|
|
|
Scherp examen 5 december 1774
... Joannes Haesen, dewelke
aengemaendt sijnde de waerheijdt gestandt te doen en
gevraegt over voors. artikulen bij de negative is
blijven persisteeren. Waeromme 't vonnis van scherper
Examen aen de selve voorgeleesen en de territie op't
sterkste gedaen en van eeven weijnig Effect, is den
selven op de stoel van tortuur gebonden en vervolgens de
Duijmschruijve geappliceerdt.
Waernaer om quartier voor twaalf uuren de regter
Scheenschruijve is geappliceerdt.
Waernaer de linker scheenschruijve is geapplceerdt
geworden
En voortvarende is den selven om twaelf uuren aen de
stroppade gebragt en vervolgens opgetrokken.
Nadien 't een uur is, is met verdere tortuur
gesupercedeerdt tot nademiddag
Continuatie van
verhooringe
Maandag naar de Middag
ten twee Uuren den 5 decembris 1774
Is wederom gesisteerd van wegens den Heer
Informant voornoemt den gedetineerde Johannes Haasen
alias het Heeske, denwelken aangemaand sijnde de opregte
waarheid gestand te doen ende gevraagt sijnde over
voors. Articulen Vrijwillig en sonder Tortuur geantwoord
heeft wes volgende
......,,..Art.1
Verklaard te gehoorende onder de alom gerugde
Bende gaudieven en Nagtsgesellen en wel sulks seedert de
seventien a agtien jaaren geleden. Dat hij Gedetineerde het erste daartoe
is worden verleid door den weever van het Rittersbeek
genaamd Johannes Steijns. Dat denselven wever, twee
dagen bevoorens datter gestoolen is geworden op den
Esschen bij seekeren Joseph alstoen herberg houdende in
het huijs van Hendrik Heuts, in het Rittersbeek op de
Straat bij hem is gekomen, tot hem Gedetineerde
seggende: Wij moeten alsdan den weert op den Esschen
gaan besteelen. Dat hij Gedetineerde tot denselve seijde
dat sal niet wel gedaan sijn, en dat sal ook niet wel
gelukken. En de meergenoemde Wever, verders voorts
vaer... en voorwendende dat moest even wel ter ... naar
gebrogt worden en daar soude sig eene groot meenigte
meedemakkers vinden. Dat hij Gedetineerde sig dus had
laaten vervoeren om meede te gaan tot het bedrijven van
sijnen eersten Diefstal
......,,..Art.2
Pligtig te staan aan Diefstallen en huijsbraaken
meede geassisteert te hebben
1° op den Esschen voormeld bij
Joseph houdende doen ter tijd huijs met twee van
deselver susteren en woonende in het huijs van Hendrik
Heuts
2° Aan den Diefstal begaan op het
Rittersbeek ten huijse van Johannes Romans over omtrent
twee ΰ drie jaaren geleden
......,,..Art.3
Dat als complicen onder de Bende mede gehoorden
en bij Diefstallen had sien assisteeren de volgende
......,,..Rittersbeek
1 Johannes Steijns
2 Pieter Mingelers
3 Pieter Jutten
4 Johannes Eeven uijt
het Weustenraad
5 Heijliger Gerrits
6 Paulus Drummen
7 Willem Ramaekers
8 Coen Sporken
9 Frans Willem
Heusschen
10 Matthijs Drummen
11 Johannes Heuts van
Hoensbroek
......,,..Heerlen
12 Pieter Gerits
......,,..Heek
13 Nijst Pakbiers
14 Anthon Emands
15 Hendrik Tomma
16 Matthijs Boormans
......,,..Broekhem
17 Geurd Boormans
......,,..Arentsgenhout
18 Lins Schouteten
derde Diefstal
Bekend nog geassisteerd te hebben bij een Tentamen van
Diefstal in Hulsberg, soo hij meend aan het huijs van
dheer pastoor aldaar
vierde diefstal
Als mede bekend geassisteerd te hebben aan den Diefstal
begaan tot Wijnandsraede in het panhuijs bij Ritsen
vijfde diefstal
Item bij het steelen van een varken in de Heek bij de
weduwe Vaassen ten huijse van de weduwe Boshouwers
zesde diefstal
Item aan het nieuwe huijs boven het Hulter broek bij
Campo
Tentamen in het Weustenraad
Item aan het Tentamen van Diefstal in de Olijmoolen in
het Weustenraad over ontrent vier of vijf jaaren geleden
agtste diefstal
Als mede bekend nog geassisteerd te hebben aan den
Diefstal begaan bij Martinus Schroders aan de Hand over
ontrent 17 ΰ 18 jaaren geleden
Dat nog Complicen waaren
19 Den Knokeman van
Climmen , genaamd Christiaan Ramaekers
20 Stas Pakbiers uijt de
Heek
21 Anthon Bosch den
Glasemaeker uijt de Heek
Den gedetinerde geene Diefstallen nogte Complicen sig
verder voor als nu kunnende bedenken is voortsgegaan tot
het detailleeren der opgenoemde Diefstallen.
