|
Aan de Heere
Schout en
Schepenen der
Heerlijkheijt
Nut
Verthoont nedrigs den Notaris
J. Stijnen hoe dat aangesegt
sijnde in te nemen beedigde
declaratie aangaande een
diefstal met gewelddading,
mishandelinge en cnevelarie
[pretensieuselijk] begaan in't
sogenaamde nieuwe huijs
gelegen agter Schummert onder
uwer Edele Erentfeste
jurisdictie en bewoond door
sekeren Campo
...
Eedelijke verhooringe ter
instantie van den Notaris
J. Stijnen ingevolge
Reques-
te heden in Judicio
Extraord.
der Heerlijkh. Nuth
Gepresteert ende
geappointeert,
genoemen heden den
6 dec. 1773
Compareerden heden op dato ende
ter Requeste als voorschr.
Den Eersaemen Nicolaes a Campo,
oud ontrent de 35 Jaeren
behoolijck gedaegt. Den welcken
naer voorgaenden gepresten
Eede heeft verclaert dat hij
van jongs af aen tot den sterfdaeg
toe van desselfs vaeder bij
denselven gewoont ende notanter
met hem altijd gewoont heeft in
sijn huijs genaemt het nieuwe
huijs, gelegen in dese
jurisdictie tusschen Schimmert en Grijse-
grubben. Ende den Deponent
ondervraegt sijnde ofte hem
kennelijk was dat ten tijde dat
desselfs voors. vaeder in voors.
nieuw huijs gewoont hebbende
oijt mogte bestolen, ofte door
dieven eenige geweldadigheden,
mishandelinge, ende kneve-
larijen aen hem ofte de sijnige
int selve huijs moeghte gebeurt
sijn, heeft verclaert noijt
nochtvan inbraek nochte van stelen,
veel weeniger van knevelarijen
die souden in t selve huijs
geperpetreerd sijn geweest,
noijt gesien, nochte uijt den mont
van desselfs vaeder gehoord te
hebben. Gevende als redenen
van weetenschap dat desselfs
voorschr. vaeder altijd alle sijne
huijshoudinge ende wat daer
inne passeerde hem Deponent
heeft aenvertrouwt ende dat hij
deponent als wanneer iet het
minste daer af moeste weeten.
Ende dese aen hem deponent
voorgelesen sijnde heeft over
al daer bij gepersisteert ende
eijgenhandigh onderteekent
nijcolas A Campo
Quod
attestamur
W. Akkermans
schepen
P. Cremers
schepen
J.B. Meijs
secret.
Compareerde
heden in judicio Extraordinario 7a decembris
der Heerlijckheijt Nuth ende
ter requeste als voor, den Eer-
saemen Merten á Campo (Sone van
wijlen Nicolaes á Campo
den ouden) oudt ontrent de 40
jaeren, behoorlijk gedagt. Den
welcken naer voorgaenden
gepresteerden eede heeft verclaert
dat hij eenen geruijmen tijt
met desselfs vaeder gewoont heeft
in sijn huijsgenaemt het nieuwe
huijs gelegen in dese juris-
dictie tusschen Schummert en
Grijsegrubben. Ende den depo-
nent ondervraegt sijnde ofte
hem kennelijk was , dat in den
tijde dat desselfs voorsegden
vaeder in voorsegden sijn
nieuwe huijs gewoont hebbende,
oijt mochte bestoolen, ofte
door dieven eenige
gewelddadigheden, mishandelingen ofte
knevelingen aen hem ofte de
sijnige in't selve huijs mochte
gebuert sijn, heeft verclaert
noijt nochte van inbreuck nochte
van stelen, veel weeniger van
knevelerijen die daer souden
geperpetreert sijn geweest in
het selve nieuwe huijs, nochte
uijt den mont van desselfs
vaeder gehoort te hebben.
Maer deponeert verders
den vorigen deponent dat hij
gehoort in de
presentie van de Lietennent Kas van Beeck
en Husmans van
Brunsem ende den soone van de notaris
Swildens van
Voerendael dewelcke ten sijnen huijse waeren
drinckende
gepasseert eenen maent dewelcke van voor-
genoemde
diefstal waeren sprekende gehoort te hebben
uit den mont
van G. Klinckenberg Lantmeter, dat hij alsdoen
en ... gesegt
heeft dat hij Klinckenberg uijt den mont van
den vaeder van
den deponent gehoort heeft dat hij geseijt
hadde
Ende dese sijne depositie aen
hem deponent de verbum ad
verbum voorgelesen sijnde heeft
over al daer bij gepersis-
teert ende eijgenhandig
onderteekent.
Martinus a
Campo
Quod attestamur
W. Ackermans
schepen
P. Cremers
schepen
J.B. Meijs
secretaris
Eedelijke
Verhooringe genoe-
men Ingevolge Requeste
overgegeven door den
Notaris
J. Stijnen, en
appointemente
daer opgegeven in Judicio
Extraordinario der
Heerlijck-
heijt Nuth heden den 6
dec.
1773
Heden dato voorss. hebben wij
ondergess. Schepenen en
Secretaris der voorss.
Heerlijkheit nuth ende ter voorss.
Requisitie ons getransporteert
tot de Straeten ten huijse
van Gabriel Limpens denwelcken
impotent sijnde, oudt
ontrent 83 Jaeren onsen
gewesenen mede Schepen. Ende
aen hem, op sijnen Eede
gepresteert bij het aencomen van
sijn officie van de oprechte
waerheijt te seggen, gevraegt
ofte hij noijt en hadde gehoort
van seekere inbraeke, dief-
stal en knevelinge die eertijds
souden gepasseert sijn
geweest bij wijlen Nicolaes a
Campo in sijn leven gewoont
hebbende in het Nieuwhuijs
tusschen Schimmert en Grijse-
grubben, heeft verclaert en
gedeponeert als volght:
Dat hij deponent in ter
Straeten gewoont heeft van noch
lange te vooren eer Campo sijn
huijs aldaer gestaen heeft,
dogh van niemant uijt het huijs
noch van niemant uijt de
naburschap noijt gehoort te
hebben dat Campo voorss.
oijt souden bestolen geweest.
Verclaert verders dat hij
deponent met geseijden Campo
goede Naburschap ge-
hadt heeft ende hem Deponent
veele saken en affairen
vertelt ende betrouwdt. meer
als aen andere menschen,
doch noijt het minste van hem
gehoort heeft dat hij sou-
de bestoolen geweest sijn.
Dese aen den Deponent van
Woordt tot Woordt voor-
gelesen sijnde, blijft daerbij
persisteren ende in oirconde
heeft dese eijgenhandig
onderteekt
........G.
Limpens
Quod
attestamur
W. Ackermans
schepen
P. Cremers
schepen
J.B. Meijs
secretaris
|
|