DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


Entree  •  Documenten  •  Processtukken •  Vonnis scherp examen

PROCESSTUKKEN

Verbaal Scripto cum annexo tegen Geertruid Bosch 31 mei 1775
 •••••  RHCL Maastricht  •••••  LvO 8169  •••••





Verbaal Scripto Cum annexo
.....Voor
Den WelEed. Gestr.
Heer en Mr. W.D. Vignon
Lt. Hoogdros
sard deezes Lands
nom. officij Informant
.....Tegens
Geertruijt Bosch gedetineerde



Den. voors. Heer Informant bij sijne ingenomen Informatiën en poursuites
tegens de Gedet. gedaan en ter acten berustende hebbende doen voor-
komen dat deselve onder de Bende gauwdieven in de omleggende
plaatze ontdekt, gehoord en haar pligtig gemaekt aan de Violente dief-
stallen en huijsbraken en Sinanter bij Joannes Frissen in Arendsgenhout
en aen den tweeden diefstal op den Schaelsberg bij den overledenen en
Broer Pitter door die der Bende gedaan en gecommitteert, niet alleen,
neen maar selvs andere geďnduceert heeft tot uijtsweren van den Eede bij
Gem. Bende gebruijkelijk; des Eerbiedig Relaas tot de personele
responsiven van Lamb. Akkermans, Joannes Lahaije en Hendrik Bakbier
ende de gedetineerde respective gehouden, welk dat van alsulk gevoeg
geweest is, da Ued. Achtb. geen het minste denkbeelt geformeert hebben
gehad van haar naer gedane visitatie der acten op den 23e Meert laatst-
leden tot de torture of Scherper examen naar voorgaende territie per
omnes gradus te condemneren, bij alwelk Scherper examen de gedetin.
dan ook (Sonder dat aan haar bekent gemaekt sijn geweest de diefstallen
waerover geaccuseert bij anderen) geconfesseert en bekent heeft pligtig
te staan aan de diefstallen waar aff beschuldigt bij anderen, alwelke
gedane responsiven gelijk als met den vinger aantonen dat haar seggen
niet gefingeert kan weezen, doordien met het seggen van anderen in allen
deelen overeenkomstig is, en geattendeert dezelve naar haare gedane
Confessie valschelijk voorbegrogt heeft gehad, eensdeels ten teide den
Diefstal in Arensgenhout bij Frissen gecommitteert is, gewoont te hebben
te Maastrigt in St. Servaas Wijnkelder, Voorgevende deselve te wesen
haare vierde huijre, en dat voor deze vierde huure gewoont hadde bij
Mevrouw Jacob, alwelke ten teide de Gedetin. aldaar woonde aflijvig
was geworden, en anderdeels dat ten teide den diefstal bij den Eremijt op
den Schaasberg gecommitteert gewoont heeft ten huijse van haaren
vaeder in de Heek, Zoo worden UEd. Achtb. gebeden maar in te sien de
Corpora delictorum des geseide diefstallen, als wanneer sal bevonden
worden dezelve begaan te weezen beide in den Jaare 1760, alsmeede
het Extract hier nevens gevoegt [zie onder], Zoo sal onweedersprekelijk
moeten voorkomen dat de gedetin. haar met volstrekte leugens soekt te
helepen, en alsoo was 't mogelijk de regtmatige straffe te ontgaan, want
uijt het gemelde Extract komt te blijken dat Mevrouw Jacob alwaar de
gedetin. segt gewoont te hebben in den jaare 1762 aflijvig geworden is,
en zoo volgens onmogelijk is dat in den Jaare 1760 in den Wijnkelder
gewoont heeft, overmits volgens haar eijgen opgeven van Mevrouw
Jacob naar den Wijnkelder in huijre gegaan is, dus de Heer informant
Vertrouwt dat op het allegueren van haaren albi geen verder reguart
genomen mag worden, te meer daar uijt het recordium door d'heeren
Schepenen Wintgens en van den Heuvel wegens eene oculair Inspectie
geven komt te blijken dat haar met de Vlugt heeft soeken te saeveren,
niet alleen, maar daar en boven de huijsvrouwe van Daniel Prevost
aangesogt heeft om eenige als onder de Bende gehorende te waar-
schouwen, het welk niet hadde kunnen geschieden bij soo verre dezelve
niet bij diefstallen hadde sien assisteren.
Om deeze en meer andere Redenen ex officio te suppleren.
Concluderende Contendeert den Heer Informant ten eijnde de gedetin.
in Cas van verdere ontkentenisse naar voorgaande territie nader per omnes gradus torture tot bekentenisse mag worden gebrogt, en daartoe
mag worden gecondemneert.
Cum expensis

Implorerende
C. L. de Limpens
––1775






EXTRACT UIT HET BEGRAVENIS
REGISTER VAN DE JANS KERK
TE MAASTRIGT

Anno Zeventienhonderd Twee en Zestig, op den 26 October,
is begraven in de Waalsch Kerk, Mevrouw Anna Eleonora Weber,
Weduwe wijle den Heer S. M. Jacob.
Waarheid dezes, heb ik dit eigenhandig ondertekend.

Actum Maastrigt
den 30 April 1775
R. BENNET
Coster van voorsz. Kerk
[terug]



Email

Naar boven





































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER