|
Ghesien bij ons
onderschrevenen de acten in saecke Criminele van den
Heer officier der Bancke Ubach nomine officii claeger,
tegens den gedetineerden Renerus Engelen,
gementioneert bij den inventaris van den 18 deses, Wij
zijn van gevoelens dat nu behoort in saecke
geinterloceert te worden als volgt:
D'Heer officier der Bancke
Ubach nomine officii claeger
Renerus Engelen gedetineerden
Visis actis, Schepenen der Bancke
Ubach, met advies van twee rechtsgeleerde Schepenen
van het hooft-gerecht van Limbourg, reguleren den
gedetineerden tot bekentenisse van den diefstens,
misdaeden ende feijtelijckheden waervan hij ten
processe is belast geworden, ende tot
circumstancieringhe derselve, mitsgaeders tot
verclaeringhe van de gesellen, daeraen medegholpen
ofte eenigsints gecoopereert hebbende.
Ende bij gebreeke van het eene ofte het andere,
verwijsen hem gedetineerden tot scherpe examinatie
servatis servandis werckstellig te maecken ter
discretie van eenen Licentiaet in de medicijnen ende
eenen chirurgijn daeraen tegenwoordigh, om des gedaen,
aenders gedisponeert te worden, nae verheijsch van
saecke. De preuven tegens denselven ten processe
gefurneert blijvende ondertusschens geheel.
Actum in judicio extraordinario den . . . . . .
. .
Alsoo geopineert den 25en septembris 1773
J.J.F. Ernst
J. Thielen
|
|