DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


GERECHTSKOSTEN

EntreeDocumentenGerechtskostenStat.Gen. & kosten


Advies Advocaat-Fiscaal van Brabant19 juni 1773
betreffende het verzoek Lt.-Drossaard Farjon over de kosten der criminele procedures
BHIC 's-Hertogenbosch — Raad van Brabant 458



Consideratien en Advijs
van
Den Advocaat Fiscaal van
Braband

Op een requeste van
Mr. J.G. Farjon, Lt. Drossaard
der Stede en Landen van
Valkenburg Overmaze

omme de kosten van
zekere extarordinaire
Crimineele procedu-
res te mogen bren-
gen ten lasten
van het Land van
Valkenburg.



Pro Fisco


Edele Mogende Heren

De Advocaat-Fiscaal van Braband heeft de Eer gehad, ingevolge UEd. Mog. Appoinctement van den 10° deser maand Junij te ontfangen Copie van een Request, door off van wegens Mr. J.G. Farjon, Luijtenant Drossaard der Steede en Landen van Valkenburg, Overmaze, Partage van Haar Hoog Mogende aan Hoogstdeselve gepræsenteert, versoekende, om redenen in deselve Requeste gesteld, dat Haar Hoog Mogende, tot voorkominge van alle moeijelijkheden, die daarover zouden mogen ontstaan, en dat geen aangenome beloningen voor hem Suppliant zouden zijn, gelieven te verstaan, dat in dat Extraordinaire geval, bij deselve Requeste vermeld, alle de Kosten ter zake van de Extraordinaire procedures tegens de Delinquanten, bij die Requeste gementioneert, reeds gevoert en nog te voeren, voor zo veel die Kosten uit de goederen van de deselve Delinquanten niet zouden kunnen werden goedgemaakt, door hem Suppliant, ten Lasten van het Gemeene land van Valkenburg mogen werden gebragt, off wel dat zodanige andere Voorsienninge door Haar Hoog Mog. zoude werden gedaan, ten einde de Suppliant, ter zake bij de Voorsz. Requeste voorgedragen, schadeloos te stellen als Haar Hoog Mog. ten meesten dienste van de Justitie naar derselver Hooge Wijsheid zouden oordeelen te behoren.

En heeft de Advocaat Fiscaal in het Examen van het voorsz. Request geconsidereert, dat het aan Haar Hoog Mog. en UEd. Mog. genoegsaam is bekend dat in de voorsz. Landen van Overmaze de Administratie der Crimineele Justitie, zedert veele jaren is geweest in zodanig verval, dat het zeer wel was te voorsien, dat wanneer eens na behoren tegens de Delinquanten aldaar wierd geïnformeert en geprocedeert, een groot aantal derselve ontdekt en in hegtenisse zouden geraken, en dat de Officieren eene somme gelds van Consideratie nodig zouden hebben, om de Kosten der Crimineele Procedures, welke in zodanig geval zouden moeten worden geïmpendeert, om die Delinquanten hunne Condigne Straffe te doen ondergaan, goed te maken. En dat hunne vorige Negligentie, off die van hunne Substituten zoude kunnen dienen tot een reden om zodanige Officieren daar inne op geenerhande Wijse tegemoet te komen, maar veel eerder om hun te verpligten, om die Kosten te moeten Compenseren tegens de Voordeelen, Amendens en breuken welke zijlieden off hunne Substituten, gedurende zoo veele jaren hebben geprofiteert, zonder daar tegens eenige Kosten van Consideratie gedragen te hebben voor de Administratie der Crimineele Justitie en het onderhoud van het nodige getal van Dienaren der Justitie.

