|
Personeele Responderinge inge-
volge Decreet van Torture op heden
verleent gedaen door Wijn Meels ge-
detineerde en Beclaegdhe in Judicio
Extraordinario op het Casteel van
Amstenraedt den 11den sept. 1743
Ten overstaen van den Heere Dros-
saerd en schepenen der Bancken
Oirsbeek en Brounssem
Den beclaegde Wijn Meels door den
Heere Drossard in judicio gesisteert ende gehort op het
Directoir op heden geëxhibeert heeft
Ad art.: 1 mum
Vrijwilligh sonder pijne bekent dat hij met vele andere
gesellen ende gesellinnen heeft geassisteert aen
verscheijde huijsbraacke ende diefstallen. Verclaerende
voor sijne complicen ende medehelpers:
Korst en Johannes
Klinckers,
Mathijs Ponts
ende sijne twee
soonen ende
desselfs dochter doghter op het huijs
van Honsbroeck gevangen
Martintje den speelman van Doenraadt,
den fluijter van
Brounssem ende Lenaard oock van Brounssem,
den tambour van Schinveldt,
Hans sijnen broeder, Hendrick Meels,
het Blockmantjen,
Thijssen Anthoon van Merckelbeeck
woonende op den Scheijdt,
Lambert den soon van den fluijtert, soldaet geweest
sijnde onder de Palsche ende getrouwt over de andere
sijde van de Maase ontrent Reckem. Ex post zegt dat hij
sigh Thomas noemt.
Ubachs van Schinvelt alhier
gedetineerde,
Peter van Schinfelt ook alhier
gedetineerde
den oudsten soon van Martijntje den speelman in
hollantsen Dienst,
eenen santkraemer van Honsbroeck die
hij seght hem beclaeghde te gelijcken, hebbende swarte
hairen,
sijns beclaegden suster Margarita
verkleedt in mans cleederen,
Dirck woonende in een bouw bij Korst Klinckers aen den
Muijsbergh tot Honsbroeck,
de dochter van Korst Klinckerts genaemt Jenne of Marie
oudt ontrent de sesthien jaar, dewelcke hij seght te
hebben helpen packen draegen van den Diefstal tot
Marrienbergh aen de Pastorie,
den rooden speelman
van Naegelbeck genoemt Jan met sijnen soone Johannes,
eenen van Schinnen woonende achter de kercke naer den
kant van de Beempden, sigh noemende Johannes, gebortigh
van Nuth, getrouwt,
Peter eenen slotmaeker oudt ontrent de veertigh jaaren,
bruynachtigh van haijr, wat smal van postuijr en
opgeschooten, getrouwd sijnde, woonende op de
linckerseijde in Schinnen afgaende van de kerck naer het
dorp in.
Item nogh eenen kerel van Honsbroeck, kleen van postuer,
scheijnende van ouder omtrent veertigh jaaren met bruijn
swart wat gekrulde haijren, die hij segt bij de vilder
van Honsbroeck gesien te hebben, so tot Merrienbergh als
bij andere huijsbraacken in die quartieren begaen.
ad2dum
Bekent bij de getenteerde huijsbraacken ten huijse van
Mevrouw de Weduwe Duijckers present te sijn geweest.
Matthijs Ponts met sijne twe soonen Peeter en Hendrick,
desselfs dochter Marie verkleet in manskleederen. Korst
Klinckerts met sijne soone Johannes, Hendrick Meels, den
santkreemer van Honsbroeck, Jan den fluijter met sijnen
soon hier voor gedesigneert; Leonard van Brounssem, den
Tambour van Schinveldt, Peter van Schinveldt woonende
aen de heijde mede gedetineerde alhier, den ouden Ubach
van Schinveldt oock hier gevangen, Martientje de
speelman van Doenraed met sijnen soone Joannes; den
rooden speelman van Naegelbeeck met sijnen soone
Johannes, oock op de viole spelende. Item de twee van
Schinnen hier vooren gedesigneert, den nogh sijns
gedetineerden suster Griet, verders Thijsen Anthoon van
den Scheijt.
Verklaert gewaepent geweest te sijn met eenen
snaphaen, ende sijnen broeder Hendrick met eene
sackpistolle, hebbende deselve gecregen bij den rooden
Jan van Merckelbeck. Ende dat Matthijs Ponts mede
gebracht hadde een kouter tot het inbreecken
ad 3tium
Seght bij desen inbraeck ende diefstal begaen ten huijse
van Mathijs Houdtvast te Grijsegrubbe geassisteert te
hebben sijnen broeder Hindrick, Mathijs Pondts, desselfs
soonen voors.; Martintje den speelman mat sijnen soone,
den rooden speelman van Naegelbeck met sijnen soone
voors.; Korst en Joannes Klinkerts, den santcreemer
voors.; den fleuter van Brounssem, Leonard van Brounssem
ende den Tambour.
