DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS |
PROCESSTUKKEN |
Belang ..........Voor Den WelEdel gestrenge Heer en Mr. W.D. Vignon Luitenant-Hoogdrossard deses Landts, geïnsinueerde ..........Tegens De Eerwaarde Heer M. Damoiseux, Pastor tot OudtValkenborg Suppliant |
||||
Den Voorszegden Heer geïnsinueerden, Communicatie becoomen hebbende van alsulck requeste als d'Heer Suppliant op den vierden januarij 1775# aan UEdele agtbaare heeft gepresenteert, doet daar tegens bij wegen van belang seggen en deduceeren wes volgts, salvis etc. Aanvankelijck dat de acten uijtleveren dat de Heer geïnsinueerde tegens de Heer Suppliant inquireert over een begaane feijt, welk (bij soo verre ten heelen soude geprobeert worden) eene lijfstraffe naar hem soude sleijpen. Vermits door een sulk doen en handelen het Hoog officie gemackelijk te leus gestelt hadde kunnen worden, in dus verre, dat het aan welgemelt officie onmogelijk soude geweest sijn om het groot quaat en boos van de nagtroovers begaane feijeten te ontdecken en de selve naar hunne meriten doen straffen. Welk doen en handelen des te meer aan UEdel Agtbaare moet voorkomen bij soo verre in attentie believen te nemen Dat d'Heer Suppliant met eenen quaaden inboesem heeft geloochent en ontkent gehad die nagt als de vijf eerste van het Retersbeek den dag daar aan volgende stonden geëxecuteert te worden op de kamer (alwaar den geëxecuteerden Frans Wilm Heuschen, Coen Sporken, Joannes Hasen, Wilm Ramakers en Paulus Drummen in detentie waren) geweest te sijn. Niet tegenstaande van hem in personeele verhooringe sulx gevraagt is worden. Niet te min soo twijfelt d'Heer geïnsinueerden in geenen deele of het sal UEdele agtbaare uijt de personeele responsiven van Joannes Hasen, en andere alsdoen gedetineert wesende niet alleen, neen maar uijt de responsiven door Joannes Bogman op interrogatoriën gedaan, volkomen gebleken te sij, Dat D'Heer Pastor van Oudtvalkenborg op de voorsegde nagt bij gemelde gedetineerdens geweest is, en met deselve gesproken heeft, Dus van den eenen cant in consideratie genoemen desselfs ontkentenisse en van den anderen kant voormelte responsiven, soo van Joannes Bogman als geëxecuteerdens, soo is te presumeeren, Dat d'Heer Suppliant den geenen is welken de aanleijdinge tot het recanteeren der eerste geëxecuteerdens gegeven heeft. Wijders wilt men al veronderstellen dat wijlen d'Heer Luitenant-Hoogdrossard den Heer Suppliant soude hebben laten aansoecken om de ter executie gebrogt wordende bij te staan en aan te maanen, Soo was het evenwel aan hem niet gepermitteert van bij andere alsdoen niet geëxecuteert wordende te gaan, en deselve aan te spreken, en sulx te min in eene duijster nagte, Edog dewijl d'Heer geïnsinueerde uijt de advers requeste comt te bespeuren. Dat den Suppliant daarbij versogt heeft dat de saake composibel mogte te worden verclaart Soo is't dat D'Heer geïnsinuaaerden (alhoewel seer genegen om ingevolge sijn officie het quaadt voor soo veel doenlijk te doen straffen) hier mede verclaart hem aan UEdel agtbare æquitabele uijtspraake te willen gedragen, met condemnatie van den Heer Suppliant in alle costen seu alias etc. ja en op alles UEdel agtbare officium nobile. ..........Imploreerende
..........C.L. de Limpens ............1775 |
||||
Afstammelingen van Bokkenrijders |
Verzameld door John van Eekelen
|