Sententie
..........in saeke
Den Wel ED. Gestr.
Heer en
Mr. W.D. Vignon
Lt.-Hoog
Drossard des Lands
van
Valkenborg nom.
officij
Claeger
..........Tegens
Dirk Debits, alias
Dirk van den
Weegscheije
van Haasdal
gedetineerde
en beclaagde
Visis
Actis als namentlijk alle verbaalen en decreeten in
saeke gehouden en gegeven als mede de Clagt en Conclusie
van wegens den voors. heer Claeger ter rolle geëxhibeerd
en verders op alles rijpelijk geleth en overwoogen,
signanter de Confessie van de Beklaagde buijten boeijen
en banden gedaan, waar uijt ten overvloede consteerd en
blijkt dat den voorn. Beklaagde Jan Smeets, oud vijf en
vijftig jaaren, gebooren en laatst gewoond hebbende tot
Haasdal, van professie een akkersman, sig met eene
meenigte geattroupeerde booswigten en kneevelaars hunner
bende pligtig gemaakt heeft aan de volgende diefstallen
en huijsbraaken, welke hij niet alleenelijk bekend heeft
maar ook van sijne Godvergeeten meedemakkers overtuijgd
is geworden als namentlijk:
1°
Aan den
violenten diefstal verseld met huijsbraak en
onmenschelijke knevelarije begaan bij Sr. Walraeven in
de Maasband in den nagt tuschen den 22 en 23 aug. 1756
2°
Soo dan ook aan
den geweldigen diefstal verseld met huijsbraak en
ijselijke mishandelingen begaan bij Johannes Frisschen
in Arentsgenhout ontrent twaalf jaar geleden
3°
Verders blijkt
uijt de bekentenissen van den Beclaagde dat sig mede
pligtig en schuldig heeft gemaakt aan den violenten
diefstal begaan bij Martinus Schroders in 't Rijk van
Aken in den nagt tuschen den 19 en 20 Januarij 1762
4°
Item aan den
geweldigen diefstal begaan bij Theunis tot Raar over
ontrent agtien jaaren geleden
5°
Item aan het
steelen van eenig geld bij Heppers te Ulestraeten
6°
Als mede ook aan
het steelen van vier gulden uijt eene kast bij Johannes
Limpens te St. Gerlach
7°
En eijndelijk
aan het steelen van reepstokken uijt het bosch
Daar en boven dat
den Gedetineerde en Beclaagde door meer andere sijner
meede gesellen en banditen in actis gedenomineerd,
geaccuseerd van nog meerdere diefstallen, huijsbraaken
en ongeoorlofheden begaan te hebben.
Hebbende den
Beklaagde ook telkens uijt iedere respectiven diefstal
sijn aandeel genooten en geprofiteerd.
En dewijl nu deese
alle sijn feijtelijkheeden en euveldaeden dewelke in een
Land waar goede Justitie en Politie vigeerd niet
tolerabel maar andere ter exempel ten hoogsten strafbaar
sijn, soo is't dat Schepenen van het Hooge Geregte der
Stad en Vrijheid Valkenborg met assumptie van twee
onpartijdige Regtsgeleerde ter manisse van den Wel Ed.
Gestrenge Heer Lt.-Voogd in Naeme en van wegens Haar
Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Verenigde
Nederlanden Regt doende
Condemneeren den
Beclaagde Dirk Debits om gebragt te worden ter plaatse
alwaer de Crimineele Justitie gedaan word en aldaar aan
den scherpregter overgeleverd sijnde met de koorde
gestraft te worden datter de Dood nae volgt en dat
vervolgens deselver Doode Ligham in eene Keeten
geklonken op het Galge veld andere ten exempel en
afschrik sal worden en blijven hangen.
Condemneerende den
selven verders in de costen en misen van justitie ter
onser taxatie en moderatie met verdere Confiscatie van
alle derselver goederen.
Actum in Judicio
Extraordinario binnen Valkenborg den 5 Julij 1774
Coram D.D. van Craan, Wateler, Wintgens, van den Heuvel
et Wilmar
Ter
Ordonnantie
|