|
DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS |
PROCESSTUKKEN |
Edele Achtbaare
Heeren, en
Lieutenant Vooghd der Stad en Vrijheijd Valckenborgh Geeft met alle
Eerbied en Ootmoedigste Respect
te kennen D'Heer P. Vlecken Rooms Pastoor alhier, hoe dat over eenige weken Pater Cobben Minnebroeder van Maestricht met reden berispt is geworden door de Edele Achtbaare Heeren, over sijn onbesonnen spreken en Critiquen, tegens de rechtmatige Rechtsplegingen in het Crimineel, hij de oorsake door enckele Suspicie alleen, dat ick de Edele Achtbaare Heeren hier over onderrecht, eensgelijcx geinduceert hadde tot de aangehaalde correctie, voorgedragen heeft aen sijnen oversten, als aen de gemeijnte alhier, dewelke hier door seer ontroert is. Waerdoor geschiet is, dat ick door het Podagra onmachtig voor mijne fonctien, mij gewent hebbe tot onderstand bij den Guardiaen oversten van Pater Kobben, hij mij plotselijck alle beijstand geweijgert heeft en dat er eenige van de Gemeijnte hun soo verre uijtgelaten hebben in dreijgementen etc. Satisfactie over dit gewaand gedrag van mij te sullen souken, soo bij de Edele Achtbaare Heeren, als mijne Geestelijke Overheijd, alsoo het dan rechtmatig is, onnoosele voortestaen, soo is't dat de Edele Achtbaare Heeren op het oodtmoedigste ben versoeckende en bidde, tegens dese uijtgepeijsde Cladden en Laster mij voor te staan, en gratieuselijck te gelieven eene Declaratie uijttegeven wegens mijne onschult.
T'Welck Implorerende etc.
d. 12 Meert 1776
P. Vlecken
Pastoor
|
Afstammelingen van Bokkenrijders |
Verzameld door John van Eekelen
|