...Om misbruik van namen tegenover achtenswaardige
en onschuldige familieleden te voorkomen, werden
en worden zelfs nu nog, de namen der anderhalve
eeuw geleden terechtgestelde bendeleden, geheim
gehouden. ...
...Meer en meer
begint men immers over te hellen tot de opvatting,
dat heel wat onschuldigen, in die troebele tijden
zijn gebrandmerkt en zelfs terechtgesteld. Ten
onrechte rust op menige achtenswaardige familie
wellicht een smet. Want bij de folteringen werden
immers wel bekentenissen afgelegd, om aan de
pijnen te ontsnappen. Later werden die
bekentenissen, ten laste van eigen persoon en
anderen, vóór de terechtstelling b.v., wel
herroepen, doch zonder gevolg. Aan de
rechtvaardigheid van de vonnissen dier dagen
schijnt dus wel iets te haperen. Zooveel, dat in
het Akensche land al stemmen opgingen om te komen
tot een revisie der processen. Doch welk gerecht
is competent om dit werk te ondernemen?
Nog om andere redenen interesseert men zich voor
het probleem der Bokkenrijders. Welke was de
geestelijke strooming die achter het doen der
bende school? Een eenvoudig samenraapsel van
allerlei geboefte was het niet; zooals opgemerkt,
bevonden zich zelfs elementen uit de gegoede
burgerij en aristocratie ertusschen. Trouwens, om
het loon behoefden ze het niet te doen, want, zegt
Pyls
in zijn studie over de bende „het loon voor de
gewone leden was vrij karig. Een paar schillingen,
eenig linnengoed of kleedingstuk was de eenige
buit, welken de dieven mee naar huis kregen". Uit
welk motief handelden die menschen dan? ...
... Leidende elementen erin bezigden hun namen
blijkbaar voor persoonlijke bijbedoelingen. We
hoorden wel eens het vermoeden uiten, dat er
relaties tusschen intellectueelen in Keulen en de
Bokkenrijders hebben bestaan. Geheel opgehelderd
is de spiritueele achtergrond echter allerminst.
Dr. F. W. van Wijk constateert dan ook, in zijn
„Schets eener geschiedenis van de provincie
Limburg": Ook de autoriteiten, die de bende
uitgeroeid hebben, moeten meer geweten hebben, dan
de talrijke bewaard gebleven processen der
rechtsgedingen bevatten. ...
... Inderdaad moet de verhouding tusschen misdrijf
en straf zoek zijn geweest, want 450
terechtstellingen om wellicht een tiental moorden
(doch een onoverzienbaar aantal inbraken en
diefstallen en mishandelingen) gaat de perken te
buiten, ook voor de rechtsbegrippen van andere
tijden. Er moet dus een mysterieuze reden zijn
geweest, waarom men definitief met de
Bokkenrijders afrekenen wilde.
In elk geval dient men in Limburg, voorloopig nog,
voorzichtig te wezen, met het aanwijzen van
afstammelingen der Bokkenrijders. Men zou, aan de
gerechtelijke dwaling van voorheen, nog een andere
onrechtvaardigheid kunnen toevoegen! Misschien
niet lang meer overigens, want het schijnt, dat er
menschen zijn, die, uit verzotheid op historische
voorvaders, zich nu erop beroemen van een échten
Bokkenrijder af te stammen. Wordt deze opvatting
de algemeene dan houdt het woord Bokkenrijder in
het land van Valkenburg op een scheldwoord te
wezen en wordt het een eeretitel!