Soo dan verklaard
......,,..Art.4
Dat met en neffens hem Gedetineerden sig meede pligtig
en handdadig hebben gemaakt aan den violenten Diefstal
begaan op den Esschen als voormeld, Johannes Steijns,
Pieter Mingelers, Pieter Jutten, Johannes Even,
Heijliger Gerits, Pieter Gerrits, Johannes Heuts van het
Overbroek.
Den Gedetineerden hardnekkig sijnde de Complicen op te
noemen dewelke alhier meede geassisteerd hebben, soo is
den gedetineerde andermaal gebragt onder de Estrapade en
een quart naar vier uuren opgetrokken.
Wanneer bekende dat nog daar bij geassisteerd hadden
Matthijs Drummen, Paulus Drummen.
Een halve uur aan d'Estrapade gehangen hebbende,
is denselven wederom afgelaaten met belofte alles
verders Conform de waarheid op te geven. Soo dan
verklaard hij gedetineerde als voor dat Johannes Steijns
hem den eersten aanslag daar toe hadde gegeven, ten
tijde hij Gedetineerde op Overheek als paardenknegt
woonde en naar het Reterbeek ging om schoon linnen te
haalen bij sijne |suster Elisabet| swager Matthijs
Creemers.
Dat hij gedetineerde twee of drie avonden daar
naar, soo als bij hun beslooten en afgesprooken was om
aldaar te gaan steelen, van Overheek af is gegaan naar
het Rittersbeek en aldaar op straat heeft vinden aan
sijn huijs staan Heijliger Gerits. Denwelke tot hem
segde kom ... met naar den Esschen, daar moeten wij ens
gaan steelen. En soo onder hun twee op sijn gegaan langs
Ter Voeren naar den Esschen. Aldaar komende dat hij
gedetineerde de andere Rittersbeeker genoemde Complicen
heeft gevonden met en beneffens nog eene groote menigte
dewelke hij gedetineerde verklaerd niet gekend te
hebben.
Dat hij gedetineerde door Heijliger Gerits op
schildwagt is worden gesteld voor in in de straat aan de
eerste heuijse en Pieter Jutten wat naar onder naar de
sijde van Ter Voeren ontrent de brug. Denwelke Heijliger
Gerits tot hem seijde blijft hier maar staan en als
iemand Comt, moes du waarschouwen. Dat hij gedetineerde
daar enige tijd gestaan hebbende veel remoer en
gestommel aan het huijs van Joseph heeft gehoord en een
wenig daar naar denselven de vlugt uijt sijn huijs heeft
genoemen en kort langs hem gedetineerde voorbij is
geloopen onder naar de straat af.
