|
Nadere Personeele Responsieven
onder Scherper Examen gedaen
...........Ter
Instantie
Van den Wel Ed. Gestr. Hr. Lt
Hoogdros. deeses Lands nom. off.
Informant
...........Door
Geertruijd Bosch Gedetineerde
Donderdag den 1. Junij 1775.
Is gesisteerdt van weegens den Hr. Informant
voornoemt de Gedetin.Geertruij Bosch, dewelke
aengemaendt sijnde de waerheijdt gestandt te doen, en
voor en aleer deselve over de geλxhibeerde artikelen te
verhooren, gevraegt waer gewoondt heet ten tijde van den
Diefstal begaen bij Frissen.
Verclaerdt gewoondt te hebben bij Mevr. Jacob ten tijde
deselve gestorven is en nader gevraegt over voorschreven
artikelen geant- woordt heeft aen geene Diefstallen
plichtig te staen. Waeromme de Dispositie van gisteren
aen haer voorgelesen, wanneer verclaerde, gevraegt over
voorschreven artikelen:
Art.1
Te gehooren onder de alom berugde Bende Gauwdieven en
wel daertoe het eerste door haaren vader Anthon
Bosch verleid te sijn ter occasie van het
bedrijven van den Diefstal in Arentsgenhout bij Frisschen
en dat deselve toen ter tijd nog niet hadde
uijtgewoond, maar hetselvde jaar was gaan woonen bij
D'Heer Pastoor van Meerssen, het jaar daarnaar bij
D'Heer Proost van St. Servaas, aldaar een jaar gewoond
hebbende was gaan woonen bij Mevrouw Jacob, en
na bij deselve anderhalf jaar gediend hebbende, deselve
Juffrouw in dien tusschen tijd was koomen te overlijden
en vervolgens was gaan woonen in den wijnkelder te
Maastrigt.
Dat deselve gedetineerde voor dien Diefstal wel hadde
geweeten dat
haaren vader onder de Bende Gauwdieven gehoorde en ook
verscheijde maalen was uijt steelen geweest, dog dat
deselve niet eerder tot de Bende was worden gebragt als
ter occasie van den Diefstal begaan bij Frisschen
in Arentsgenhout. Dat haaren voornoemde vader
desselven avonds van begaane Diefstal, tot haar
gedetineerde in presentie van haare moeder hadde geseid
sij gedetin. moeste eens met hem gaan naar
Arentsgenhout. Dat sij daarop vraagde wat sij met hem
soude gaan doen in de Nagt en of het was om te
steelen. Dat haare Moeder ook sulks niet willende
hebben, dog haaren vader sterk hadde aangehouden, soo
met woorden als Dreigementen van slaan en vervolgens
tegens haar en haare Moeders wille was moeten meede gaan
en in die voege tot de Bende en begaan van Diefstallen
was worden gebragt.
Art.2/a
Soo dan belijd als voor geassisteerd te hebben bij den
Diefstal begaan bij Joannes Frisschen in Arentsgenhout,
geperpetreerd in den Jaare 1760.
Item bij den Diefstal bij den Eremijt op den Schaalsberg
niet lange begaan naar den Diefstal in Arentsgenhout
voorschreven.
Art.3
Dat Complicen sijn en tot hunne Bende gehoorde:
1 Gerard Pakbiers
2 Stass Pakbiers
3 Hendrik Pakbiers
4 Nijst Pakbiers
5 Gerard Sijben
6 Renier Sijben desselvs
soon
7 Nicolas Reemps
8 Anthon
Emonds
9 Hendr. Thoma
10 Matthijs Boormans
11 Pieter Gelders
12 Anthon Bosch haar gedetineerdens vader
13 Daniel Hollanders alle
uijt de Heek
14 Christiaan Ramaekers van
Climmen
15 Nijst Nijsten van
Croubag
16 Matthijs Scheupkens,
smit op Climmen
17 Eenen Leijendekker van Climmen gen. Pieter
Brouns
18 het oud Borgemeesterke van Climmen genaamd Rietraat
19 Frans Willem Heusschen
van't Weustenraad
20 Willem Ramaekers aan gen
ende op het Rittersbeek
21 Johannes Haasen van't
Ritterbeek
22 Anthon Bosch van Walem
23 Cobus Offermans den
Veldbode te Walem
24 Johannes Geerlings van
Walem
25 Eenen van Walem genaamd den Stijven Coob
..........wiens soon
getrouwd is met de Dogter van Coob
..........van den wever van de Straat
26 Andries Smeets van Hulsberg
27 Pieter Smeets geλxecuteerd
28 Pieter Bosch gedetineerde
29 Willem Willems van
Aretsgenhout
30 Willem Habets
31 Jacobus Bosch
32 Lins Schouteten
33 Wilhelmus Adriaans van
Aalbeek
34 Johannes La Heije
35 Arnold Hermens
getrouwd met de Dogter
..........van Hendrik Snakkers van
Aalbeek
36 Hendrik Colaris den
Bieste Coopman
37 Eenen Smitt van Aalbeek
genaamd Hendrik
..........in de wandeling Smeets Heintjen
38 Lambert Akkermans
39 Eenen wever onder uijt Aalbeek genaamd Matthijs
..........wiens vrouw
hiet An hebbende als meijd in Hulsberg
..........gediend bij
Pieter Meijs
40 Dirk Debets van de
weegscheijd
41 Willem Haagmans van
Cleen Haasdal
42 Janneke Smeets aan het
Buschke
43 Matthijs Smeets desselvs
soon
44 Pieter Ploumen geλxecuteerde
45 Christiaan Panhuijse
van Haasdal
en nadien het ιιn uur en de gedetineerde tijd
van bedenking nodig had
is met verdere ondervraaginge gesuppercedeerd tot naar
de middag.
