|
Decret de la Cour touchant les Poursuittes
Criminelles 1744
Mijn Heer
Mijn Heer Den Scoltis
Der Heerlijckheid Schin
op den Geul etc.
Tot Schinnen op de Geul
Decreet
Op het advies der staeten van
Valckenbourgh ende S'Hertogenrade
nopende de criminele proceduren
tegens de gedetineerde in de selve
landen.
Rapport gedaen in den raede ter interventie
van het officie fiscael ende gesien het decreet
van desen Hove van den 8 februarij Lestleden,
den brief geschreven aen die staeten van Valck-
enbourgh ende S'Hertogenrade den 30 meert,
het advies van de selve Staeten van den 18 april
daernaer, ende |het| requeste gepresenteert van
weghens die Schouteth en Schepenen der
bancke van Kerckrode, T'hoff ter interventie
van het voorschreven officie fiscael, oordi-
neert dat geene decreten van apprehensie
ofte prise de corps en sullen gegeven woorden,
door die subalterne rechters der bancke van
de landen van Valckenbourgh ende S'hertog-
henrade als naer voorgaende advies van
de advocaten Detiege en Poswijck,
gesuggereert door die voorschreven Schouteth
ende Schepenen van Kerckrode; dat insgelijck
geene decreten van torture, confrontatien ofte
deffenitive vonnissen en sullen moghen gegeven
woorden als naer voorgaende advies van de
selve; dat geene Scherpe examinatien,
recollementen soo van gevanghene als van
getuijghen, noch confrontatien en sullen
moghen geschieden ten sij ter interventie
van een der selve, den Schouteth, Secretar-
is en twee Schepenen van de respective
bancken present, sonder meer; dat de voors-
chreven Schepenen het advies der voorsch-
reven twee advocaten stiptelijck sullen
moeten volghen sonder daer iedt aff off
aen te doen. Dat het ghene voorschreven
maer sal Stadtgrijpen voor de criminelen
beticht te sijn van de bende alsnu ondeckt
te sijn, sonder consequentie van andere
cassen; dat de geaccordeerde suceantie
hier mede comen te cesseren, behoudens
dat de selve noch sal blijven dueren
eenen maendt naer dato deses, ten
regaerde van Haub Palmen, Jasper
Hooghkircken, ende Albert Wembens, resp-
ective gedetineert in de Landen van valcken-
bourgh ende S'Hertoghenrade, gedurende
welcken tijdt de voorschreven drij gedetineerde
geheel sijn te vervolghen hun requesten
alhier ten Hove gepresenteert duncke
hen hun goedt ten welcken effecten
van desen acte kennis sal woorden
gegeven aen hunne procuruers Beckers
ende van den Eede, ende dat hiervan
copie gesonden woorden bij brieff aen
de Drossaerden van Valckenbourgh
ende S.Herthogenrade, om door hun voorts
gesonden te woorden aen de Subalterne
officiers van aldaer om hun daernae
te reguleren. Aldus gedaen in de Stadt
Brussele den 23 may 1744. Was
geparapheert Schoês van Ende; onderteekent
P. van Cutshem
Mijnheer
Sende het voors. om UE
daer naer te reguleeren
verblijve
Mijnheer
UEn Dienstwilligen Dienaer
Maestrecht den 10
junij Charles van Brienen
1744
|
|