|
|
=====================================================
Also Willem Hoen, oud omtrent 42.
Jaren woonende in Heerlen bij Scandele Lande van
Valckenburg Partage van Haer Ho. Mo., sijnde een Cuijper
van sijn Bedrijf, altans gevangen op de voorpoorte
alhier in den Hage buijten pijn en Bande van Eijser, den
Rade en Leenhove van Braband in de Landen van Overmaze
bekent heeft dat hij s'nagts tusschen den 17 en 18°
December is geweest aen het huijs van Hendrik Corneps,
dat aldaer meede sijn geweest Werren
Eijmael, Leonard Eijmael, Joannes Zogle, Steven Voncken,
Cornelis Schepers, Hans Willem Boers, Willem
Doutzenburger, Jan Starmans, Cornelis Ros, Reijnier
Trijbels, en Johannes Nijsten, dat zij na het drincken
van een glas jenever, met de gemelte persoonen, gewapent
met snaphanen gegaen is na den Hoff Wolffshagen, om van
daer koeijen en Peerden te helpen afhaelen, dat sij
aldaer gekomen sijn een uijr voor den dagh, dat
sij alles aldaer toegevonden hebben, en dat Weren
Eijmael haer de deur heeft opengedaen, dat hij gevangen
alsdoen vraegde Weren waer bent gij? – en geen antwoort
bekomende hij terug na de stal is gegaen, dat hij in de
Peerde stal is gebleven tot dat de Beesten waren
uijtgedreven, dat hij in de Peerde stal sijnde een
Schoot gehoort heeft, dat hij benevens de andere
Persoonen met de Koeijen en Peeerden van de voors. hoff
Wolffshagen is weggegaen, dogh dat hij onderweg van het
geselschap is affgegaen, dat Werren Eijmael voor hem
gevange vijff en twintigh stuijvers aent huijs van
Hendrik Corneps heeft gelaten, dogh dat hij daer geen
geld voor pretendeerde, dewijl hij sulcx maer uijt
vriendschap had gedaen, en onder belofte van daer voor
weder een naburige vriendschap te ontfangen.
Alle het welcke sijnde saecken van seer quade gevolge
die in een Land van Justitie niet konnen worden geleden,
maer andere ten exempel behooren te worden gestraft,
Soo ist, dat den Raed met rijpe deliberatie van Rade,
doorgesien en overwogen hebbende alle hetgeen ter
materie dienende was, en in desen heeft konnen ofte
mogen moveren Doende Recht, Band den gevange
voor den tijd van vijff jaren uijt den hertogdomme van
Braband en de Landen van Overmaze, Partage van Haer Ho.
Mo. op poene van swaerder Straff, en Condemneert den
gevangen in de Costen ende misen van Justitie, alsmede
van den processe alles ter tauxatie en moderatie van
desen Raden, Ende sal dese Sententie naer voorgaende
Clockeslage mede werden gepubliceert ende geaffigeert
tot Heerle ter plaetse daer men gewoon is publicatie en
affixie te doen.
Aldus gedaen in s'Gravenhage bij D'Heren Johan Scott,
præses, Johan van den Honert, David Le Leu de Wilhem,
Heere van Berlicum ende Middelrode, Franc van der Goes,
Nehemia Vegelin van Claerbergen, Johan Diderick van
Slingelandt, Pompejus Hoeufft, ende Jacob Arent
van Perponcher de Sedlinsky Heer van Ellewoudsdijck,
Raden ordinair in den gemelten Rade desen 17° Julij 1736.
gepronuntieert ter audientie van
de Rolle den 23 dito
|
|
|