En heeft naer duidelijke voorleesing hierbij blijven
persisteeren ten
eijnde eijgenhandig geteekent.
Geertuij Boosch
Nobis prζsentibus
G.J. van Gendt J.Theod.
Craen J.Wateler
A. Wilmar J.L. Wintgens
P.VandenHeuvel
°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°
Continuatie van Crimineel Examen
Donderdag post meridiem hac 1e Junij 1775.
hora 2da
Is voor ons Scheepenen gesisteert van wegens
den Heer informant de
gedetineerde Geertruijd Bosch, welke door ons
Serieuslijk aengemaend
de Waerheijd niet te achterhouden maer dezelve den
regter te open-
baeren.
Dezelve over den 3° artikel van interrogatiλn
ondervraegd heeft dezelve
sonder eenige torture verklaert dat nogh Complicen
der Bende sijn:
46 Hendrik Ackermans van
Meersen
47 Christiaen Vleck van
Houtem
48 Goosen Mewisssen Banke
Houtem
49 desselfs Broeder Steven
Mewissen
50 Mathijs Emants
soon van Anton
51 Wouter Mewissen van
Brokheim
52 Willem Huijnen Snijder
te Veld, geλxecuteerte
53 Vaes ... gewoont op de
Velter heijde en getrouwd
..........met eene vrouw
van Voerendal, sit te Maestrigd
..........in hechtenisse
54 Eenen genoemt Habets, woont te Berg,
getrouwt
..........soo als de
gedetin. heefd hooren seggen doet desen
..........boeren werk, is
reeds bij jaeren, lang van postuijr,
..........swert haijr.
55 Eenen uijt Valkenburg getroudt met de nigt van Didden
voor enige jaeren uijt Valkenburg vertrokken.
56 Anthoon Brasse
En also geene verdere complicen meer wiste op te geeven
is overgegaen
tot het detailleeren van de Diefstallen en
ad Art.4.
Verclaert als voor plichtig te staen aen den diefstal
begaen bij Frissen in
Geenhout. Dat daerbij heeft sien assisteeren,
Gerad, Stas, Hendrik en
Nijst Bakbier, Gerad en Renier Sijben, Nicolaes
Riemps, Anth. Emonds, Hendrik Tommaer, Mathijs
Boormans, Peter Gelders, Anth. Bosch, Daniel
Hollanders, Christ. Ramekers, Nijst Nijsten, Matthijs
Scheupkens, den Leijdekker van Climmen, n° 18 Rietrae,
Fr. W. Heussen, Willem Ramakers, Johannes Haesen,
Anth. Bosch van Wahlem, Cobus Offermans,
Johannes Geerlings, den Stijven Coob, Andries
Smeets, Pieter Smeets, Piter Bosch, Willem Willems,
Willem Habets, Jacobus Bosch, Lins Schoutteten, Wilh.
Adriaens, Joannes LaHaye, Arnold Hermens, Hendrik
Colaris, Smeets Heijntje, Lamb. Akkermans, n° 39
den weever, Dirk Debits, Willem Haegmans, Janneke en
Matthijs Smeets, Piter Ploumen, Christ. Panhuysen,
Hendr. Akkermans, Christ. Vlekken Houttem,
Goosen Meewissen, Stephen en Wouter Meewissen,
Matthijs Emants, Willem Huijnen, n° 53 Vaes,
n° 54 Habets, n° 55 die uijt Valkenburg, Anthoon
Brasse en meer andere aen haer onbekendt.
Add. segt dat nog bij voornoemde Diefstal geassisteerdt
heeft:
56 Jen, Huijsvrouw
van Willem Habets van Aretsgenhout
voorheen vergeten als complice op te geeven, dewelke
meede in huijs van Frissen geweest is en wel
soo lang
als de andere complicen, hebbende een schorteldoek
om't hoofdt.
57 Den Jood Nathan
Dat haer vader tot haer Gedetineerde den avondt van
begaene Diefstal
seijde om meede te gaen naer Geenhout, selfs in
presentie van haere
moeder, dewelke niet wilde hebben dat sij meede soude
gaen. Soo als
sij Gedetin. meede niet wilde doen, maer dat sij soo
door
Dreijgementen als andersints van haer vader meede is
moeten gaen.
Dat sij Gedetineerde alsdoen met haer vader dien avond
is uijtgegaen
naer't Huijs van den Hamaker en denselven aengeroepen
heeft met de
welke sij gedetin. gegaen is agter de weijde van
Nicolaes Riemps aen
den Heekerbosch en aldaer gevonden hebben de andere
Heeker
complicen. Bij dewelke sij komende sij gedetin. segde
aen haer
vader ik sien wel wat te doen is, als ik dat geweeten
hadde, had ik
te huijs gebleeven. Haer vader daerop antwoorde, had
ik't dig eerder gesegt, dan wist ik wel dat gij niet
meede soude gegaen hebben.
Gevraegt sijnde waeromme sij niet terug was gegaen soo
dra gewaer
wirde dat't op steelen soude aengaen, verclaerdt sulxs
niet te hebben
durven doen, nadien haer vader haer dreijgde te slaen
indien niet verder
meede wilde gaen.
Dat naer eenigen tijdt malcanderen gesprooken te hebben,
sij tesamen
opgegaen sijn naer Geenhout. Daer komende dat sij de
andere Com-
plicen hiervoren genoemt en meer andere reeds daer
vonden. Voor't
overige ontrent de omstandigheeden verclaert sij
Gedetineerde te
blijven persisteeren bij haere voorige Depositiλns,
alleenlijk daerbij
voegende dat sij Jen de Huijsvrouw van Willem
Habets aldaer aen
't huijs van Frissen gevonden heeft, en dat sij
Gedetineerde 't gouden cruijs van haer vader niet
ontfangen heeft maer in plaetse van 'tselve eenen
Rijxsdaelder bekomen.
Schaesberg
Verder als voor plichtig te staen aen den Diefstal
begaen op den
Schaesberg meede in den Jaere 1760. Dat sij Gedetineerde
daerbij
heeft sien assisteeren alle genoemde en opgegeevene
Complice aen
haer Gedetin. Duijdelijk voorgeleesen en meer andere aen
haer
onbekendt. Maer soo vast vermeent dat sij Henske
Drummen
schoonsoon van Anthon. Emants meede aldaer
gesien heeft.
Verclaerdt verders ontrent de omstandigheeden van
voorschreven Diefstal in alle deele bij haer voorige
responsiven dewelke aen haer duijdelijk voorgeleesen
sijn, te blijven persisteeren.
Art.5
Expedivit se art. prζcedente.
Art. 6
Segt den Eedt bij de bende gebruijkelijk niet
uijtgesworen te hebben,
maer wel op Dreijgementen van doodtgeslagen te worden
aen haer
vader te hebben moeten beloofen van niets te
veropenbaere.
Art. 7.
Sulxs niet te weeten als alleenig op 't vragen dat sij
Gedetineerde aen haer
vader deed, waerom so veel menschen bijeen waren, ofte
hun complot
soo sterk was, hij tot haer geantwoordt hadde, daer sal
een religeons
krijg ontstaen.
Art. 8
Geen Hoofdt ofte chef van haere bende te weeten ofte te
kennen.
Verclaert
verder ontrent de bende als andersints niets meer te
weeten.
ses uuren
En heeft naer duijdelijke voorlesing hier bij
blijven persisteeren ten eijnde
gehandtmerk
Geertruij Boosch
Nobis presentibus
J. Theod. Craen P.Vanden Heuvel
P.J. van Gendt J.L. Wintgens
J. Wateler A. Wilmar
|
|