|
DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS |
PROCESSTUKKEN |
Interrogatorien Uwe Eerentfeste worden gebeeden de bovengenoemde gedetineerden over de naervolgende artikelen in persoon te verhooren en deselver responsiven in geschrifte te redigeeren, quo facto copije omme etc. |
||||
1. |
Aan de gedetineerden
hunne naamen, toenaamen, ouderdommen, geboorteplaatzen, kostwinningen af te vragen. |
|||
2. |
Of zij gedetineerdens
niet benevens veele anderen plichtig ende handdaadig sijn aan verscheijden huijsbraaken en diefstallen |
|||
3. |
En signantelijk of niet
gecoöpereert hebben aan den geweldigen diefstall begaan bij Martinus Schröders |
|||
4. |
Item bij Ritzen in het
panhuijs tot Wijnandsraede |
|||
5. |
Item tot Wurm |
|||
6. | Soo als ook bij Mathijs
Benders |
|||
7. |
Item in de herberge tot
den Eschen. |
|||
8. |
En te Heugen bij Millen |
|||
9. |
Item bij de weduwe
Janssen tot Immendorf |
|||
10. |
Soo als ook bij den
Pastor tot Hunshoven |
|||
11. |
Bij de Juffrouwe
Steijntjes tot Haevert |
|||
12. |
Item bij den Pastor tot
Heugen |
|||
13. |
En bij de moolen tot
Baalsbruggen |
|||
14 |
Wie daarbij
geassisteert en de aanslagen gegeeven hebben. Hoe gewaapent en de omstandigheeden waarin. En wat sij gedetineerdens uijt ijder diefstall voor haar aandelen geprofiteert hebben |
|||
15. |
Aan welke diefstallen
sij gedetineerden nog meer pligtig staan |
|||
16. |
Soo als ook of niet
meede uijtgeswooren hebben den Eed, bij hunnen bende gebruijkelijck, waar gedaan, en waarin bestond Cetera Suppliat suppleat æquissimus judex in en op alles te letten |
|||
Imploreerende
L.G. Pelt |
||||
|
Afstammelingen van Bokkenrijders |
Verzameld door John van Eekelen
|