Dat hij gedetineerde kort daar naar, eenen
onbekende van de Bende naar de sijde van het huijs,
hoorde roepen, het is verraadt. En hij gedetineerde op
deese leuse anstonds weg is gegaan, niet weetende waar
de andere gebleeven waaren, neemende sijnen weg alleenig
wederom naar Overheek. Daar niet ver van den
dagaankomende vermits de Haanenreeds kraijde.
En verklaard geene verdere omstandigheden van
deesen Diefstal meer te weeten als heeft hooren seggen
ten tijde hij kort daar naar op den Esschen kwam, sij
hadden de Deur met een groot stuk hout opengeslagen en
hem het goed gestoolen.
Sijnde den Gedetineerde bij die gelegenheid
gewaapend met eenen stok.
Dat hem gedetineerde wel hadden belooft iets te
geven, dog hij noyt iets daar van hadde gesien nogte
geprofoteerd.
En nadien het ses uuren is, voor deesen avond met
verdere verhooringe gesupercedeerd tot morgen.
Voortzetting
scherp verhoor 6 december 1774
... en dat geene andere als
Complicen onder hunne bende kende als de vijf eerst
opgegevene van het Rittersbeeck Nos 1, 2, 3,
4 en 5. dewelken gerigt sijn, als meede Paulus en
Matthijs Drummen, denwelcke ook sijne verleijders of
verklaagers waaren geweest.
Kort daarop is den gedetineerde eene flaute overkomen en
op goedvinden van den Heer med. dr. Boijmans afgelaaten
van d' Estrapade, sijnde als toen een quart naar elf
uuren. Weederom bij sijn selfs komende heeft denselve
nogmaels daar bij gepersisteerd en dat alles verders
door pijn en smert gesegt had.
De gedetineerde bij herhaling nog al meerdere flautens
overkoomende is met verdere verhooringe gesupercedeerd.
Sijnde denselve buijten staat om deesen behoorlijk te
teekenen.
|
Recollectie 7 december 1774
... Johannes Haesen, ten eijnde om
gerecolleert te worden. Denwelke gebragt zijnde buijten
de plaatze van tortuur, handen en voeten vrij Semoto
omni terrore aen den welken der selver Responsiven op
gistern onder Scherper Examen gedaan, duidelijk van
woorde tot woorde voorgelesen, heeft verklaert aen geene
Diefstallen plichtig te staen. Als meede geene Complicen
te weeten, hebbende deselve opgegeeven door pijn,
willende derhalven dat deselve van de lijst mogte
afgedaen worden.
|
Nader scherp examen 16
december 1774
... Joannes Haesen ten eijnde om
verhoort te worden over de overgegevene articulen. En de
welke aengemaendt sijnde de waerheijdt gestandt te doen
is gevraegt over voorschreeven articulen, bij de
negative is blijven verseeren.
Waeromme Frans Willem Heussen afgelaeten is om teegens
hem geconfronteerdt te worden.
Dewelke hem dan ook in 't gesigt gesegt heeft dat hij
Joannes Haesen onder de bende gehoorde en plichtig staet
aen Diefstallen.
Waerop Joannes Haesen bekendt heeft plichtig te staen
aen Diefstallen en wel aan de Diefstallen begaen
1. Op ten Esschen
2. Bij den snijder op 't Rittersbeek
3. In 't Panhuijs tot Wijnandsraede
En alsoo deselve geene complicen wilde noemen en de
Diefstallen niet wilde Detailleeren is denselven op de
stoel van tortuur gebonden en de Regter Scheenschruijve
geappliceerdt, wanneer bekende, gevraegd sijnde over
voorschreven articulen:
Art. 1. Te gehooren onder de bende
gauwdieven en wel t'sedert twintig jaeren en wel soo als
bij sijne vorige depositie vermeldt staet.
