DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


PROCESSTUKKEN

Entree        Documenten        Processtukken        Vonnissen

Vonnis Janneke Smeets 5 juli 1774
RHCL Maastricht • Landen van Overmaas 8167

© Maaike van Eekelen
© Maaike van Eekelen
Sententie
.....in saeke
Den WelEd.Gestrenge Heer
en Mr. W.D. Vignon Lt.-
Hoog Drossard des Lands
van Valkenborg nom officij
Claeger
.....Tegens
Jan Smeets Gedetineerde
en Beclaagde

Visis Actis als namentlijk alle verbaalen en decreeten in saeke gehouden en gegeven als meede de Clagt en Conclusie van wegens den voorsz. heer Claeger ter rolle geëxhibeerd en verders op alles rijpelijk geleth en overwogen, signanter de Confessie van de Beklaagde buijten boeijen en banden gedaan, waar uijt ten overvloede consteerd en blijkt dat den voorn. Beklaagde Jan Smeets, oud ontrent vijf en vijftig jaaren, gebooren te Hulsberg en laatst gewoond hebbende tot Haasdal, van professie een akkersman, sig met eene meenigte geattroupeerde booswigten en kneevelaars pligtig gemaakt aan de volgende diefstallen en huijsbraaken, als namentlijk:
 1°
Aan den violenten diefstal verseld met huijsbraak en onmenselijke knevelarije begaan bij Sr. Walraeven in de Maasband in den nagt tuschen den 22 en 23 aug. 1756
 2°
Aan den diefstal begaan op sekere plaatse genaamd het Nieuwhuijs
 3°
Item aan het steelen van een paard op ter Hoenshuijs bij Voerendal gelegen
 4°
Als mede blijkt uijt desselvs bekentenissen dat den beklaagde sig aan veelvuldige veld en bosdieverije pligtig heeft gemaakt.
 5°
Soo dan ook dat denselven pligtig staat aan den violenten diefstal en huijsbrake verseld met onmenselijke knevelarijen begaan bij Martinus Schroders aan de Handt in 't Rijk van Aken in den nagt tuschen den 19 en 20 Januarij 1762
 6°
Eindelijk soo consteerd meede dat den beklaagde sig met eene groote meenigte sijnder meedemakkers sig geattrouppeerd heeft en met deselve sig pligtig heeft gemaakt aan de violente diefstal en huijsbraak begaen in de Nagt tuschen de 13 en 14 September 1770 bij juffrouw Stijntjes tot Havert

 Boven en behalven dat den Beclaagde door meer andere sijner meede makkers en complicen in actis gedenomineerd, geaccuseerd van nog verdere diefstallen, huijsbraaken en ongeoorlofheden begaan te hebben.
 Hebbende den beklaagde ook telkens uijt iedere respectiven diefstal sijn aandeel genooten en geprofiteerd.

 En dewijl nu deese alle sijn feijtelijkheden en euveldaaden dewelke in een Land waar goede Justitie en Politie vigeerd niet tolerabel maar andere ter exempel ten hoogste strafbaar sijn, soo is't dat Schepenen van het Hooge Geregt der Stad en Vrijheid Valkenborg ter manisse van den Wel Ed. Gestrenge Heer Lt.-Voogd in Naeme en van wegens Haar Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Verenigde Nederlanden Regt doende
 Condemneeren den Beclaagde Jan Smeets om gebragt te worden ter plaatse alwaer de Crimineele Justitie gedaan word en aldaar aan den scherpregter overgeleverd sijnde met de koorde gestraft te worden datter de Dood nae volgt en dat vervolgens deselver Doode Ligham in eene Keeten geklonken op het Galge veld andere ten exempel en afschrik sal worden en blijven hangen.
 Condemneerende den selven verders in de costen en misen van justitie ter onser taxatie en moderatie met verdere Confiscatie van alle derselver goederen.

 Actum in Judicio Extraordinario binnen Valkenborg den 5 Julij 1774 Coram Domin. van Craan, Wateler, Wintgens, van den Heuvel et Wilmar
Ter Ordonnantie
P.VandenHeuvel
Secr.







Naar boven

EMAIL























Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER