel van tortuur
gebonden
en om 47 minuten de Duijmschruijve geappliceerdt.
En voortvarende is vijf minuten voor thien uuren de
regter
Scheenschruijve geappliceert.
Als wanneer denselven nog niet willende bekennen is
aan
denselven tien minuten naer tien Uuren de Linker
Scheen-
schruijve opgeset worden.
Wanneer deselve, voortvarende, is om half elf uuren
aen de
Stroppade gebragt en de handen bijeen gebonden, sijn
hem
op Goedt vinden van den Heer Lands doctor vijf en
twintig
slagen op de rug gegeeven met haseleere geerden nae
dat
den selven opgetrokken was waer nae hem wederom
vijftig
gegeeven sijn. Nog niet willende bekennen is
denselven
tien minuten voor Elf Uuren afgelaaten en vijf
minuten voor
Elf met de handen op de rug aan de Enkele Estroppade
opgetrokken. Wanneer op Goedtvinden van den Heer
Lands
doctor vijf en twintig minuten na elf uur hem vijf
en twintig
ponden gewigt aen de teenen gebonden en is den
selven
op goedt vinden van den Heer Lands doctor vijf
minuten
voor twaelf uuren afgelaeten en op't strooij gelegt.
Aldus bij ons onderschrevenen geprothocolleerdt,
J.Theod.V.Craen..........G.J. van
Gendt
J. Wateler..........P.VandenHeuvel
A. Wilmar ..........
J.L.Wintgens
L.G.Pelt
|
¼ voor 2.
|
..........Continuatio van verhooring Post meridiem
eodem Die
Is gesisteerdt van
weegens den Heer Informant voornoemt
den Gedetineerde Erke Erkens.
Dewelke aengemaendt sijnde
de waerheijdt gestandt te doen
en verder ondervraegt over
over voorschreven artikelen
geandtwoordt heeft onder de
bende gauwdieven te gehooren.
En niet verder willende
bekennen is thien minuten voor
twee uuren op goedtvinden
van d'Heer Landsdoctor aen de
stroppade met vijftig ponden
gewigt gebonden en
opgetrokken. Waer nae om quartier nae
drie uuren bekende plichtig te
staen aen de diefstallen
begaen
1° In de Maesbandt
2° bij den Pastoor te
[Greven]bigt
Dat Martin de Wael en
de Vrusch van't Wolfendt hem 't
eerste verleijdt heeft.
Wanneer den selven op vaste
belofte van de waarheijdt te
sullen seggen, is afgelaten
geworden. Wanneer gevraegdt
sijnde over voorschreven
artikelen geantwoordt heeft:
art. 1. te gehooren onder de
bende gauwdieven t'sedert
ontrent twintig jaeren, dat
Martin de Wael hem verleijdt
heeft.
art. 2. plichtig te staen aen
de diefstallen begaen
1° In de Maesbandt
2° Bij den Pastoor te
Grevenbigt
Verders
dat met hem in de Maesbandt geassisteerdt hebben
1. de
Wael, 2. de Vrusch, 3. Gerrit
Steijnen, 4. Wilhelmus
Glasemakers.
Dat Martin LeGros hem
Gedetineerde den eersten aenslag
gegeeven heeft, ten tijde hij
Gedetineerde denselven avond
aen 't Wolfendt was komende
vier á vijf andere Complicen
hem aen't Wolfendt aenroepen.
Waerop sij over de heijde
op Steijn aen sijn gegaen, van
daer op de Maesbandt, alwaer
komende sij een meenigte
complicen in ontelbare getal
gevonden hebben. En hij
gedetineerde aen een Huijs twee
scheut weegen van 't Huijs van
Walraeven op Schildtwagt
is gesteldt geworden door een
onbekende keerel dewelke
't Haeijr gebonden hadde. Dat
hij gedetineerde ontrent een
uur op schildtwagt gestaen
heeft, in dewelke tusschentijd
de andere Complicen in huijs
gebroken sijn en, soo hij heeft
hooren seggen, alles gestoolen
hebben wat vinden konden
en de mensen gebonden en
geknevelt hebben. Dat hij als
doen meede door eenen
onbekende Complice is afgeroepen,
neemende hij de weg dewelke
sij genoemen hadden naer
huijs toe terug. Dat hij
gedetineerde bij die gelegentheijdt
gewapent is geweest met eenen
stok, hebbende hij Gedetin.
gesien dat eenige pakken door
de vreemde complicen
gedraegen sijn geworden.
Hebbende hij Gedetineerde voor
sijn aendeel uijt voornoemde
diefstal genooten denselven
nagt uijt handen van de geene
dewelke hem is koomen
aflossen elf stuijvers.
Verders dat hij bij den
diefstal gebeurt bij den Pastoor van
Grevenbigt geassisteerdt
hebben, Martin, de Vrusch, Gerrit
Steijnen, de Scheeremaker en
een meenigte andere
complicen de welke hij niet
gekendt heeft. Dat Martin de
Wael hem verleijdt heeft en
den eersten aanslag gegeeven
heeft,
addendo segt dat den vilder van Neerbeek meede
geweest is, den dag te vooren
ten tijde hij Gedetineerde
in sijne weijde, leggende
tegen de deur van Le Gros over,
was. Dat sij Complicen alsdoen
sig aen't Wolfendt vergae-
dert hebben en gegaen sijn
over de Heijde alwaer een
meenigte onbekende complicen
bij hun gekomen sijn, en
aldus over deselve tot in Bigt
aen de Pastoreij gegaen. Dat
daer komende hij Gedetineerde
door den Martin Le Gros
drie huijsen daervan daen op
schildtwagt is gesteldt
geworden, met order dat indien
iets hooren soude, 't selve
alsdan melde moeste. Dat in
tusschentijdt de andere Com-
plicen sijn ingebrooken, dat
hij Gedetineerde heeft hulp
hooren roepen, dat sij den
Pastoor vermoordt hebben, soo
als hij van Martin gehoordt
heeft. Dat naer een uur op
schildtwagt gestaen te hebben,
hij Gedetineerde door Martin
is afgeroepen geworden. Dat
hij alsdoen heeft pakken uijt
't huijs sien dragen
waer van de Beeker complicen een
hadden, wordende de andere
pakken door de vreemde Com-
plicen gedragen. Sijnde hij
Gedetineerde bij voornoemde
diefstal diefstal gewaepent
met eenen stok en heeft hij uijt
voornoemde diefstal voor sijn
aendeel den selven nagt van
Martin Le Gros geprofiteerdt
derthien stuijvers.
En nadien den Gedetineerde
tijdt van bedenking van node
hadde is met verdere
verhooring gesuperceedeert en heeft
hier bij naer duijdelijke
prælectuur blijven persisteeren,
ten eijnde dese gehandtmerk
Merk van..........Erke
Erkens niet
anders kun+nende
scrijven
weegens pijn
Nobis presentibus
J.Theod.VCraan..........
A. Wilmar..........J.L.Wintgens
J.
Wateler..........P.VandenHeuvel..........L.G.
Pelt
|