|
Mandagh den 2 augusti 1773
Is van wegens dheer Drossard alhier gesisteert voornoemde
Peter Geerits en naar denselve aengemaend te zijnde om de
waarheijd te bekennen, egter sijn onschuld aen de dagh
Geevende, is hem het vonnis van Scherper Examen
voorgeleesen, en behoor de territie Gedaen sijnde, en
denselven niet willende bekennen sijn de duijmschruijve
geappliceert geworden, en vorders bij sijn halsterige
negative Blijvende is vervolgens de Lincker Scheen
Schruijve geapplicert, waernaar bekende dat pligtig stonde
aen de diefstal begaen bij Ritzen tot Winandsraede
in het Panhuijs, alsmeede tot Haavert bij Juffrow
Steintjens, alsoock in de herberge op den Ackens
mitsgaeders bij den Pastor tot Hunshoven, en nae dien
den Gedetineerde seggende om de opregte waerheijd
met alle omstandigheeden te sullen bekennen is Los
Gelaeten, bekend dien volgens als volgt:
|
.................
|
Art.1. bekende
meede te Gehooren onder de bende
Gaudieven, en meed pligtig te staen aen
verscheijde huijsbraeken en diefstallen.
Art..2. soo als hier nae volgt ofte als reets
hiervooren gemelt heeft
Art.3. verclaard geenen Eed ofte verbond bij
hunnen bende Gebruijkelijck gedaen te hebben.
Art.4. verclaard als hier vooren reets bekent heeft
pligtig te weesen, aan den diefstal begaen
bij
Ritzen in't Panhuijs tot Winantsraede. Dat
hem
tot deesen diefstal den eersten aenslag
gegeeven
heeft de reets
Geëxecuteerde Wilhelmus
Cordeweener hebbende doen ter tijd gewoont op
den Stein in't kirspel van Voerendal, dat hij
met
voormeld Helmuske en den
Kreijt gegaen is op
Winantsraede aan, alwaar sij nog gevonden
hebben Hermanus uijt de
Gansweijde
Swager
van Leemusken, Juneman, t
Leijendecker, den Gläser, den vilder
Nicolaes, den Sijbes, den Meijer den van
Bensenraed op ...tenraed gewoont hebbend,
en tot
Valckenborg uijtgebroocken, Manus en
Mathijs Sengen, Frans en Thomas Boumans,
Leonard Hoenen, den langen Herman kucker
creemer van Roebroek,
mulvegters Pitt, Lins
van Welten, Lins uijt gen
Hout, hebbende een
swager in Hulsberg woonen Genoemt Johannis,
sijnde den Lins een timmerman of
Schrinewerker,
seggende sich te noemen
Lins Schouteten,
Willem Vroomen Linsensoon, woonend tot
Caumer, alsmeede desselfs neef Willem
Vroomen Thijskenzoon, Item Hens Houben
Hens, Kreijte Lintje, en
meer andere, ... niet
gekent heeft. Sijnde hij gedetineerde omtrent
het
heerenhuijs op schiltwagt, door Juneman
gestelt
geworden, als wanneer de andere het huis
opgebroocken hebben.
Konnende positief geene omstandigheeden
daarvan melden hoe sij het in huijs gemackt
hebben, omdat niet wel en hoort en eene van
distantie van het panhuijs schiltwagt hilt,
maar
dat sij nagtsgesellen alles wat in huijs
vonden
gestoolen ende meede genoomen hebben. Dat hij
aldaer wel eene uijr op schiltwagt gestaan
hebbende, wierde afgeroepen met een seeker
woord heij la, als wanneer sij met elkanderen
hun wederom vergaedert hebben aan het
valderen, aen't velt. Als wanneer Juneman een
pack, der glaser een pack, en de Leijendecker
oock een pack van die gestoolen goederen
hadde,
en daarmeede weggegaan sijn naar hun huijs.
Seggende hij gedetineerde dien selven nagt
van
Juneman uijt dien diefstal geprofiteert ende
ontfangen te hebben eenen schilling. Sijnde
hij
Gedetineerde bij die occasie gewaepent
geweest
met eenen stock, mitsgaeders de andere met
stocken, hebbende geen ... gewekt bij de
nagtgetije.
..............En vermits het
bij den avond soo hebben
met de verder onvraeginginge Ge...ckeert en
hem
Gedetineerde tijd van bedenckinge gegeeven
tot
morgen
En naer prælectuijre heeft denselven bij
sijne
voors. bekentenisse blijven persisteeren ten
fine
deese vermits schrijvens onervaren
gehandmerckt
|