Dan hoe groot ook de voorsz. Negligentie in de voorsz. drie Landen mag zijn geweest, zoo had niemant egter ooijt kunnen denken, off voorsien dat in voorsz. Drie Landen, en nog minder in een gedeelte van deselve, eene bende van een zoo groote menigte van geweldige Nagtdieven en Booswigten, alle, immers verre de meeste, Buijk-vast Ingezetenen aldaar zouden worden ontdekt, en in zoo groot aantal tegelijk zouden geraken in gevankenisse, als egter in het geval, bij de voorsz. Requeste vermelt, naar Waarheid is voorgedragen, en waar ontrent de Advocaat Fiscaal nog nadere Informatiën gekregen heeft, dat, zedert dat het voorsz. Request aan Haar Hoog Mogende is gepræsenteert, wederom Seven dier Gevangens met de Koorde zijn gestraft dat'er de Dood nagevolgd is, en het getal der gevangens, mitsgaders van nieuw bekend geraakte Complicen derselve met verscheijde anderen is vermmerdert. Zoo dat tot nog toe geen eijnde dier Crimineele Procedures kan werden gesien, maar veel erder is vast te stellen, dat ingevalle de Suppliant en Schepenen van Heerle voortgaan op gelijke wijse, als zij tot nog toe in dit geval hebben gedaan, te Vigileren ten dienste der Justitie, vooralsnog het kleijnste gedeelte dier Bende is geapprehendeert.

Zoo dat de Suppliant bij zijn voorsz. Request met alle grond heeft geposeert, dat dit geval zoo Extraordinair is, dat nimmer een Voorbeeld heeft geëxteert van eene zoo formidabele Bende booswigten, door een zoo Schrikkelijk, als ongehoord Eedgespan aan elkanderen verbonden. Mitsgaders dat de Kosten der bewaringe van deselve, mitsgaders die der Crimineele Procedures, bij de voorsz. Requeste breder gementioneert, mede zoo Extraordinair en Exorbitant zijn, dat daarvan insgelijks geen Voorbeeld ooijt zal hebben geëxteert. Zodanig, dat als de Suppliant gehouden en verpligt zoude wesen deselve te moeten dragen, zulks tot gevolg zoude hebben zijn totale Ruïne, aan welk laatste de Advocaat Fiscaal geensints twijfelt, om dat hem gebleken is welke importante en Extraordinaire Kosten daartoe moeten worden aangewend, en bovendien redenen heeft om vast te stellen, dat den Suppliant op zodanige Conditiën het voorsz. Ampt, als Substituut bedient, dat hij zeer geringe voordeelen daar van genieten kan, en daartegens met alle de Kosten blijft belast, het geen dan apparentelijk ook zal zijn de reden, waarom het voorsz. Request alleen op de naam van den Suppliant, in plaatse van den Origineele Hoog Drossaard zal zijn ingesteld.

Dat vervolgens dan ook in deese is te verwagten, dat zoo des Suppliants voorsz. Versoek wierd gewesen van de hand, hij en andere Officieren inde voorsz. Landen zullen worden afgeschrikt van verder hunne pligt waar te nemen in het Vervolgen, Apprehenderen en doen Straffen van diegeene, welke nog tot die bende behoren. Daar egter voor de goede Ingezetenen dier Landen van de uitterste noodsakelijkheid is, dat die bende ten eenenmale uitgeroeijt word, en voor zoo veel maar mogelijk is alle die daartoe behoren tot hunne Condigne Straffe werden gebragt, waartoe de Suppliant en de verdere Officieren der naburige Districten tegenswoordig in Staat zullen wesen, wanneer elk van henlieden na behoren vigileert. Waarom het algemeen belang vordert, dat zoo veel doenlijk de Suppliant van het dragen dier Extraordinaire Kosten werde ontheven en deselve gebragt worden ten Lasten van die geene, welke het meest aangelegen legt, dat het voorsz. Land completelijk van alle die Booswigten gezuijvert, en deselve ten Exempele en afschrik van anderen Rigoureuslijk gestraft worden. Te meer daar het voorsz. Land is van zodanige uitgestrektheid, en van zoo veele Geërfdens voorzien, dat die Kosten, op die wijse gedragen wordende, de Last derselve niet zwaar off te vergelijken is, bij het Voordeel, welke zij daaruit, tot hunne bevijliging en ruste, te verwagten hebben.

