Aan Haar Hoog
Mogende de Heeren
Staeten Generaal der
Vereenigde Nederlanden
Verthoonen met Schuldige Eerbied de Scheepenen en
Secretaris van't Hooge Geregte der stad en
vrijheid Valkenburg Lande van Overmase Partage van Uw
Hoog Mogende
Hoe dat zij met overgroot Leedweesen hebben moeten
onder-
vinden dat uw Hoog Mog. bij derselver resolutie van
den 10
junij deezes jaers genomen op twee requesten van C.L.
van
Eck wed. van wijlen Mr.J.G.Farjon, hebben goed
gevonden te
altereeren derselver resolutie seer gracieuselijk op
den 2
Novemb. van gepasseerde jaer in faveur van voornoemde
Scheepenen gegeeven, en wel voornamentlijk T'2de
Lidt van
voorschr. resolutie waer bij de meubilen en immeubile
goederen dergeenen dewelcke voor haer ten regte
gesteld,
gevonnist en derselver goederen geconfisqueert zijn
geworden
door Scheepenen voornoemt souden worden
geinventariseert
en vercogt.
Als nu door Uw Hoog Mogende laeste resolutie sulx is
worden
gealtereert en de verkoopinge der goederen welke als
nog niet
verkogt zijn aen den Rentmeester deezer Landen Mr.W.H.
van
Panhuijs aenbevoolen.
En wel om reedenen dat UW Hoog Mog. souden
geinformeert
zijn dat de supplianten door onnutte dispuijte met de
Geregten
der banken over t'doen van voors. verkopingen
ongehoorsaam
waeren geweest aen Uw Hoog. Mog. beveelen met niet
voort
te varen van't doen van voorschreven verkopingen en't
over-
senden van de Staeten der gerezene costen.
Hoe zeer UW Hoog Mog. reedenen zijn geboren om alsulke
resolutie te neemen, soo neemen wij supplianten
egter de
vrijheid met alle onderdanigheid aen UW Hoog Mog.
voorte
dragen, dat het buijten haere schuld geweest is, en
dat zij door
verscheijde beletselen en swarigheeden dewelke haer
zijn
voorgekoomen verhindert zijn geworden om aen deselve
resolutie naer behoren te voldoen en te gehoorsaamen,
Aangezien't binnen deeze Landen een Constant practijk
is, dat
geen Geregt nopens d'inventarisatien en voor al
weegens de
verkopinge der goederen van geexecuteerdens of
fugitiven iets
onderneemt ten door den Crimineelen Officier daer toe
aangemaend of geurgeerd word.
T'Welk door den Luitenant-Drossard allereerst ter
onser rolle
geschied zijnde op den 13 Novemb. 1773
hebben wij niet
gedraeldt het Geregte van Beek aen te schrijven ons de
reëlen
goederen der geexecuteerdens te suppediteeren alsmeede
de
inventarissen welke bij hun gedaen waeren voor dato
van Haer
Hoog Mogende resolutie van den 2 Novemb. 1773 aen
ons de
supplianten over te brengen.
Dog t'voorschr. Geregte van Beek aen deeze requisitie
niet
obtempereerende, is ter Instantie van den Lt.-Drossard
op den
7 Decemb. 1773
andermaelen voornoemde Geregte aange-
schreeven ten eynde als voormeld.
Dog in Plaetse van hier aen te voldoen, hebben dezelve
hun hier
tegens verset en teffens hun klagtig bij den Luitenant
Voogd
geaddresseert, die dan op den 13 jan. 1774 eene
Comparitie
tusschen beijde geregten ten zijnen huijse belegt
heeft.
In deeze Comparitie hebben onse gedeputeerdens
ondervonden
dat die van Beek hun tegens de verkoopinge die de
supplianten
kragtens der Hoog Mog. Resolutie meende te doen, niet
alleen
verset hebben, maer seffens hebben moeten ondervinden
dat zij
geappuieerd en in haere meening versterkt wierden door
den
Lt.Voogd voornoemt, 't welk siende en om niet langer
de
uijtvoering van Uw Hoog Mogende beveelen in Suspensie
te
houden, hebben de Supplianten hoewel ten costen van
hun eijgen
belang toegestaen dat't Geregte van Beek de goederen
dier-
geene welke voor dat Uw Hoog Mogende resolutie van den
2. Nov. 1773
geexecuteert waeren souden verkopen, soo als
consteert uijt onse rescriptie aen voorn. Lt. Voogd
ten deezen
eerbiedigst gevoegd Sub Litt. A
Uijt welke missive meede blijkt hoe dat de Supplianten
versogt
hadden gemaintineerd te worden in t'exerceeren van hun
Ambt,
maer tot hun Leedweesen hebben de Supplianten de
verwagde
appuij niet gevonden.
De hierop gevolgde Doot van den Lt.-Drossard Farjon,
en de
drie maendelijxe vacature van desselfs bediening
hebben de
Supplianten buijten Staet gesteld om iets aengaende de
verkopingen te kunnen onderneemen tot dat op den 20.
