DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS |
Entree Documenten Processtukken Scherp verhoor
PROCESSTUKKEN |
Personeele responsiven bij Scherper Examen ...Ter instantie van Den WelEedelst. Heer en Mr. J.G. Farjon. Luit.-Drossard deeses Lands nomine officii informant en Claeger ...Gedaen door Hermanus Heugens |
||||
.....Mercurij den 9 Junij 1773 Is van wegens den Heere HoogDrossard gesistert den voormelten Gedetineerde Hermanus Heugens. Den welken nae dat hem nogmaals was aangesegt de waarheijd te moeten bekennen, en het vonnis van Scherper Examen voorgelesen sijnde en de Territie behoorlijk geschied sijnde en niets willende bekennen, is denselven aan den ScherpRegter overgelevert geworden. En door denselven op de Stoel van Torture gebrogt en gebonden sijnde, sijn hem de Duijmschruijven worden geappliceert. En hardneckig blijvende is hem de regter Scheenschruijve worden opgeset. Waernae bekende pligtig te sijn |
||||
Art.1 |
aan verscheidene huijsbraaken en
diefstallen. Beneffens veele andere, dewelke hij belooft
bij ieder Diefstal Particulier te sullen noemen. Sijnde hij geweest bij Martinus aan de hand, bij Ritzen in het Panhuijs te Wijnands Rade, tot Wurm, Heungen bij Millen, Immendorff en Havert. |
|||
Art 2 |
Verklaart bij den Diefstal bij Walraven
in de Maasband niet geassisteert te hebben. |
|||
Art 3 |
Bekent meede pligtig en handdaadig te
sijn aan den geweldigen diefstal gebeurt bij Martinus
aan de hand. Waarbij mede geassisteert hebben |
|||
de Vilder Hermanus en Matthijs Sengen Matthijs van den Berg Dirk Roosboom Hendrik Kreijten t' -Helmusken Benaedjen Jacobus Ritzen Steinhens Houben Hens Caspar den Bode Leonard Spierts Emond Smeets en meer andere soo van Heerlen als andere Plaatsen, die hij wel meer gesien, maar niet met hunne naemen weet te noemen. Van welken diefstal hij gedetineerde t'Eerste is worden geadverteert door sijnen Swaeger Helmusken. Als wanneer hij gedetineerde gewaepent met eenen Stock en d'overige met Stocken en Schietgeweer sig versaemelt hebben aan den Groenedale. Waernaertoe hij met Helmusken alleen gegaan is en d'andere Heerlensche aldaar gevonden heeft. En voorts gegaan sijnde tot aan de weijde van Martinus Schröders aan de hand vervoegden sig nog eenen Troup vreemde Persoonen van agter door de weijde koomende bij hun. Alswanneer reets eenige van de Complicen met geweld in huijs gebrooken waeren en hij gedetineerde boven de hand aan een kleen huijsken op schildwagt gestelt wierde, dierhalve de regte omstandigheeden hoe deselve in huijs geraakt sijn en wat daarinne gedaan hebben niet weet te detailleeren. Als alleenlijk dat sijne Complicen uijtkomende verscheijde Packen uijtbrogten, waarvan een door den vilder, een door Steenhens en d'overige door de vreemde gedraegen wierden. Hebbende sij als toen moeten vlugten en t'huijs verlaeten door dien niet alleen op de klock geslaegen wierde maar ook hulp geroepen en een scheut gedaan wierde. Van welken diefstal hij gedetineerde uijt handen van den vilder ontfangen heeft neegen stuijvers. --------------------------------- |
||||
Art.4 |
Verklaart en bekent meede pligtig en
handdaadig te sijn aan den Violente Diefstal gebeurt bij
Henricus Ritzen in t'Panhuijs tot Wijnands Rade, waarbij
meede geassisteert hebben Bernard Kempener, Jacobus
Ritzen, Dirk Roosboom, Leonard Speerts, Matthijs van den
Berg, Hendrik Kreijten, Matt, Sengen, Manus
Sengen, Nicolaas Hersler, Helmus Cordewener, Steijns
Hens, Houben Hens, Casperke de Bode, Emond Smeets,
