|
Advijs in zake
De
WelEdele gestrenge heer
en mr. J.G. Farjon Lt.
HoogDrossard des Lands
van Valkenberg
Tegens
Piter Schrijvers ingesetene
van den Dorpe Heerle
Den onderges. regts geleerde,
geëxamineert hebbende dusdanige requeste als van wegens
de WelEdele gestrenge Heer Lt. Drossard op den derde
deser lopende maand aan Heere Schepenen van Heerle is
worden gepresenteert omme te hebben decreet van
apprehentie of prise de corps, tot laste van Piter
Scrijvers, uit hoofde dat deselve bij nagte en ontijde,
onder de waarde gestoole vrugten of granen soude
opgekogt hebben, strijdig aan de wetten en placaten
deser Lande.
Mitsgaders gelet op
de bijgevoegde stukken ter crimineele rolle deser Banke
gedient, en signanter de gedaane confessien van sekeren
Jacob Juneman en Maria Catarina Diriks, beijden
gedetineerdens op den Lantshuijse te Valkenberg als
schuldig aan gepleegde en gereïtereerde diefstallen.
Als mede in attentie genomen de personeele
responsivens van Piter Schrijvers, en eijndelijk de
opgevolgde confrontatie tussen Jacob Juneman en Pierre
Schrijvers.
Soude het eene en andere in rijpe overweginge genomen
hebbende, selvo meliori, van oordeel sijn, dat het
versoek van corporeele apprehentie aan de heer Lt.
Drossaard niet cunde geaccordeert worden, maar dat in
tegendeel het selve behoort te worden afgeslagen;
nogtans de heer HoogDrossaard in sijn geheel em modo
ordinario, si velit tegens opgemelde Pierre Schrijvers
te procederen, bij overgevinge van ordinaire clagt ende
conclusie gemunieert met de vereist wordende bewijsen,
wes geschiet, dat als dan het eene en ander aan Pierre
Schrijvers behoerd te worden gecommuniceert omme daar
tegens te antwoorden, en so als voorts in de ordinaire
manire van procederen gebruijkelijk is.
De redene Ed. Erentf. heeren, die den onderges.
vermeent hem tot dese gedagten te permoveeren sijn
claarlijk dese
Dat hoeseer bij placaten van den Landes verbooden
is gestoole goederen te berijen ofte copen, en dat den
heelder volgens rechten volgens regten van gelijke
conditie, te houden is als de steelder ook aan
corporeele straffe onderhevig is, egter altoos in dit
stuck in het ooge te houden is
1/am/ Of den persoon suspect is dan niet
2/do/ Of denselven enigsints bewust is geweest, dat de
goederen die hem ingekogt wesenlijk gestoole goederen
geweest sijn,oft sulx uit absoluijte minwaerde heeft
cunne afmeeten
En 3/tio/ of dit deur hem ontkent wordende door
genoegsaame preuven of getuijgens geprobeert is.
Welke drie requisitien n regten absoluut plaats
te hebben, geleert word bij Damhouwer, Voet, Math. de
Crim., Camps; en genoegsaam alle regtsgeleerde en
criminalisten.
En welke requisitien moeten gereparteert worden,
het fondament uit te maaken van de hier omtrent
geëmaneerte placaten
Dat nu dese drie requisitien hier niet te vinden
is consteert.
Want belangende het eerste, dat Pierre Schrijvers
een suspect persoon sijn soude, is niet in actis te
vinden, attento van desselfs gedrag niets nadelig te
blijken comt en dus verseert hij in de generaale regel
der regten, quisque presumitur comis donec probetur
malus [iemand is onschuldig tot het tegendeel bewezen
is].
Wat het tweede belangt, zo blijkt niet alleen uit
sijne eijge responsien, maar selfs uit de bekentenissen
van Jacob Juneman, sijnde de eenigste en voornaamste
getuijgen, dat hij absoluit van sig selfs is onkundig
geweest, dat het gestoole granen geweest sijn, nog ook
niet dat den vercoper Jacob Juneman hem sulx hadde
eenigsints te kenne gegeven. Seggende desen alleen dat
Pierre Scrijvers sulx wel hadde cunne opmaken, sonder
eenige de minste reden waaromme of waar uit hij dit
besluijt vorme konde te allegeren, tensij dan alleen om
dat hij deselve wel eens onder de waarde gekogt hadde
sonder nogtans duijdelijk en distinktelijk die waarde op
te geven. Hetgeene absoluit vereijst word, gemerkt er
dagelijx goederen onder hunne waarde verkogt worden die
daar omme geene gestoole goederen zijn, vooral met
relatie tot granen, die van geene vaste waarde
gesenseert worden, als aan dagelijxe veranderinge
onderworpen sijnde. Terwijle daar en boven te
reflecteeren vald, zo als Pierre Schrijvers selfs
avoueert, dat als hij de granen onder den ordinaire
markt, die sig niet bepaalt vind, gecogt hadde de
betalinge in goede geld spetie sijnde, van hogere cours
als den ordinaire specien daar te Lande gebruijkelijk,
en welke ontfangen te hebben den gedetineerde deponent
volcomen affirmeert. Bepalenende op het hoogste de
prijs, waar voor hij Peter Scrijvers dese granen onder
de waarde gekogt hadde op vijf stuijvers of minder,
welke minwaarde nimand in eene verdenking kan brengen,
dat hij gestole goederen weetens gekogt soude hebben.
Het is wel soo dat hier in consideratie soude
comen den ontijdigen tijt, waerop Piter Schrijvers dese
vrugten quasi soude gekogt hebben. Dog buijten en
behalven dat Peter Scrijvers hier ontrent
disconvenieert, so sijn de getuijgenissen daar ontrent
vacillant. Jacob Jhuneman segt dat hij di granen aan hem
vercogt heeft s morgens, heel vroeg vóór den dag en
Maria Catharina Dirix segt s'nagts, en dese laatste
getuijgt ex visu sed auditu. Dus dat de bekentenis van
Piter Scrijvers als sijnde geen suspect persoon,
tenminste sulx geensints ex actis consterende, van veel
meer geloof meriteert, als de onsekere depositien der
twee andere getuijgens, die daarenboven niet slegt
suspecte, maar reets geconvinceerde dieven en deugeniten
sijn en op welkers singulariteit geen attentie vermag
genomen te worden.
Waardoor vervolgens het derde punt poinct
opgelost is, deficiërende van die vereijstens, welke
nodig sijn , om iemand te subjaceeren aan de
penaliteijten bij placaten van den Lande gestelt, tegens
sulke persoonen die feit maaken omme gestoole goederen
te bergen ofte te coopen.
Zo vervalt de actie welke een officier uit dien
hoofde soude competeeren, te weeten de personeele
apprehensie ter uitvoringe ter corporeele straffe tegens
de sulke gestatueert. Edog mits het soude cunne weesen,
dat de heer Drossaard bewijsende aliunde dat Peter
Scrijvers 's nagts diergelijke coop van granen gedaan
hadde, hetgene ongepermitteert is en eenigsints suspect
voorcomt, sijn Edele uit dien hoofde tot eene pecuniaire
straffe soude comen te concluderen, soo sijn wij van het
gevoelen door ons hier vooren opgegeven, dat dese saake
als dan ordinair moet behandelt worden, en dat tot
executie van sulke pecuniaire straffe geene prise de
corps, die infamant en van groter gewigt is als de
amende selfs wesen kan, gerequireert ware.
Aldus salvo meliori judicio geadviseert op
Seveveren hac 16/ten/ augusti 1773
J.V. Van Slijpe
|
|