Meij
1774
den tegenwoordigen Lt.-Drossard Mr. W.D. Vignon tot
verkoop geinstatiëerd heefd.
Waerop de Supplianten ook ten eersten de geregten aen-
geschreven hebben, egter sonder dat deselve de
nodige
bewijsstukken hebben overgesonden.
Waer op UW Hoog Mog. resolutie in dato den 10 junij
laest-
leeden is gekomen, dewelke de Supplianten de handen
verder
gebonden heeft aen welke resolutie de Supplianten, hoe
gaerne
ook, tot dato deezes niet hebben konnen voldoen en wel
om
reedenen.
Dat den Rentmeester voornoemt de weijnige penningen
van
het mobiliair geprovenieerd niet gaerne heeft willen
ontfangen,
voordat de boedels geschrift en finael geredt waeren.
Welke Schriftinge en deijlinge de Supplianten egter
niet hebben
kunnen effectueeren tenzij aen hun voor aff was
geworden Uw
Hoog Mog, Intentie over dat point niet alleen maer
teffens te
weeten hoe zij zig ontrent de costen soo over de
verkooping
als in de crimineele procedure gereesen hun sullen
gedraegen.
Waar ontrent de supplianten de vrijheid neemen Uw Hoog
Mog. Eerbiedigst voor te dragen, (dat om de landen
niet met
overgroote costen te ob[t]rudeeren) Zij onder
verbeeteringe
vermeene, dat de gerigts en executie costen naer voor
af
gegaene taxatie voor af behoorden uijt de boedel
genomen te
worden in dat na aftrek van dezekere als dan soude
kunnen
voortgeprocedeert worden tot Schijding en deijlinge
soo als
Haer Edele Mogende de Heeren gedeputeerdens uijt de
Raed
van Staten voorleeden jaer te Maestrigt geweest zijnde
goed-
gevonden hebben te Statueren.
Welk voorstel om namentlijk eerst en vooral de costen
en
misen van justitie af te trekken van den onverdeelden
boedel,
wij vermeenen op het nederige ter deliberatie van UW
Hoog
Mog. te mogen brengen, niet alleen uijt hoofde, dat
volgens de
Costumen van Brabant, in de Landen van Overmaese
plaets
hebbende 't tribunael, is dat eenen man alle de
goederen van
zijn vrouw (ten waere een huwelijx contract
existeerde) kan
verbrengen en alieneren sonder daer bij nodig te
hebben 't
consent van zijne vrouw, vervolgens de costen door
d'begaen
Crimen van den man veroorsaakt, naer redelijkheid
kunnen
aengemerkt worden als eene schuld bij de man gemaekt
en
die door desselfs erfgenamen moeten gedragen
worden.
Maer ook omdat zulx het eenigste middel is, om sonder
beswaar van den Lande de costen der Crimineele
executien
te vinden.
En gemerkt de Scheepenen en Secretaris voornoemd de
geheele Crimineele procedure op haer eijgen beurt
seedert
den 13 junij 1773 gedaen hebben sonder dat
wijlen den
Lt.-Drossard Farjon hun eenige betaelinge heeft laeten
toekomen soo uijt de 3.000 gulden Hollants welke
denselven
uijt de Cassa der drie Landen van Overmaese
gepasseerde
jaer ontfangen heeft, als uijt de verkogde mobiliaire
goederen.
Selfs dat den Lt.-Drossard van hun niet eens gevraegt
heeft om
de Staeten van de gerechtskosten te hebben, hoewel
ingevolge
UW Hoog Mog. resolutie van den 2 nov. 1773 sulx
hadde
behoren te doen.
En ten eijnde Uw Hoog Mog. koome te blijken hoe
geringe
Somme de Supplianten,
-die nu een ruijm een jaer bijna
dagelijx te Valkenborg hebben moeten vaceeren en al
het werk alleen doen-, uijt de Costen der Crimineele
procedures komen
te trekken, sulx uijt hoofde der verdeelinge dewelke
daer
omtrent plaets heeft, soo vervrijmoedigen zig de
Supplianten
hier nevens te voegen twee staeten van costen Sub
Litt. B et
C; waervan die Sub Litt. B de grootste is en d'andere
Sub.
Litt. C daer de minste kosten op geloopen hebben.
Komende uijt de neffens gaende verdeelinge Sub. Litt.
D.
(bedragende de somme van ƒ636-13-1) aen ieder Scheepen
ƒ 49-1-1.
Dus de Supplianten naer proportie van de overgroote
arbeijd
en moeite niet gesalarieerd worden, te meer daer
dezelve
geen't minste Tractement hebben, en den Secretaris
(omme
zig naer behooren van zijn ampt te kwijten)
genoodsaekt is
geweest geduurende deze crimineele proceduren twee
Clercquen op zijn eijge kosten te houden, zijnde in
den loop
van deeze procedure meer dan agt riemen papier
beschreven
geworden.
