Ce Jourdhui Le 2. 9bris 1743
devont moij notaire roial soussigne, residant dans la
ville et franchise de Herve, admis et authorisé par le
conseil souverain de Brabant et present des temoins cij
bas denommees, comparu sont personellement le Seigneur
J. Petrij procureur de la chambre feodale ici et Abraham
Feron d'Eupen, les quels etants requis d'Anna Crijmers
epouse de Jaspar Hochkircken du banc de Kirckraede
prisonier a Rolduc
nous ont declaree
D'avoir ete le 31 du mois dernier au dit Kirckraede chez
le seigneur Boeck, scholtus ou officier du dit lieu pour
luij demander comme le premier d'eux a fait le dit jour
en vertu de quoij il a doit fait emprisonner son dit
mari sans avoir pris les informations neuf.aires, et
obtenu decret de prise de corps a charge de son dit
mari, a quoij le dit seigneur officier repondit que ce
n'etait pas ses affaires
Apres quoi le dit premier comparant luij demandat s'il
ne poursoit presenter a la Cour du dit Kerckraede une
requeste pour la ditte mari de la requerante, il luij
repondit qu'il n'avait qu'a faire ce qu'il voudrait, et
qu'il verroit ce qu'il luij en amuserat.
Qu'ensuite le dit premier comparant se est rendu avec le
second aux chateau ou le Echevins du dit lieu, etoient
assembles et etant accompagne de la ditte requirante qui
avait en main le requeste qui sera ci bas inserees,
celle a l'apresenter a un officier de garde qui etait au
lieu ou ces dit Echevins assembles. Ce que ne aiant le
dit officier voulut recevoir, le premier comparant luij
dit de dire aux dit Echevins assembles, que la dite
requirante souhaitait de ceux presenter la dite
requeste. Et etant le dit officier de garde ce ensuivant
entre pour faire ce dit message, il vient raporter aux
dits comparants et requirante, que les dits Echevins
assembles ne voulaient recevoir ni requeste ni papier.
Et que les dits comparants et requirante n'avoir qu'a se
se retirer.
Et qu'ils s'y sont presenter une seconde fois le dit
jour au meme effet, leur aiant fait dire d'accepter la
dite requeste te d'y donner tel appointement en decret,
qu'ils trouveront convenir, ce qui leurs as egalement
ete refuse, leurs aiant meme ete ordonné de s'en aller
avec menace de leurs faire donner des coups de fusils
s'ils ne s'en allaient pas. Ce qui les as obliger de
devoir se retirer sans avoir pu avoir aucun acces a la
dite justice.
N'aiant meme voulu aucun procureur ni notaire du dit
lieu a presenter, qouqu'ils aient instament a cet effect
ete sollicites par le dit premier comparant, notament le
.. notaire et procureur ..., et cela sous pretexte qu'il
n'aurois ose le faire.
Declarant en outre les dits comparants qu'ils ont appris
que la dite justice de Kerckraede n'etoit pour le
present composee que des quattre Echevins, dont
deux venoient tres rarement a la la dite justice
et qu'il n'y en avoit que deux qui intervenoient a
l'instruction des proces criminels y ventillans
actuellement, ..
( VERTALING John van Eekelen )
Heden de 2e november 1743 zijn voor mij onderschreven
koninklijk notaris, residerende in de stad en vrijheid
van Herve toegelaten en gemachtigd door de Soevereine
Raad van Brabant en in tegenwoordigheid van hieronder
genoemde getuigen, in persoon verschenen de heer J.
Petrij procureur van de Leenhof alhier en Abraham Seron
van Eupen, welke daartoe verzocht door Anna Crijmers,
vrouw van Jaspar Hochkircken van de bank Kerkrade,
gevangene in Rolduc, ons hebben verklaard
Te zijn geweest op de 31e van de vorige maand in het
genoemde Kerkrade bij de heer Boeck (Poyck?) scholtus of
officier van genoemde plaats om hem te vragen zoals de
eerste comparant die dag heeft gedaan op grond waarvan
hij haar genoemde man gevangen heeft laten zetten zonder
inlichtingen ingewonnen te hebben en of hij een decreet
van arrestatie heeft gekregen ten laste van haar man,
waarop de genoemde heer officier heeft geantwoord dat
dat zijn zaak niet is.
Waarop de genoemde eerste comparant hem heeft gevraagd
of hij niet aan de Rechtbank van genoemde Kerkrade een
smeekschrift zou kunnen indienen voor de genoemde
echtgenoot van de verzoekster, waarom hij heeft
geantwoord dat hij slechts hoefde te doen wat hij wilde
en dat hij wel zou zien wat hem behaagde.
Dat vervolgens de genoemde eerste comparant zich samen
met de tweede begeven heeft naar het kasteel waar de
Schepenen van genoemde plaats bijeen waren, en daarbij
vergezeld door de genoemde verzoekster, die het genoemde
smeekschrift in de hand had, dat hieronder zal ingevoegd
worden, dat de om dat te overhandigen aan een
gerechtsbode aanwezig op de plaats waar de Schepenen
vergaderd waren. Toen de genoemde bode dat niet wilde
aannemen, heeft de eersste comparant tegen hem gezegd
aan de Schepenen in vergadering dat de genoemde
verzoekster hen het genoemde smeekschrift wenste
aan te bieden. En nadat de gerechtsbode naar binnen was
geweest om deze boodschap over te brengen kwam hij de
genoemde comparanten en verzoekster vertellen dat de
vergaderde Schepenen geen smeekschrift en geen papier in
ontvangst wensten te nemen. En dat de genoemde
comparanten en verzoekster alleen maar hadden kunnen
weggaan.
En toen zij zich op de genoemde dag een tweede keer
vervoegd hebben met hetzelfde gevolg, vragende het
gezegde smeekschrift te aanvaarden om daarop een
beschikking als decreet te geven die zij passend vonden,
is hun dat eveneens geweigerd, is hen zelfs bevolen weg
te gaan met het dreigement op hen te schieten met een
geweer als ze niet weggingen. Hetgeen hen gedwongen
heeft zich terug te trekken zonder enige toegang tot de
genoemde justitie.
Geen enkele procureur of notaris in genoemde plaats
wilde [het smeekschrift] aanbieden, hetgeen meteen is
aangevraagd door de genoemde eerste comparant, met name
.. notaris en procureur ..., en dat onder het
voorwendsel dat hij dat niet zou durven te doen.
Verder verklaren de genoemde comparanten dat zij
vernomen hebben dat de genoemde justitie van Kerkrade
tegenwoordig slechts uit vier Schepenen bestaat waarvan
twee zeer zelden ter zitting verschijnen en dat er
slechts twee zijn die optreden bij het voorbereidend
onderzoek die daar momenteel lopen. ....
|