|
|
|
|
|
|
|
Profijt met Clagt en Conclusie
..........Voor
de Weledelen Gestrengen Heer en Mr. W.D. Vignon,
Lt-Hoogdrossard deeses Landt nomine officij Clager
..........Tegens
Willem Habets, fugitiven en beklaagden
|
§.
|
Den
voors. Heer Clager doel tot fundament van zijne clacht
en conclusie in pede deezes te nemen, seggen en
deduceeren wes volgt
Salvis etc.
|
1.
|
Aanvankelijck
dat uijt de responsiven, confrontatien, recollectien en
personele verantwoordingen van de tans alhier
gedetineerdens, geëvadeerdens en geexecuteerdens aan
UEd. achtbare onwedersprekelijk moet voorgekomen sijn,
|
2.
|
Dat
zoo in dese als omliggende landen zedert eene reeks van
jaeren geexisteert heeft en nog existeert, saltem
gedeeltelijk eene god en ziel vergetene bende gauwdieven
en vagabonden,
|
3.
|
Welke
haar niet alleen aan geweldige huijsbraken, menigvuldige
diefstallen en ongehoorde euveldaeden pligtig gemaakt.
|
4.
|
Neen,
maar selfs de enorme crimina en delicta van overspel,
vrouwe verkrachtinge en moorderije gecommitteert en
uijtgesworen heeft den godslasterende Eede bij de bende
gebruijkelijk
|
5.
|
En
gemerkt niet alleen uijt de personele responsiven en
recollectien van
Lins Schouteten, Nicolaes Sporcken, Peter Muijlkens,
Peter Ploumen, Henricus Ackermans, Matthis Boormans,
Dirk Debets, Pr Claesen, Wilm Adriaens en Joannes
Lahaije voorgekomen is,
|
6.
|
Dat
den fugitiven en beklaagden soude pligtig staan aan
verscheide diefstallen, huijsbraken en andere euweldaden
bij voors. bende gecommitteert
|
7.
|
Maar
al verder betuijgt word door des selfs voortvlugtigheid
en Contumacie
|
8.
|
Niettegenstaande
door edictale brieven behoorlijck is worden ingedaagt
|
9.
|
Waar
af men hier is maekende seer voordelig en profitabel
..........Emploije
|
10.
|
En
alsoo denzelven ad limites patrić et valvas ecclesić
behoorlijk geciteert eventwel in faute gebleven is en
nog blijft te compareren,
|
11.
|
Soo
volgt onwedersprekelijk dat hij hem pligtig erkent aan
huijsbraken, diefstallen en andere euveldaeden bij de
bende begaan
|
12.
|
En
aangesien deese misdaden en fijtelijkheden sijn
aankantende tegens de goddelijke aangeboorne en
borgerlijke wetten
|
13.
|
En
zoo volgens niet en mogen ongestraft blijven sonder
vreese van de wrekende handt gods over deezen lande te
trekken.
|
14.
|
Derhalven
zoo is't dat den Heer Clager Eed en pligt halven niet
heeft konnen stilstaan tot laste van de beklaagden alle
mogelijke inquisitie te bewerkstelligen,
|
15.
|
Onder
middel van voors.en andere redenen breders ter acte
berustende et ax officio nobili te suppleren
|
§
|
Concludeerende
contendeert den voors. Heer Clager ten eijnde UEd.
Achtb. in Contumaciam regt doende den voorsz. fugitiven
en beclaagde sijn leven gedurende uijt dese generaliteit
conform 't placcaart sullen gelieven te bannen op
alzulke lijf- en levens straffe als UEd. Achtb. naar
exigentie van saake, dispositie van regten en rigeur van
's landts placaten en ordonnantien zullen oordeelen te
behooren.
Met verdere condemnatie van den beklaagde in de costen,
verklaarende 't eene wegen des selfs goederen
confiscabel, en dat copie van 't vonnis mag worden
geaffigeert daar en alzoo gebruijkelijk ad noticiam
unius cuiusque
In en op alles UEd. Agtb. officium nobilissimum
|
|
|
Imploreerende
C.L. De Limpens
....1774
|
|
|
|