|
Aan Mijnheer de Limpens
Mijnheer
Zijne Hoogheid de Minister wil naar Wenen een memorie
sturen aangaande de schurkenbende in de provincie
Limburg en is van mening dat u door de kennis die u
heeft opgedaan over deze zaak beter dan andere personen
kunt helpen bij dit voornemen, waarom zij mij heeft
opgedragen aan u kenbaar te maken dat zij verlangt om
een gedegen memorie op te stellen en haar te sturen,
waarin de geschiedenis van deze bende geschetst wordt,
de maatregelen die genomen zijn, de huidige stand van
zaken, waarin opgenomen een vermelding van een
dergelijke bende die heeft bestaan in dezelfde provincie
ongeveer dertig jaar geleden.
Ik heb de eer te zijn met de meest volmaakte
hoogachting
Uw zeer nederige en zeer gehoorzame dienaar
H. Crumpipen
Brussel, 27 december 1774
Z.H. zal u bijzonder dankbaar zijn als u
de memorie de memorie wil opstellen
met zo veel mogelijk voorbeelden.
|
|