Reedenen waeromme Scheepenen en Secretaris voornoemd
de
vrijheid neemen Uw Hoog Mog. te bidden, dusdanig voor-
siening gelieven te doen, waerdoor zij voor derselve
arbeijd
beloond en in staet getelt worden de verdere
Crimineele
proceduure te konnen vervolgen.
Welke crimineele procedure, soo als aen de Supplianten
voor-
gekomen is -en waer van deselve de probatoire actens
en stuk-
ken aen Uw Hoog Mogende Heeren gedeputeerdens
Commis-
sarissen Deciseurs thans te Maestricht hebben
gevisioneerd en
seffens verslag gedaen,- waer toe de berugde bende
boosdoen-
ders, en wat voor enorme en Heijlooze voorwerpen
dezelve
gesmeet hebben.
En vermits uijt de crimineele procedures voor ons
actueel nog
ventilerende aen ons gebleeken is dat er geen
mogelijkheid is,
om met den voortsgang der Crimineele procedures te
Super-
cedeeren als zijnde er nog een meenigte Complices
ontdekt
en dus de Supplianten nog langen tijd beesig kunnen
gehouden
met soodanige onaengenaeme dog teffens noodsakelijke
Crimineele rechtsadministratie, waertoe dezelve bijna
dagelijx
tot Valkenborg moeten vaceeren, t'welk de Supplianten
bij
vervolg niet als tot haere ruine soude konnen blijven
bekostigen.
Soo neemen de Supplianten de vrijheid zig nederigst te
wenden
tot Uw Hoog Mogende ootmoedig biddende dat het Uw Hoog
Mog. goedgunstig behaegen moge soodanige voorsieninge
te
doen, waerdoor de Supplianten voor derselver
aengewendene
moeijten en devoiren beloont en verder in staet
gestelt worden,
de overige criminele procedures na vereijsch en
volgens Eed en
pligt te vervolgen.
Geevende Uw Hoog Mog. eerbiedigst in Consideratie, of
ver-
mits volgens ordinaire verdeelinge van de rechten der
Crimi-
neele procedures het aendeel der Scheepenen en
Secretaris
(zijnde de enigste die het werk verrichten) zeer
gering is, en
het nog een geruijmen tijd soude kunnen aenlopen
eer alle de
Staeten der crimineele executien geexamineerd en
getaxeert zijn.
Of dat er eenige veranderinge in de voorschreven
onegaele ver-
deelinge door Uw Hoog Mogende geschiet zij.
Of Uw Hoog mogende niet souden konnen goedvinden aan
Schepenen en Secretaris voornoemd, provisioneel en op
goede
rekeninge toeteleggen en te laeten betaelen eene somme
van
twee Duijsent gulden Hollants, tusschen Scheepenen en
Secretaris privativelijk te verdeelen, na rato van
hetgeene ieder
in de over te gevene staeten soude competeren, het zij
uijt het
Provenue der reeds verkogde of verdere te verkopene
gecon-
fisqueerde goederen, of uijt de Cassa der drie Landen
van
Overmase.
Welke somme aan ƒ 2000 Hollants of ƒ 3200 Ligt Cincum
Circa voor ieder Crimineel soude bedragen eene somme
van
ƒ50 Ligt.
En voor soo verre de Supplianten nalatig mogten
geweest zijn
in het doen der inventarisatien, scheijdinge en
deijlinge
mitsgaders het verkoop der immobiliaire goederen der
geexecuteerdens conform den inhoud van UW Hoog Mog.
resolutie, soo bidden dezelve seer ootmoedig dat UW
Hoog
Mog. Considereeren de continueele occupatien van de
Sup-
plianten met 60 a 62 ...utive Crimineele procedures,
de diffi-
culteiten met de andere geregten en de swarigheeden
dewelke
zig op doen in de Scheijdinge en deelingen en hiervoor
gedeeltelijk gedetailleerd dit ons versuijm
goedgunstelijk gelieve te pardonneren
Te meer dewijl de Supplianten tot het een of ander
gerequireerd zijnde geworden, van haere zijde nooijts
in gebreeken zijn gebleeven.
En dat Uw Hoog Mog. diensvolgens behagen mag omte Sup-
plianten te laten genieten en te maintineeren in haer
regt van
inventarisatie en verkoop der gecontinueerde
mobiliaire
goederen, aen haer bij UW Hoog Mog. Resolutie van den
2 Nov, 1773 zeer gratieuselijk geaccordeert.
Sullen de Supplianten niet naerlaeten om zig in het
toekomende
aan d'intentie en ordres van Uw Hoog Mogende
stiptelijk te
gedragen en zig mat allen ijver te benaerstigen omme
de Hooge
approbatie van Uw Hoog Mog. soo veel in haer te
meriteeren.
T'Welk doende
De Scheepenen en Secretaris der
Stad en Vrijheid van Valkenborg
Ter Ordonantie