|
Gesien bij Mijn Heeren
Schepenen der Hoofdstad 's Hertogenbossche de
Remonstrantie met negen en twintig annexen aan Hen
overgegeeven by, ofte van wegens den Hoogh Ed: Hoogh
Welgeb: Gestr: Heere Rheynhard Burchard Rutger Grave van
Rechteren, Vryheer van Gramsbergen Etc. Etc. Etc. Hoogh
ende Laagschout over
de Stad en Meijerije van 's Hertogenbosche, op ende
jegens Johannes van den Esschen, alias den Welschen
Johannes, Gedetineerden op dezer Stads Gevangene Poorte,
tenderende, ten eynde aen den Gedetineerde vermits zijne
hertnekkige ontkentnisse der faiten, en diefstallen, hem
ten laste gelegt, de tortuure extraordinairis werde
geappliceert. En op alles wel en rijpelijck gelet, Mijne
Heeren Schepenen appoincteren, dat den gedeti-neerde
Johannes van den Esschen, geboortig tot Nieuwenhagen,
ter sake van syne malitieuse ontkentenisse, gebragt sal
worden ter scherper examen, omme, des selfs mondelinge
confessie gehoort, ten principale gedisponeert te
worden, als nae gelegentheijt van saken bevonden sal
worden te behooren; Den voornoemden Gedetineerdein
voorschr. scherp examen condemnerende bij, ende mits
desen, Actum den agste September 1700, vier en veertig,
Presenten de Heeren Mr. Ewoud Hendrick Storm van 's
Gravesande, President, Doctor Nicolaas de Blankendaal,
Leonard Johan Smits, Mr. Hendrick de Kempenaar, Mr.
Arent Verspiecq, Mr. Willem van der Does, Doctor
Theodoor de Marcq, Mr. Jan Hendrick van Heurn.
|