|
|
|
Conden verhoord
..........over
De Art/len interrogatoir
heden ter Crimineele Rolle
overgegeven
..........Ter instantie
van den WelEed. Gestr. Heer
Lt. Hoogdrossard deses lands
|
|
|
..........Saturdag den
30e december 1774
Is gecompareert voor ons
ondergeschreeven Scheepenen, Joannes Bogman
dewelcke behoorlijck bedaegt, geEed, en gevraegt
sijnde over voorschreeven artikelen, – present de
heer advocaat d'office ad vivendum jurare testem,
– geantwoordt heeft:
art.1 Oud
te weesen vier en twintig jaeren, getrouwt met
Margriet Kreuger, tegenswoordig woonachtig te
Houtem.
art.2
Bekent te wesen op den landshuijse van Valckenborg
wel, bij occasie dat hij deponent de bedieninge
van sijn vaeder heeft waar genomen, sijnde sulx
t'sedert octobre 1773
art.3 Dat
hem wel geheugt en indagtigh is datter vijf van
het Retersbeeck gevangen geseten hebben en
geExecuteert sijn geworden, als meede noch vijf
andere persoonen – met naeme Frans Willem
Heusschen, Coen Sporcken, Joannes Haesen, Willem
Raemaekers en Paulus Drummen – vast geseeten
hebben, dewelcke los gelaeten sijn geworden.
art.4 Den
Pastoor van Oud Valkenborgh wel te kennen.
art.5 Dat
welgemelte Heer Pastoor van Oud Valkenborg eens of
tweemael bij de gedetineerdens geweest is.
art.6 Te
weeten dat gemelte heer Pastoor bij de
losgelaetene geweest is en met hun gesprooken
heeft ten tijde hunner detentie. Hem onbekent te
weesen wat woorde wisseling hij Pastoor met de
selve gehad heeft.
art.7 Dat
hem wel nog kennelijck is dat in de nacht voor de
Executie van voorschreeve vijf van t'Rittersbeek
gemelte heer Pastoor op den Landshuise
voorschreeven, bij de selve gevangens geweest is.
art.8 Hem
wel kennelijck te weesen, dat gemelte heer Pastoor
in voorschreeven nacht, te weeten voor de Executie
bij de kort daernae Losgelaetene geweest is en met
hun gesproecken heeft. Sijnde sulx tusschen twaelf
en een ure geweest, neemende hij heer Pastoor de
lampe in de hand dewelcke op den trap hing. Sulx
te weten uit oorsaacke dat den selven Pastoor naer
de plaatse van die vijf gedetineerdens gevraegt
heeft en de selve naer de selve is toegegaen.
Verders hem niets meer
kennelijck te weesen.
Quibus Prælectis Persistit et
Signavit
(was geteekent Johannes
Bogmans)
|
|
De post is gecompareert Maria Magdalena Kreuger,
de welcke behoorlijck bedaegt, geEed en gevraegt
sijnde over de artikelen, – present d'Heer advocaat
d'office ad videndum jurare testem, – geantwoord heeft
art.1 Oud te weesen acht en dertig
jaeren, woonachtig te Rothem
art.2 Bekent te weesen op den
Landshuijse van Valckenborg, sulx wel over de vijf
jaeren door dien haeren man cipier geweest is.
art.3 haar deponente wel te geheugen
datter van het Rittersbeeck vijf, op't Lands Huijs tot
Valckenborg geseeten hebbende, sijn worden
geExecuteert, en vijf andere, met naeme Frans Willem
Heuschen, Paulus Drummen, Willem Ramaeckers, Joannes
Haesen, en Coen Sporken los gelaeten.
art.4 Dat sij deponente seer wel
kent den Pastoor van Oud Valkenborg.
art.5 Dat welgemelte heer Pastoor
van tijt tot tijt de gedetineerdens is komen
besoecken.
art.6 Haar sulx niet kennelijck te
weesen, naedien sij deponente te bedde in het
kinderbed leijde.
art.7 Expedivit se articulem
præcedente
art.8 Sulx om reden voorgemelt niet
te weten.
Verders niets meer te weeten als dat sij deponente in
het Leven van haar man eens drie schellingen van
voornoemde heer Pastor voor drinck gelt ontfangen
heeft.
Quibus prælectis Persistit et Signavit cruce, scribere
nesciens (was gehandmerckt) merck van de weduwe Kruger
(onderstond) nobis præsentibus (was geteeckent) J.
Wateler, P van den Heuvel
Coll. et auth.falcob.
hac 27 julij 1775
..........Per
Extractum
..........PVandenHeuvel
|