|
Interrogatorien
voor
den WelEd. Gestr. Heer J.G. Farjon
Lt.-Hoogdrossard deeses Lands
nomine officij Informant
omme
in persoon te verhooren Maria Catharina
Dirix gedetineerde op den Landshuijse
van Valckenburg
Uwe Eerentfest worden versoght de boven gemelde
gedetineerde de naervolgende artikelen in persoon te
verhooren, en derselver responsiven in geschrifte te
redigeeren. quo facto aan den heer Informant copije, omme
etc.
1.
Aan de gedetineerde desselfs naam, toenaam, ouderdom,
geboorte plaatse ende kostwinninge af te vragen.
2.
Of de gedetineerde niet plichtig staat aan verscheijde
ongeoorlooftheeden en diefstallen.
3.
Of deselve niet meede gecoopereert heeft aan het steelen
der schroeten bij de wed. Hessels op het huijsken
4.
Hoe sig sulx heeft toegedraagen, waar die schroeten
gebleeven sijn, en wat sij gedetineerde voor haar aandeel
daaruijt geprofiteert heeft
5.
Of sij al verder niet plichtig staat aan de huijsbraake en
diefstal begaan bij de sogenoemde Muijter binnen Herlen.
6.
Wie daarbij geassisteert, hoe sig sulx heeft toegedraagen
en door wien den aanslag gegeeven is.
7.
Waar de vrugten gebleeven en verkogt sijn, voor hoe veel,
en wat sij daaruijt voor haar gedeelte geprofiteert heeft.
8.
Of zij gedetineerde niet kennisse droeg, dat haar broeder
Gerhard Dirks van tijd tot tijd uijt steelen gienge
9.
En of zij niet dikwijls ...weeten gestoole goederen
verkocht heeft en bij wie.
10.
Aan welke diefstallen de gedetineerde nog meer plichtig
staat, alles beneffens de omstandigheeden te openbaaren.
11.
Uijt welke reedenen zij sig uijt de Hoofdbanke Herlen
gevlugt, en op welke plaaatsen sig opgehouden heeft
12.
Of aan haar gedetineerde niets kennelijk of bewust is van
den brand tot Valkenborg voorgevallen, en waar alsdoen
geweest is.
13.
So als ook van de lonten tot Herlen bij d'heeren schepenen
Pelt en Wintgens gevonden
14.
Of niet waaragtig dat er verscheijde dreijgementen sijn
gedaan en door wie.
Cetera suppleat æquissimus Dominus judex auditor in en op
alles etc.
Imploreerende
J.A. Pelt
|
|