Art. 2. Plichtig te staen aen de Diefstallen
hier vooren genoemdt en wel
1. Op ten Esschen
2. Bij den snijder op 't Rittersbeek
3. In 't Panhuijs tot Wijnandsraede
Art. 3. Dat complicen sijn de volgende
1. Joannes Eeven
2. Heijliger Geerits
3. Johannes Steijns
4. Piter Jutten
5. Pieter Mingelers
6. Frans Willem Heusschen
.....
|
Recollectie 17 december 1774
... Johannes Haesen, den welken
gebragt Zijnde buijten de plaatse van Tortuur, handen en
voeten vrij, sonder eenige Vreese of Dreijgementen, aen
den Welken desselfs Responsiven op den 5den ,
6den en 7de onder Scherper Examen
gedaen,
als meede die van de 16 deser
van woorde tot woorde distinctelijk zijn voorgelesen,
heeft verklaert in alle deelen bij deselve te blijven
persisteeren, sonder iets daerbij ofte daeraf willen
gedaen hebben, willende daerop leeven en sterven.
|
Voortzetting
verhoor 24 december 1774
Joannes Haesen, de welke
aengemaendt sijnde de waerheijdt gestandt te doen en
verder ondervraegt over voorschreven articulen
geantwoordt heeft vrijwillig:
Plichtig te staen aen den diefstal begaen bij de snijder
op 't Rittersbeek, blijvende ontrent de omstandigheeden
persisteeren bij sijne voorige depositie gedaen.
Verders als voor plichtig te staen aen den Diefstal
begaen bij Henricus Ritsen in't Panhuijs tot
Wijnandsraede. Dat daerbij geassisteerdt hebben
Heijliger Gerits, Johannes Steijns en een groote
meenigte vreemde complicen dewelke hij Gedetineerde
weegens de Duijsterheijdt van de Nagt niet gekendt
heeft.
Dat Heijliger Gerits en Johannes Steijns denselven avond
van begaene Diefstal bij hem Gedetineerde ten sijne
Huijse gekomen sijn, tot hem seggende: dou moes dig
veerdig maeken om met te gaen ingaen van den avondt tot
Wijnandsraede om aldaer te steelen.
Dat hij Gedetineerde daerop met deselve is gegaen over
den groenen weg op de Bogaerdt aen, sijnde eenen hof van
de Heer van Wijnandsraede en aldaer een meenigte vreemde
Complicen gevonden heeft.
Dat Heijliger Geerits en Johannes Steijns tot hem
Gedetineerde gesegt hebben: blijf hier in de weijde
staen, 't welk hij Gedetineerde gedaen heeft. Dat sij
daerop met de andere naaer 't Huijs van Ritsen sijn
toegegaen, en 'tselve geforceerdt en opengebrooken
hebben. Dat hij Gedetineerde veel tumult en rumoer
gehoordt heeft, op welk tumult hij Gedetineerde is
weggeloopen, neemende de weg regt naer huijs.
Om welke reeden geene omstandigheeden weet op te geeven.
Als meede heeft hij Gedetineerde ook niet getrokken voor
sijn aendeel. En heeft hij Gedetineerde naderhandt van
de nabuuren hooren seggen dat daer veel gestoolen was
geworden.
Verclaert verders van geene Diefstallen meer plichtig te
staen en ook geene complicen meer te weeten.
...
Art. 6. Segt geenen Eedt ofte verbondt oijt gedaen ofte
gemaekt te hebben
|
Ex
officio gevraegdt sijnde welke persoon bij hem
Gedetineerde geweest is den nagt dat de de vijf
geregde van't Rittersbeek de doodt was aengesegt.
Verclaerdt dat denselven nagt een seker Persoon
met een lamp in de handt tweemael bij hun gekomen is.
En soo hij naderhandt vernoomen heeft is 't den
Pastoor van Oudt Valkenborg. De
welke tot hun seijde dat hij hun quam om hun van
weegens de misdadigersvergiffenis te bieden, dat sij
hun herroepen hadde. Dat die persoon langen tijd met
Paulus Drummen gesprooken heeft.
