|
DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS |
PROCESSTUKKEN |
Aenbreng der Vaste Goederen van den Geëxecuteerden Nicolaas de La Haije |
||||
Compareerde op heeden den 23e Maij 1777 voor ons ondergetekende Scheepenen en Secretaris der Heerlijkheijd en Hoofd banke Gulpen Mag- dalena Panacker Huijsvrouwe van Nicolaas de La Haije, bij Vonnis van deesen Geregte op den 18° decembris 1776 geëxecuteert. Alwelke Comparante door ons gedaegdt zijnde om opgae- ve der Vaste goederen te doen, welke zij Comparante en den geëxecuteerden voornoemdt binnen deese Banke hebben beseten, de Comparante vervolgens op het serieuste door ons aengemaent zijnde om ingevolge Haar Hoog Moogende Placaat van den 16e december 1774 geene derselver goederen te verswijgen of te agterhouden alles op straffen bij Voors. Placaat gestateert. |
||||
Soo verklaart de Comparante dat zoo als dorp kondig haar man den geëxecuteerden voornoemd geene goederen van zijne ouders gehad heefd Maar dat denselven geduijrende zijn Houwelijk met de Comparante op den 21°februarij 1733 voor Stadthouder en Laaten der Grondtheer- lijkheijdt Gulpen Neuborg en Margraten gehogd en geacquireert heefd van Jenne Jansen, weduwe wijlen Zander Zentis dersel- ver Huijsinge met mest en coolhof, ge- staen en geleegen alhier binnen deesen Dorpe aen den ouden Mastrigter Wegh, geentoureert met de Domeijne Weijde Voor eenen alingen Coopprijs van drie hondert twaalf Gulden Brabants Mastrigter Cours, daarenbooven belast met twee Vaeten Roggen erfpacht aen de kerk of geestelijke goederen alhier. Item alsnog eene Ceur en twee Capuij- nen en eenigen Chins aen den Huijse van Neuborgh. ( Soo als Consteert uijt de acte van Coop gerealisseert voor Stadhouder en Laaten in dato voors.en waaraf Copie alhier werd overgegeven) Dat den geëxecuteerden Egter geen geldt gehadt hadde, voorschreven Coopprijs te hebben konnen Voldoen, tot betaelinge van dien bij des geëxecuteerdens Swaeger, der Comparante Broeder wijlen Louwis Panacker heefd genegotieert en opgenoemen eene Capitale somme van twee hondert Gul- den Cours voors.teegens 5 pro blijkens Acte notarieel opgerigt voor den Notaris J.H. Lamberts den 17° febr. 1757. Bij alwelke voors. acte den geëxecuteerden als nog Verklaard hondert en dertig guldens booven voors. twee hondert guldens aen Zijn Saeger voorn. schuldigh te weesen. Zijnde bij voors. acte verders en seffens gestipuleert dat in Cas de intressen Van voorschreven ƒ 342,– niet mogten bij betaalt worden, of dat den geëxecuteerden en Zijne Huijsvrouwe de Comparante voornoemd quamen te sterven Voors. Huijs met ap- en dependentie Van dien, zoude erflijk zijn en blijven aen meergemelde rentcrediteur Louwis Panacker. Alwelken gem. Louwis Panacker Vervolgens bij Donatie of Testamentaire Dispositie zijne actie en regt van alle Zijne goederen waronder nominatim voors. obligatie en overdragt van voors. Huijzing heefd vermaekt en gelaeten aen zijnen Broeder Johannes Panacker bij wien den Testateur was inwoonende, en gestorven is blijkens Acte daaraf opge- regt voor den Notaris J.H. Lamberts in dato den 3° Febr. 1772 |
||||
Tot Certioreeringe van alwelk Wij voor ons ontbooden Johannes Panacker Hoefsmit alhier die vermits desselfs indispositie van doofheijdt ons gesonden desselfs Zoon Hen- dricus Panacker die het reclaem van zijne Vaeder (ten tijde den geëxecuteerden in hegtenisse is worden gestelt) aen ons gedaen heefdt geverificeert de acte van obligatie in dato den 17° febr. 1757 gealiaveert den 28° August. 1758 als meede de Testamentaire Dispositie voorszegt aen ons gevisioneert en salva restitutione ten griffie gelaeten Als meede Verklaart dat den geëxecuteerd. tot den 17° febr. 1770 bij afreekeninge aen Intresse ten agter was ƒ 35 – ,, – ,, en Zeedert dato voorschreven geene was wor- den betaalt. Versoekende vervolgens bij voorschreven Acte van obligatie als meede bij het Testament naar behooren en volgens zijn voors. regt te worden gementineert. |
||||
Verklaarende de Comparante geene verdere goederen dan voorschreven Huijs binnen deese banke te besitten. |
||||
Naar prælectuijre heefd de Comparante deese, Schrijvens onkondig met een Crusje gehandmerkt, Die et Dato ut Supra |
||||
------- Dit is het me + rk van Magdalena ------- Panacker selfs gesteldt |
||||
Nobis presentibus J. Theod. Van Craen Joh. Alb. Bausch Joh. Rud. Van Craen Secretaris |
||||
Afstammelingen van Bokkenrijders |
Verzameld door John van Eekelen
|