|
Charles Alexandre Adminstrateur
De la Grande Maitrise en Prusse, Grand Maitre de
L'ordre Teutonique en Allemagne et Italie, Duc de
Lorraine
et de Baar, Marechal des Armées du St. Empire Romain
et des Celles de Sa Majesté L'Imp. Douar. Reine
Apostolique
De Hongrie et de Boheme && Son Lieutenant
Gouverneur
et Capitaine General de Ses Pays Bas, &&&
Aan de Raadsheer Procureur-Generaal van
Brabant
Beste en Welbeminde,
Wij hebben vernomen dat men in de Provincie
Limburg verder gaat met het veroordelen en ter dood
brengen van een aanmerkelijk aantal personen die
betrokken zouden zijn bij een grote bende of genootschap
van bandieten die verenigd zouden zijn door een vermeend
verbond met de Duivel, met het doel het land te
plunderen en te verwoesten over een aantal jaren. Omdat
het belangrijk is een verschijnsel van deze aard grondig
te bestuderen, des te meer, omdat het erop lijkt dat de
bekende misdaden in die districten in evenredig zijn aan
het aantal terechtstellingen, en omdat het mogelijk is
en er zelfs op lijkt dat in dit alles onmatigheid en
zelfs grootheidswaan zich meester heeft gemaakt evenzeer
van de rechters als van de vermeende schuldigen.
Wij geven u hierbij opdracht: om u onverwijld te
begeven naar die plaatsen, ten einde over alles
inlichtingen ter zake in te winnen, in gesprek te gaan
met de rechters en zelf de verschillende dossiers te
bestuderen en de wijze waarop de zaken zijn voorbereid,
en om ons vervolgens over de bevindingen bij uw taak een
uitvoerig verslag uit te brengen. Wij machtigen u om,
indien u daartoe aanleiding ziet, alle verdere vonnissen
tot de tortuur of tot de doodstraf op te schorten tot
nader order.
Moge God, Beste en Welbeminde, U in deze behoeden
Brussel, 1 juli 1774
Karel van Lotharingen
|
|