en meer andere dewelke hij segt niet gekent te hebben. Waervan hem gedetineerde d'eerste advertentie is gegeeven door Helmusken. Alswanneer hij gedetineerde gewaepent met eenen Stock, en d'overige met Stocken, Flinten en Pistolen sig met hun Dertiene versaemelt hebben aan de Brommeler Moolen, hebbende sij d'overige Complicen gevonden tot Wijnands Rade. Alwaar sij de Deure met gewelt opgeloopen hebbende, den hospes eenen Scheut gedaan heeft. T'welk van buijten door de nagtsdieven beantwoord wordende, sij denselven overweldigt, gruwelijk gebonden en geslaagen hebben, soo als ook de overige in huijs sijnde Personen. Deselve van alle vind- en draegbaere geld en goederen berooft hebben, gebonden in verscheijde Packen. Dewelke hij niet weet, wie deselve gedraagen heeft, sijnde hij met Hendrik Kreijten, Helmusken en Dirk Roosboom vooruit gegaan. Van welken Diefstal hij gedetineerde uijt handen van Helmusken ontfangen heeft twee schellingen. |
|||
Art. 5 |
Bekent meede geassisteert te hebben en
pligtig te sijn aan den geweldigen Diefstal gebeurt tot
Wurm in den lande van Gulik. Waarbij handdaadig en
present geweest sijn deselve Persoonen bij de twee
overige Diefstallen genoemt, dewelke hem op sijn
versoek sijn worden voorgeleesen. Verklarende dat er nog
veele andere bij geassisteert hebben, dewelke deels
reets geëxecuteert sijn en nog deels sitten,waeraan hij
nooijt geene kennisse gehad heeft en niet anders als
nagts gesien heeft en daeromme niet kan noemen, nog
positive seggen die of die. Van welke diefstal hij gedetineerde alwederom is worden geadverteert door Helmusken. Alswanneer hij gedetineerde gewaepent met eenen Stock en de andere nagtdieven met Stokken en Schietgeweer. Hebbende hun versamelt in de Heer Heldeviers Heijde en tesamen voorbij Nieuwen Hagen en Waubag door gegaan zijnde op Wurm aan alwaar sij gevonden hebben eene groote bande van Gauwdieven, wel ontrent vijftig. En als doen de gedetineerde op Schildwagt wierde geset door den vilder en Helmusken voornoemt, digt bij die Rivier der Worm. Hebbende hij gedetineerde hooren seggen van den vilder en Helmusken dat zij aldaar door een venster waren ingebroken en alle het geen zij in het huijs vonden gestoolen hadden. Waarvan hij twee Packen gesien heeft, dewelke naar verblijf van omtrent twee uijren in t'huijs door de vreemde sijn worden vervoert. Van welken diefstal hij gedetineerde uijt handen van Helmusken ontfangen en geprofiteert heeft tien merk(?). |
|||
Art 6. |
Bekent meede handdaadig te sijn geweest
aan den Diefstal gebeurt tot Heungen bij Millen. Waaraan
mede pligtig sijn der Vilder te paerd, Manus en Matthijs
Sengen, Matth. van den Berg, Leonard Spierts, Dirk
Roosboom, Bernard Kempenaars, Steen Hens, t'Helmusken en
meer andere dewelke hij verklaart niet gekent te hebben. Van welken diefstal hij alwederomme door Helmusken is geadverteert geworden. Als wanneer sij sig aan de Heerlerheijde bij den Vilder versaemelt hebbende gegaan sijn, hij gedetineerde gewaepent met eenen Stock en d'andere met Stock en Schietgeweer, tusschen Merkelbeek en Broensem door. Alwaar sig nog eenen Troep andere bij hem voegde, waer onder segt geene gekent te hebben. Dat sij als toen gekoomen sijnde tot Heungen, door een venster sijn ingebrooken en de luijden gebonden hebbende, deselve van alle Draagbare Effecten, huijsmobiliën en kleederen berooft hebben, deselve in Sacken en Packen gebonden en op des Vilders Peerd vervoert hebben. Van welken diefstal hij gedetineerde uijt handen van den Vilder ontfangen heeft twee schellingen. En vermits reets over middag soo heeft men geresolveert met verder ondervraegen te suspendeeren tot agter middag . |
|||
Continuatio Post Meridiem Is wederomme gesisteert den voors. gedetineerden en aan deselve de Depositiens van heeden morgen voorgeleesen sijnde, verclaarde daarbij te blijven persisteeren en verders gevraagd sijnde heeft verklaart |
||||
Ad 7 |
Verklaart bij den Violenten Diefstal op
de Nieuwstad niet geweest te sijn |
|||
Art.8 |
Verklaart ook niet geassisteert te
hebben bij den Diefstal tot Vrijaldenhoven |
|||
Art.9 |
Verklaart meede niet bij Matthijs
Benders aan de Heerlerheijde geweest te sijn |
|||
Art.
10 |
Ook niet in de herberg op ten Eschen |
|||
Art.