Dat voor het Accorderen van het voorsz. Versoek van den Suppliant in Cas Subject ook merkelijk militeert, dat aan Heeren Commissarissen van UEd. Mog. benevens den Advocaat Fiscaal, ter uitvoeringe van UEd. Mog. Commissie op deselve gedecerneert, in loco geweest zijnde, gebleken is, dat de Suppliant en Schepenen der Hoofdbanke van Heerle, in de voorsz. Zake met een ongemeene iever en Vigilantie hebben gehandelt, ten einde de voorsz. Misdadigers te ontdekken, te Apprehenderen en tegens deselve te Procederen, in zoo verre, dat de voorsz. Schepenen daarom niet alleen versuijmen hunne eijgen Zaken, door welkers Waarneminge zij hun middel van bestaan moeten hebben, maar dat eenige dier Schepenen zig niet hebben ontsien, bij gebrek van ordinaire Dienaren der Justitie, welke in dat District niet gevonden worden, in persoon de meeste dier Delinquanten te Apprehenderen, en also hun Leven en bezittingen aan het uitterste Gevaar en de Wraakzugt van henlieden en hunne Complicen, bloot te stellen.

Hebbende de Suppliant, na het begrip van den Advocaat Fiscaal, zig ook teregt bij zijn Request beroepen, tot nadere Adstructie van zijn gedane Versoek, daarop, dat te meermale is begrepen, dat zodanige Extraordinaire Kosten van Crimineele Procedures, niet bij den Officier, maar bij de respective Quartieren, waarin de Delicten zijn geperpetreert, en alwaar de Straffen worden geïnfligeert, behoren gedragen te worden, en dat zulks ook op advijs van UEd. Mog. bij Resolutie van Haar Hoog Mog. van den 23° Junij en 18 October 1723, is verstaan, ten voordeele van Willem Bentinck, Heere van Diepenheijm, in Qualiteit als Hoog Drossaard van Valkenburg. In welk geval zekerlijk de omstandigheden in verre na niet zo Favorabel zijn geweest tot den zijnde geval, dewijl die Gevangens, van welker Vonnissen de voornoemde Hoog Drossaard diestijds R.O. zig verpligt oordeelde te provoceren, alleen vier in getal, en hunne misdaden niet zoo Extraordinair, off buiten Exempel waren, maar waarvan ter Contrarie verscheide Voorbeelden exteerden, en van tijd tot tijd exteren kunnen, boven en behalven, dat deselve niet behoorden tot eenige bende Gauwdieven, tot welkers ontdekkingen en uijtroijinge het maken dier kosten nootsakelijk waren ten nutte van de algemeene Ingezetenen van het voorsz. District, maar alleen, om die vier gevangens te doen ondergaan, andere ten afschrik, hunne Condigne Straffe, en aan deselve te benemen de gelegentheid, om verdere Euveldaden te kunnen plegen.

Om alle dese redenen zoude de Advocaat Fiscaal van Advies wesen, dat UEd. Mog. aan Haar Hoog Mog. zouden behoren te Adviseren, dat UEd. Mog. van Gevoelen zijn, dat Haar Hoog Mog. zouden dienen te verstaan, dat in het voorsz. Extraordinaire geval, bij des Suppliants voorsz. Requeste gemeld, alle de Kosten, welke ter zake van de Extraordinaire Crimineele Procedures, tegens de Delinquanten, tot dusverre gevoerd en nog te voeren, noodsakelijk hebben moeten werden gemaakt, of nog te maken, voor zoo veel die Kosten uit de goederen van deselve Delinquanten niet zullen kunnen worden goedgemaakt, door den Suppliant ten Lasten van het Gemene Land van Valkenberg mogen werden gebragt, zonder dat het zelve in andere voorkomende gevallen, minder favorabel, in eenige Consequentie zal kunnen off mogen getrokken worden, met recommandatie aan den Suppliant, om alle nodelose Kosten te Vermijden, en verder met alle Diligentie en Vigilantie voort te procederen tegens degenen, welke nog in hegtenisse zitten, off als mede Complicen bekend zijn, en in het vervolg als zodanig bekend zullen worden, off dat bij ontstentenisse van dien, de Suppliant het Effect van het gunt voorsz. is, dadelijk zal komen te verliesen.

Waarmede de Advocaat Fiscaal van Braband de Eer heeft zig te ondertekenen.
Edele Mogende Heeren

UEd. Mog. zeer ootmoedige Dienaar

Joh. Fred. Van Steelant



s'Gravenhage den 19° Junij 1773



Naar boven


Email






INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER