|
Peter Hartzog
Sententie
................In
saake
den welEdelen gestrengen
Heer W.D. Vignon Lt.-
HoogDrossard deeses lands
nom. officii informant en
claeger
................Tegens
Pieter Hartzog
fugitiven en
Beklaagde
Visis actis en
geleth waerop eenigsints te letten stonde of konde
moveeren, signanter op de denuntiatiens van
verscheijdene geëxecuteerdens der berugte bende
gaudieven en boosdoeners, uijt alwelke stucken aan
deesen geregte is gebleeken dat den beklaagde Peter
Hartzog is een meedelit der berugte bende nagtsdieven,
en sig pligtig heeft gemaakt aan berscheijdene
huijsbraaken, diefstallen en knevelarijn, alle in
actis gespecificeert en gedetailleert, en van welke
den beklaagden telkens aandeel genooten en
geprofiteert heeft.
Deese gevoegt bij de geduurige
voortvlugtigheijd van beklaagde, niet teegenstaande
den selven door vier edictaele citatiens ad valvas et
limites patrić is worden ingedaagt, nogtans in faute
gebleven is van te compareeren, waardoor hij moet
gehouden worden de beschuldigingen en delicten
voormelt te hebben bekent en daarvan geconvinceert te
weesen.
En vermits diergelijke feijten
en enorme delicten sijn strijdende tegen de goddelijk
en s'lands wetten en vervolgens in een land van
goede Justitie en Policie niet konnen worden
getollereert, maar anderen ter exempel en afschrick
behooren gestraft te worden,
Zoo is 't, dat Schepenen der
vrijheijd en hoofdbanke Heerlen, ter maenisse van
d'heer Lt-Schouth in naeme en van weegens Haar Hoog
Mogende d'heeren Staaten-Generaal der Verenigde
Neederlanden in contumaciam regt doende,
Bannen de voorsz. beklaagde en
fugitiven Peter Hartzog ten euwigen daege uijt de drie
Landen van Overmaaze partage van Haar Hoog Moogende,
als meede uijt het district der Generaliteijt, op
poene den beklaagde daarinne gevonden wordende en in
handen van justitie gerakende swaarder naar exigentie
van saake sal worden gestraft.
Condemneerende den voorz.
beklaagde daartoe inde costen en misen van justitie
ter onser taxatie en moderatie, met verdere
confiscatie van goederen.
Actum in judicio
extraordinario binnen Heerlen martis hac 14ta
februarij 1775,
coram de Schepenen vCraen,
Swildens, vCotzhuijsen, Wintgens, Lantman, Nijssen et
Krauss
(onderstond)
Ter ordonnantie
(was geteekent)
J.B.VCotzhuijsen subst. secretaris
(lager stond)
Deese naar voorgaande klockluijdinge ten overstaen van
den Geregte gepubliceert Heerlen den 23 meij 1775
gepronuntieert
(onderstond) Quod attestor
(was geteekent)
J.B.VCotzhuijsen subst. secretaris
|
|