11 |
Bekend mede handdadig te zijn en
gecoöpereert te hebben aan den Violenten Diefstal
gecommitteert bij de weduwe Janssen in Immendorff. Waerbij meede geassisteert hebben de bij de voorige Diefstallen genomineerde Personen en dan Homperts Hans, Leonard Hoenen, Willem Deegens, Andries Sijstermans, Lambert uijt het Straatje sijnde den Eijdom uijt het Heijlshöfke, Peter Rietraed, Math. Rietraed, Joannes Heuts van Overbroek en desselfs halfbroer Henricus Ritzen, eenen wolspinner Frans Smeets soone van Edmond Smeets, KalverJanneken van Bronsem, Hubert Parren van Calhoven, woonende onder aan het End tegen de moolen te Bronsem, Dirk Hersseler van Neerbeek, Peter Schrijen agter de kerk te Schinnen, de Hackwoorst in't Hullebroek geboortig uijt de Heek, Hans Hendrik Krijns van Geleen, Willem woonende omtrent den Raamaker te Neerbeek Spaans territoir, Nog eenen van Geleen genoemt Hans Willem, eenen eijgener hebbende een Peerd, woonende boven naar de kant van Lutteraede, Den soone van Vaesken van Abshoven genoemt Joannes of Peter, sijnde reets gevlucht of weggeloopen, Eenen van Schinvelderbroek genaamt Hens wiens vaeder gerigt is, Meltzer Priken woonende tot Schinnen onder aan het Schuitenend bij sijn swaeger Matthijsken sijnde eenen wolspinner, Louten Dirk van Munstergeleen sijnde een bedelaar, Wijn Winckens van Leijebroek sijnde den soone van de Henne, Hendrik bijgenoemt Deegels eijdom woonende tot Naegelbeek. Verklaerende den gedetineerde dat de laastgenoemde ook meede geassisteert bij de Diefstallen te Wurm en Heugen bij Millen en die van Schinnen ook te Wijnandsraede dog d'andere niet. Van welke Diefstal hij t'eerste is worden geadverteert door den Vilder en Matthijs Sengen s'dags tevoore. [Zie ook corpus delicti] Als wanneer sij nagtsdieven, hij gedetineerde met enen Stock, den Vilder met twee pistoole en d'overige met Stocken en Schietgeweer sig versamelt hebben bij den vilder als waar sig de uijtheemste van Schinnen, Leijenbroek, Geleen etc. meede vergaederden, sijnde Peter Schrijen van Schinnen te Paard daarbij. Waervandaan sij door de heijde op Geijlenkerken aan gegaan sijn tot Immendorff. Alwaar zij onder een venster ingebrooken sijnde de in huijs sijnde luijden van alle vind- en draagbaere Effecten berooft en bestoolen hebben, gebonden in drie Packen die den gedetineerden gesien heeft. Waarvan een naar Schinnen is worden getransporteert, sonder dat hij weet waar de andere gebleven. Hebbende hij gedetineerde van deesen Diefstal uijt handen van Nicolas Hersseler ontfangen een en twintig stuijvers. |
|||
Art.12 |
Verklaart bij den Diefstal tot Hunshoven
niet geassisteert te hebben. |
|||
Art.
13 |
Verklaart ook niet bij die van Heungen |
|||
Art.
14 |
Bekent mede gecoopereert te hebben en
pligtig te zijn aan den Geweldigen Diefstal begaan en
geperpetreert tot Havert bij de juffrouw Steijntjens.
Dat daar bij mede geassisteert hebben Helmus Cordewener,
der Kreijt, Dirk Roseboom, Matt. en Manus Sengen, der
Vilder, Steijn Hens, Louten Dirk van Munstergeleen,
Vaeskes zoon van Abshoven genaamt Peter of Johannis,
Wijn Wijnen soon van de Hin van Leijenbroek, Willem van
Spaans Neerbeek, Hendrik van Nagelbeke door de wandeling
genaamt Degels eijdom, Kalver Janneke, Joannes Benders,
Frans Smeets van Bronsem, Andries Sijstermans woond
thans op Nieuwenhaegen, Matthijs van den Berg, Willem
Deegens uijt de Gansweijde, Hupken van Valhoven, Hendrik
der soon van Willem die geregt is, Joannes Heuts van
Overbroek, de Hackworst van t'Hullebroek, den Ritzen van
t'Overbroek getrouwt met de Dochter van Kopzaime(?) van
de gemeente. Tot welken diefstal hij t'eerste is worden geanimeert door Hendrik Kreijten. Als wanneer sij sig vergaedert hebben bij den vilder aan de Heerler heijde, vanwaer, den gedetineerde met eenen Stock en d'andere met Stocken en Schietgeweer gewaepent zijnde, gesaemenderhandt tusschen Bronsem en Jabicht door gegaan sijn tot Havert voornoemt en aldaer de Deuren en vensters met gewelt geforceert en opgebrooken hebbende de in huijs sijnde gebonden en gekneevelt en van allevind- en draegbaere Effecten berooft hebben, deselve in Packen gebonden en op een Peerd gelaaden hebben. Van welken Diefstal hij gedetineerde geprofiteert heeft uijt handen van Hendrik Kreijten 15 stuijvers. |
|||
Art.
15 |
Expedivit se |
|||
Art.
16 |
Verklaart aan geene diefstallen meer
pligtig te sijn. |
|||
Art 17 |
Verklaart nooijt diergelijk verbond
gemaakt of Eed gesworen te hebben |
|||
Art 18 |
Verklaart van den Brand van Valkenborg
in t'geheel niet te weeten en ten selven daege op
Terworm bij de muijrers als opperknegt gearbeijd te
hebben en verders niets daar van te weeten. En heeft naar Prælectuijre blijven persisteeren ten fine deese vermits schrijvens onervaeren gehandmerkt |
|||
Dit is het + eijge
merk van Hermanus Heugens Nobis presentibus J.Theod.v.Craen C. Swildens J.L. Wintgens L.G. Pelt N. Neijssen J.B.VCotzhuijsen |
||||
Afstammelingen van Bokkenrijders |
Verzameld door John van Eekelen
|