Verclaert dat sijne gesellen Korst en Joannes
Klinckers met Hendrick Meels ende Peeter Ponts den
kelder hebben helpen inbreecken, waeruijt sij gehad
hebben twee baeren of potten botter, ende twee veerdel
speck uijt de keuken. Hetgene onder hun alle is verdeelt
geworden, te weeten het speck ten huijse van seeckeren
kerel, hem soo hij seght onbekent ende door hem hiervoor
niet gedesigneert onder de voorige complicen uijt
onbedagsam heijt, ende woonende in een gehught onder
Nuth, een weenigh boven het dorp geleegen, dien hij
seght niet wel ter taele te weesen. Ende dat de booter
in het voors. huijs dien naght verbleeven is, ende
vervolgens verkoght en dat hij op sijn deel daer aff
becoomen heeft door Korst Klinckers drij en een halve
schelling.
Ende mits den dagh voorbij is, soo is het
vervolgh gediffereert tot mogen.
Ende inmiddels dese door de presente scheepenen voors.
beneffens den Beclaegde eijgenhandigh onder teekent naer
voorgedaene praelecture van dese ..ven gedaen, welcke
verklaerde overal daarbij te persisteren sonder iets te
willen bij of af hebben
(was geeekent) dit is het merck X van Wijn Meels
verklaerende niet te konnen schrijven
(onderstont) ita attestamur
(waeren geteekent) Paes Limpens, Leonard Lahaije, Dirk
Lindemans, Paulus Paulussen, Peter jans ende
R.Corten secretarius
Continuatie en personele
Responderinge bij scherper
examinatie van de Beclaegde
Wijn Meels ten overstaen van
den heere Drossaerd en schee-
penen der Bancken Oirsbeck
en Brunsem den 12 sept. 1743
Den Heere drossaerd sisteert weder den
Gedetineerde Wijn Meels. Vervolgens heeft gerespondeert
van't voors. Directoir ende geconfirmeert.
ad art. 4
Dat hij mede heeft geholpen aen de inbraeck ende
diefstal begaen tot Loverich aen seecker huijs wiens
naem hij seght niet te weeten.
Ende dat hij daertoe is geroepen geweest door
Peter Ponts en Korst Klinckers. Dat sij op de heijde
omtrent het vrouw Cilien Boschken gevonden hebben de
fleuter met sijnen soon hier vorens gedesigneert, Lenard
Jans, den tambour van Schinfeldt, Peter van Schinveldt
woonende aen de heijde, welcke hij seght te hebben
aengeroepen. Verders ...
{ Hier ontbreken verschillende bladen van het origineel
en de rest van deze 'continuatie' en het begin van de
volgende recollering verloren zijn gegaan }
...
duijdelijck van woorde te woorde voorgeleesen heeft
Beclaegde noghmaels verklaert wel uijterlijck over al
daerbij te blijven persisteren. Adderende dat sijne
Griet in mans kleederen verkleedt aen dese invasien mede
plichtigh is.
art 6tum
Persisteert bij sijne bekentenisse en responsiven
raeckende den diefstal op de pastorie tot Merrienbergh
begaen, sijnde deselve aen hem beclaegde van woorde te
woorde wel duijdelijck voorgelesen.
ad 7mum
Naerdat aen hem beclaegde van woorde te woorde sijne
bekentenisse wel duijdelijck is worden vor gelesen,
raeckende den diefstal ende inbraecke in den kelder van
Hendrick den schoenmaecker tot Brounsem, heeft overal
daerbij blijven persisteeren bij sijne responsiven den
12 deses gedaen
ad 8vum
Sijnde aen hem beclaegde van woorde te woorde wel
duijdelijck voorgeleesen sijne confessie bij scherper
examinatie over den diefstal tot Twembruggen gedaen,
heeft verclaert overal daerbij te blijven persisteren
ad 9vum
Persisteert bij sijne ontkentenisse
ad 10mum
Ende naerdat aen den beclaegde wel duijdelijck van
woorde te woorde is worden voorgeleesen sijne
bekentenisse bij scherper examinatie gedaen over de
kerckdieverije tot Marienberg begaen, heeft (uijterlijck
over al well uijterlijck daerbij blijven persisteren.
En naerdat aaen hem beclaegde dese sijne
bovenstaende vrijwillige persisteringen, bekentenissen
ende verklaeringen, beneffens alle sijne responsiven bij
scherpere examinatie gedaen op heden noghmaels wel
duijdelijck voorgeleesen sijnde, ende de Beclaegde
gevraeght of hij nog iets daerbij ofte af wilde doen,
heeft verclaert van neen en daerbij alnoch
gepersisteert.
En in oirconde van dien heeft dese beneffens ons
schepenen eijgenhandigh gehandt merckt op dagh, jaere,
plaetse als boven
(was geteekent) dit is het merck X van Wijn Meels
verclaerende niet te kunnen schrijven
(onderstont) Ita attestamur
(waeren geteekent) Leonard Hennen, Severen Frijns,
Leonard Lahaye, Paulus Paulsen ende R. Corten,
secretarius
|
|