|
29 april 1775 Schuldbekentenis van
Mathijs Riemps voor lening
16 juni 1775 Registratie voor Proostschout en
schepenen van de hoofdbank Klimmen van eigenhandig
geschreven akte
Ick onderschreven Matthijs Riemst, inwoonder van
Arentsgenhout Ressort der Hooft banck Climmen, in
huwelijck met Geertruijd Dekkers, verklaere en bekenne
hiermede deughdelijk in contante penningen op heden
genegotiëeert, ontfangen en opgenomen te hebben, uijt
handen van Juffrouw Anna Christina Corstius, weduwe van
wijlen de Heer Johannes Essers eene somme van Aght
hondert guldens brabants maestrigter cours, welke somme
door mij , soo verre deselve sal toereijken, sal worden
besteet en geëmployeert op Reeckeninge en in
mindernisse van soodanige somme van Elfhondert
guldens en vijf stuijvers als ik gehouden en genootsaakt
ben te betalen aan het Comptoir der Domeijnen van Haer
Hoogh Mogende wegens de geconfisqueerde goederen van
mijnen Vaeder, Niclaes Riemst, en welke goederen door
mij van den Gerechte der Stad en Vrijheijd Valckenborgh
sijn worden overgenomen alles uijtwijsens Scheijdinge en
Deelinge door gemelten Gereghte van Valckenborgh over de
voorschreeve geconfisqueerde goederen gemaekt en door
deselve aan mij overgelaeten voor de boven gemelde somme
van Elfhondert Guldens en vijf Stuijvers in dato den 6
April 1775
|
|