DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


EntreeDocumentenProcesstukkenVragen verhoor

PROCESSTUKKEN

Feiten van Belastinge tegen Jan Schoerens van Thul
en ondervraging, Schinnen 21 nov. 1743
RHCL Maastricht ••• LvO 2024













 Exhibitum den 21 novembris1743

Feijten van Belaestinge
voor
Den Heere officier deeser Heerlickheijt
nomine officij claeger
Tegens
Jan Schoerens van Thul gedetineerde
ende Criminelijck beclaeghde











































Personele responderinge
geeffectueert door Jan Schorens
van Tul beclaegde ende gede-
tineerde op de vraegh articulen
van weghen 's heer officier
tot desselfs laste geëxhibeert
op t huijs Schinnen heden den
21 novembris 1743 ten overstaen
de schepenen Gelen, Pijls,
Campo en mij J D Lambermont
schepenen en secretaris der voors.
heerlickheijt Schinnen

Eodem en Coram ijsdem is gesisteert sijnde gecom-
pareerde Jan Schorens van Tull gedetineerde en
Criminele beclaegde denwelcke heeft naer voorgaende
behoorlicke aenmaening op de vraegh articulen tot
desselfs laste geposeert, geantwoordt als volght:

1mo–Hoe oudt hij is, waer gebooren, ende waer tot nu toe gewoont
Op den eersten seght oudt te weesen ontrent de 50
jaeren, in deese heerlickheijt gebooren en tot nu toe

2do–Ofte hij getrouwt, met wije en hoe langh
Ad 2dumgewoont te hebben. Seght ontrent 18 jaeren in huwelick
te sijn met Ida van Vivre. En seght hem te noemen

3tio–Sijnen naem toenaem, alsmede van wat professie ende
waermeede hij hem erneert
Ad 3umJan Schoerens ende eenen daghlooner van professie
te wesen
4to–Waer dat hij sondere kennisse ende langduijrige conversatie
gehadt ende onderhouden heeft met Joannes Katsbergh den
ad 5tum  ouden Oock met desselfs soone Joannes Katsbergh
Ad 4tumSegt Joannes Catsberg wel te kennen, maer met den
selve gheene besondere familiariteijt gehadt te hebben
Ad 5tumSegt denselven vans gelicken wel te kennen


6to–Als meede met Gerlingh Daniels

Ad 6tumSegt Gerlingh Daniels beterder te kennen om des wille
sij te saemen , nu geleden ontrent drij ad vier jaeren
uuijt het Hommerder veldt gestoelen ende ontvoert
seste gerven terve
7mo–Woordt gevraeght ter wat occasie ende om wat redenen hij
deese bekennisse ende familiariteijt gehadt en gepleegt heeft
Ad 7mumSeght uuijt gheene andere redenen gelijckt het blijck
uuijt de voorgaende wilen
8vo–Waer dat den beclaegde hem dickmaels soo bije daegh als
bij nacht ingevonden heeft op seekere plaetsen met de voorts
persoonen ende meer andere door hem te noemen om te
te gaen uijtsteelen
Ad 8vumSeght noeijt met sekere persoonen noch met deselve
bij nagt nochte bij dagh ingevonden te hebben om te
gaen stelen als eene reijse in den sesden articul
aegehaelt
9vo– Dat den gedetineerde meede plichtig ende handdaedig is
geweest aen den getenteerden diefstael bij mevrouwe de
weduwe Duijckers in het Roet
Ad 9vum–Seght aen den getendeerden diefstal bij mevrouwe
Duijckers in het Root niet plichtigh te wesen
10  Hij sal hebben te specificeeren alle complicen die hem aen't
tenteeren van deesen diefstal geholpen, te detailleeren alle
omstanden

Ad 10mumSeght gheene omstandigheeden nochte complicen
te konnen specificeeren, mits aldaer niet present is
geweest.

11 Dat hij vansgelijcken meede gecoöpereert heeft aen den
inbreuckende diefstall geschiet in den winckel seigneur
Clemens achter Sittaerdt op den Steenwegh
12 Soe jae moet bekennen ut ante, wat hij voor siijn deel
gecreegen, ende waer hij daermeede gebleven
Ad 11mumOntkent aenden inbreuck ende diefstal van de
Ad 12mumwinckel van seigneur Clemens op den Steenwegh
achter Sittardt geassisteert te hebben, ende
vervolghens gheene omstanden nochte complicen
te konnen denomineren
13 Item aen de booter diefstael met inbreuck geschiet ten
huijse van Matthijs Haudtvast tot Grijsegrubben bij
bekentenisse als voors.
Ad 13mumOntkent vans gelijcken aen booter diefstal met
inbreuck geschiet ten huijse van Matt. Houdtvast
niet gecoöpereert te hebben
14 Aen het besteelen ende inbreecken de Capellanie van
Honsbroeck
Bij confessie als vooren
Ad 14tumSeght aen het bestelen ende inbreuck van de
Capellanie van Honsbroeck niet geperpetreert
te hebben
15  Aen den getenteerden diefstal op het huijs Schinnen
Aen den inbreuck ende diefstael gecommitteert aen den
Beukenboom onder Limbricht
Ad 15tumOntkent vans gelicken geholpen te hebben
aenden in deesen articul geposeerden diefstal
aenden Beuckenboom
16 Aen den getenteerden diefstal op het huijs Schinnen
Ad 16tumOntkent den inhoudt van deesen articul
17 Dat hij meede geassisteert heeft aen d'invasie ende
diefstal der kercke van Amstenraedt
Ad 17mumSeght aen de kerckdieverije van Amstenrade
niet plichtigh te weesen
18 Aen de kerckdieverije van Brounsum
19 Dat hij  vans gelijcken mede gecoöpereerd heeft aen't
...
Ad 18vumSeght noeijt aen eenighe kerckelicke dief-
19vumstalllen geassisteert te hebben.





Ende naerdat aen beclaeghde Jan Schoerens
van Tul  deese sijne respondderinge duijdelick
van wordt voorgelesen sijn heeft den selve
daerbij per totum overal bliven persisteren
en vervolgens deese mits verclaerende
scrivens onervaren te sijn eeghenhandigh
Behandtmerckt, dato loco en ten overstaen
als vooren.

de handtmerck + van Jan Schorens
verclarende niet  te konnen scriven

  Quod attestamur
  Daem Gielen
  Henderijck Pijls
  Nicolas a Campo
  J.D. Lambermont Secretaris
1743




Naar boven






































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER