|
|
Sententie
In Sake
P.Mingelers |
Visis Actis Als namentlijk alle Acten,
Verbalen en decreeten in Saeke gehouden en gegeven alle
onder behoorlijken inventaris aen ons gefourneert en op
alles rijpelijk geleth waer op eenigsints te letten
Stonde off konde moveeren Signanter op de Eijge
vrijwillige Confessie buijten pijn en banden gedaen,
uijt alle het welk Comt te blijken dat den voorn.
beclaegden Piter Mingelers Oud 55 jaeren, gebooren en
woonagtig op het Rittersbeek, van professie een
wolspinder, Sig met een groote meenigte berugde
nagtsdieven en knevelaers geattroupeert heeft en met de
Selve veele Gruwelijkheden, geweldenarijen, huijsbraken
diefstallen gepleegt en ten uijtvoer gestelt heeft.
En wel voornamentlijk blijkt dat den ged. Sig met een
groote meenigte van Sijne makkers pligtig en handdadig
heeft gemaekt aen den Violenten diefstal verselt met
huijsbrake gebuert in de herberg op den Esschen.
Item aen den violenten diefstal met huijsbraeke en
knevelarije gepaert gebuert in den nagt tusschen den 13e
en 14e september 1770 tot Havert bij
juffr. Stijntjes.
Soo als den beclaegde mede
geconfesseert heeft pligtig te staen aen den diefstal
begaen bij Campo aen het Nieuwhuijs beseijden Schimmert
over eenige jaeren geplogen.
Verders dat den beclaegde sig pligtig heeft gemaekt aen
eenen diefstal Geploogen bij Habets tot Grijse grubben.
Soo als den beclaegde mede gecoopereert heeft en
handdadig is aen den geweldigen diefstal, huijsbraeke en
mishandelinge Gebuert in den nagt tusschen den 19 en 20
april 1769
bij Henricus Ritsen in het Panhuijs tot Wijnandsrade.
Boven en behalven dat den selve Beclaegde al nog
geaccuseert staet van verschijde andere diefstallen,
huijsbraeken en knevelarijen te helpen en ten uijtvoer
brengen.
Van alwelke diefstallen den beclaegde ook telkens sijn
aandeel genooten en ontfangen heeft.
En dewijl nu dese alle sijn feijtelijkheden en delicten
dewelke in een land alwaer goede justitie en politie
vigeert niet tolerabel maer andere ten exempel en
afschrik ten hoogste strafbaer sijn.
Soo is't dat Schepenen van het Hooge Geregte der stad en
vrijheijd Valkenborg ter manisse van den Welde. Heer Lt.
Voogd in naeme en vanwegens Haar Hoog Mogende de Heeren
Staten Generaal der vereenigde Nederlanden, in saeke
regt doende Condemneren den gedetineerde en beclaegde
Piter Mengelers om binnen de Banke van Climmen gebragt
te worden ter plaetse daer de Criminele justitie gedaan
word en aldaer aen den Scherpregter overgelevert sijnde
met den koorde gestraft te worden dater den dood nae
volge en dat vervolgens desselfs doode lichaem in een
keete geklonken op het galge veld andere ten Exempel en
afschrik sal worden sal worden en blijven hangen.
Condemnerende den selven verders in de kosten en misen
van justitie ter onser Taxatie en moderatie met verdere
Confiscatie der selver goederen.
Actum in Jud. Extr. binnen Valkenborg den 1e december 1773
Coram D.D. van Craen, Wateler, Pelt, van Gendt, P. van
den Heuvel et Wilmar.
/onderstont: / Ter ordonn.
/was geteekent: / P. van den Heuvel
/lagerstont: / Dese gepronuntieert en geexecuteert binnen
de Banke Climmen op de gemeene heijde aen den Lommelenberg
ten overstaan van de Schepenen van het Hooge Gereghte der
Stad en Vrijheijd Valkenborg en is het stokje gebroken
door den President Schepen van Craen bij absentie van dhr.
Lt, Voogd op de 3e december 1773.
/onderstont: / Ita testor
/was getekent / P. Van den Heuvel.
|
|