Gevraegt wat hij gedetineerde ten dage van
sijne ontslaging gegeeven heeft, segt geen ander geldt
als sijn vijfde gedeelte in de detentie kosten en sijn
vijfde gedeelte in 180. Gulden aen den Advocaet Pelt
gegeeven te hebben, en anders niets.
|
Recollectie 27 december 1774
... Johannes Haesen en den selve
gebragt buijten de plaatse van Torture, hande en voeten
vrij van ijser, sonder eenige de minste schrik ofte
vreese aen den selven gecauseerd tehebben, aen den
selven sijne Responsiven op den 24 deeses Distinct en
duijdelijk voorgelesen sijnde, heeft verklaard noijt bij
Diefstallen te hebben geassisteerd, alle deselve als
meede de daar bij opgegevene Complicen te Revoceeren en
sulks alles door pijn ende ellendigheid te hebben
opgegeven. Willende daer bij leven ende sterven.
|
Voortzetting
verhoor 30 december 1774
... Johannes Haesen, de welke
aengemaendt sijnde de waerheijdt gestandt te doen bij de
negative is blijven verseeren,
waeromme den selven op de Stoel van tortuur gebonden en
vervolgens de regter scheenschruijve geappliceerdt.
Waer naer de linker scheenschruijve geappliceerdt
geworden.
En van eeven weijnig uijtwerking, is den selven
gedetineerde vervolgens onder de enkele stroppade
gebragt en quartier voor drie uuren opgetrokken.
En vervolgens op goedtvinden van de Heer Medisch Doctor
Boeijmans is denselve afgelaeten en vijfentwintig ponden
gewigt aen de steenen gebonden en een quartier naer drie
uuren opgetrokken.
Wanneer deselve op vast belofte van de Waerheijdt
gestandt te doen in vier uuren afgelaeten is.
En nadien den Gedetineerde geene verdere complicen wilde
bekennen en geene verdere Diefstallen wilde opgeeven en
den Heer Lands Doctor absent was, is denselven
afgelaeten en met 't Detailleren van de Diefstallen
vootgevaeren.
Art. 4. Dat plichtig staet aen den diefstal begaen op
ter Esschen, blijvende in alle Deelen ontrent de
omstandigheeden van denselven persisteeren bij sijne
voorige responsiven, alleenlijk maer seggende dat Paulus
en Matthijs Drummen bij deselve niet geassisteerdt
hebben.
En is met verdere ondervraging gesupercedeert.
|
Vonnis 4 januari 1775
... Bij gelegentheijd van welke
gespecificeerde diefstallen den voornoemde beclaegden
met en beneffens sijne overige mede Compli[c]en de
luijden telkens van alle hunne vind- en draegbaere
effecten berooft en bestolen heebben.
Buijten en behalven dat hij als nog geaccuseert
staat van bij meer andere huijsbraken en diefstallen
geassisteert te hebben.
Van welke diefstallen den beclaegde ook telkens ieder
rijse sijn aenpart genoten en geprofiteert heeft.
En dewijl nu dese en alle sijn sijn feijtelijkheden en
euveldaden strijdende tegens de goddelijke en
Burgerlijke wetten dewelke in een land alwaer goede
justitie en politie vigeert niet Tollerabel en dragelijk
maer anderen ten exempel en afschrik ten hoogsten
strafbaer sijn,
Soo is het dat Schepenen van het Hooge geregte der Stad
en Vrijheijd Valkenborg ter manisse van den
WelEedelen Heer Luitenant-Voogd in naeme en van wegens
Haar Hoog Moogende de Heeren Staaten Generaal der
Verenigde Nederlanden in saeke regt doende,
Condemneren den gedetineerden en beclaegde Joannes Hasen
om gebragt te worden ter plaatse daer men gewoon is
Criminele justitie te exerceren, om aldaer aen den
Scherpregter overgelevert te worden dat er de dood nae
volgt en vervolgens desselfs dooden lichaem in een keten
geklonken op het galge veld sal worden en blijven
hangen.
Condemnerende den beclaegde verders in de Costen en
misen van justite ter onser taxatie en moderatie, met
Confiscatie van goederen.
|
|