|
DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS |
PROCESSTUKKEN |
Matthijs Weerdens | .....In Saake den welEdelen Gestrengen Heer en Mr. W.D. Vignon Luitenant Hoogdrossard s'lands van Valkenborg nomine officii claeger ..........Tegens Matthijs Weerdens gedetineerde en beclaegde |
||||
Visis actis en op alles geleth
waerop te letten stonde en konde moveren, signanter op
d'eijgen confessie van den Beklaagde buijten Pijn en
banden gedaan, waeruijt is consteerende, dat den
beklaagde, oud ses en sestig Jaaren geboortig uijt de
Groenstraat, ressort der Banke van Ubag, Parochie van
Eygelshoven en laatst gewoont hebbende te Heerlen, van
Professie een Beenhacker, meede complice is van de
Berugte Bende gaudieven en Nagts Roovers, en sig met
deselve schuldig gemaakt heeft aan differente
huijsbraaken en diefstallen, en van veele andere sijn
aanpart en deel genooten heeft. Allen t'welke sijnde feijten en Euveldaeden dewelke in een land, waar Justitie en Policie vigeert, niet konnen worden getollereert, maar behoren gestraft te worden. Soo is't dat Schepenen der vrijheijd ende Hoofdbanke Heerlen, in naame en van wegens Haar Hooge Mogende, D'Heeren Staaten generaal der vereenigde Neederlanden,ter maenisse van d'Heer Luitenant Schouth regt doende Condemneeren den gedetineerden en Beklaagde om gebrogt te wordenter platse daar men gewoon is crimineele Justitie te doen, en aldaar aan den Scherpregter overgeleevert sijnde andere ten Exempel en afschrick met de koorde gestraft te worden datter de Doot op volgt, en vervolgens desselfs doode Lichaem in een keeten geklonken aan de Galge sal blijven hangen, den gedetineerden en beklaagde daartoe condemneerende in de Costen en misen van Justitie ter onser taxatie en moderatie, met verdere confiscatie van goederen. Actum in Judicio Extraordinario binnen Heerlen den derden october seventien hondert vier en Zeeventig, Coram de Schepenen Swildens, VCotzhuijsen, Wintgens, Landman en Nijssen |
|||||
(onderstond) Ter ordonnantie (was geteekent) J.B. VCotzhuijsen, Substitut Secretaris (laegerstond) Deese naar voorgaande klockluijdinge gepubliceert en 't stockje door d'Heer Schouth gebrooken sijnde is deselve door den Scherpregter op d'ordinaire Justitie plaatse ter Executie gestelt. Heerlen den 5. october 1774 (onderstond) Quod Attestor (was geteekent) J.B. VCotzhuijsen, subst. secretaris |
|||||
Afstammelingen van Bokkenrijders |
Verzameld door John van Eekelen
|