Edele Mogende Heren
De Advocaat-Fiscaal van Braband heeft de
Eer gehad, ingevolge UEd. Mog. Appoinctement van den
10° deser maand Junij te ontfangen Copie van een
Request, door off van wegens Mr. J.G. Farjon,
Luijtenant Drossaard der Steede en Landen van
Valkenburg, Overmaze, Partage van Haar Hoog Mogende
aan Hoogstdeselve gepræsenteert, versoekende, om
redenen in deselve Requeste gesteld, dat Haar Hoog
Mogende, tot voorkominge van alle moeijelijkheden, die
daarover zouden mogen ontstaan, en dat geen aangenome
beloningen voor hem Suppliant zouden zijn, gelieven te
verstaan, dat in dat Extraordinaire geval, bij deselve
Requeste vermeld, alle de Kosten ter zake van de
Extraordinaire procedures tegens de Delinquanten, bij
die Requeste gementioneert, reeds gevoert en nog te
voeren, voor zo veel die Kosten uit de goederen van de
deselve Delinquanten niet zouden kunnen werden
goedgemaakt, door hem Suppliant, ten Lasten van het
Gemeene land van Valkenburg mogen werden gebragt, off
wel dat zodanige andere Voorsienninge door Haar Hoog
Mog. zoude werden gedaan, ten einde de Suppliant, ter
zake bij de Voorsz. Requeste voorgedragen, schadeloos
te stellen als Haar Hoog Mog. ten meesten dienste van
de Justitie naar derselver Hooge Wijsheid zouden
oordeelen te behoren.
En heeft de Advocaat Fiscaal in het Examen van het
voorsz. Request geconsidereert, dat het aan Haar Hoog
Mog. en UEd. Mog. genoegsaam is bekend dat in de
voorsz. Landen van Overmaze de Administratie der
Crimineele Justitie, zedert veele jaren is geweest in
zodanig verval, dat het zeer wel was te voorsien, dat
wanneer eens na behoren tegens de Delinquanten aldaar
wierd geïnformeert en geprocedeert, een groot aantal
derselve ontdekt en in hegtenisse zouden geraken, en
dat de Officieren eene somme gelds van Consideratie
nodig zouden hebben, om de Kosten der Crimineele
Procedures, welke in zodanig geval zouden moeten
worden geïmpendeert, om die Delinquanten hunne
Condigne Straffe te doen ondergaan, goed te maken. En
dat hunne vorige Negligentie, off die van hunne
Substituten zoude kunnen dienen tot een reden om
zodanige Officieren daar inne op geenerhande Wijse
tegemoet te komen, maar veel eerder om hun te
verpligten, om die Kosten te moeten Compenseren tegens
de Voordeelen, Amendens en breuken welke zijlieden off
hunne Substituten, gedurende zoo veele jaren hebben
geprofiteert, zonder daar tegens eenige Kosten van
Consideratie gedragen te hebben voor de Administratie
der Crimineele Justitie en het onderhoud van het
nodige getal van Dienaren der Justitie.
Dan hoe groot ook de voorsz. Negligentie in de
voorsz. drie Landen mag zijn geweest, zoo had niemant
egter ooijt kunnen denken, off voorsien dat in voorsz.
Drie Landen, en nog minder in een gedeelte van
deselve, eene bende van een zoo groote menigte van
geweldige Nagtdieven en Booswigten, alle, immers verre
de meeste, Buijk-vast Ingezetenen aldaar zouden worden
ontdekt, en in zoo groot aantal tegelijk zouden
geraken in gevankenisse, als egter in het geval, bij
de voorsz. Requeste vermelt, naar Waarheid is
voorgedragen, en waar ontrent de Advocaat Fiscaal nog
nadere Informatiën gekregen heeft, dat, zedert dat het
voorsz. Request aan Haar Hoog Mogende is
gepræsenteert, wederom Seven dier Gevangens met de
Koorde zijn gestraft dat'er de Dood nagevolgd is, en
het getal der gevangens, mitsgaders van nieuw bekend
geraakte Complicen derselve met verscheijde anderen is
vermmerdert. Zoo dat tot nog toe geen eijnde dier
Crimineele Procedures kan werden gesien, maar veel
erder is vast te stellen, dat ingevalle de Suppliant
en Schepenen van Heerle voortgaan op gelijke wijse,
als zij tot nog toe in dit geval hebben gedaan, te
Vigileren ten dienste der Justitie, vooralsnog het
kleijnste gedeelte dier Bende is geapprehendeert.
Zoo dat de Suppliant bij zijn voorsz. Request met
alle grond heeft geposeert, dat dit geval zoo
Extraordinair is, dat nimmer een Voorbeeld heeft
geëxteert van eene zoo formidabele Bende booswigten,
door een zoo Schrikkelijk, als ongehoord Eedgespan aan
elkanderen verbonden. Mitsgaders dat de Kosten der
bewaringe van deselve, mitsgaders die der Crimineele
Procedures, bij de voorsz. Requeste breder
gementioneert, mede zoo Extraordinair en Exorbitant
zijn, dat daarvan insgelijks geen Voorbeeld ooijt zal
hebben geëxteert. Zodanig, dat als de Suppliant
gehouden en verpligt zoude wesen deselve te moeten
dragen, zulks tot gevolg zoude hebben zijn totale
Ruïne, aan welk laatste de Advocaat Fiscaal geensints
twijfelt, om dat hem gebleken is welke importante en
Extraordinaire Kosten daartoe moeten worden aangewend,
en bovendien redenen heeft om vast te stellen, dat den
Suppliant op zodanige Conditiën het voorsz. Ampt, als
Substituut bedient, dat hij zeer geringe voordeelen
daar van genieten kan, en daartegens met alle de
Kosten blijft belast, het geen dan apparentelijk ook
zal zijn de reden, waarom het voorsz. Request alleen
op de naam van den Suppliant, in plaatse van den
Origineele Hoog Drossaard zal zijn ingesteld.
Dat vervolgens dan ook in deese is te verwagten,
dat zoo des Suppliants voorsz. Versoek wierd gewesen
van de hand, hij en andere Officieren inde voorsz.
Landen zullen worden afgeschrikt van verder hunne
pligt waar te nemen in het Vervolgen, Apprehenderen en
doen Straffen van diegeene, welke nog tot die bende
behoren. Daar egter voor de goede Ingezetenen dier
Landen van de uitterste noodsakelijkheid is, dat die
bende ten eenenmale uitgeroeijt word, en voor zoo veel
maar mogelijk is alle die daartoe behoren tot hunne
Condigne Straffe werden gebragt, waartoe de Suppliant
en de verdere Officieren der naburige Districten
tegenswoordig in Staat zullen wesen, wanneer elk van
henlieden na behoren vigileert. Waarom het algemeen
belang vordert, dat zoo veel doenlijk de Suppliant van
het dragen dier Extraordinaire Kosten werde ontheven
en deselve gebragt worden ten Lasten van die geene,
welke het meest aangelegen legt, dat het voorsz. Land
completelijk van alle die Booswigten gezuijvert, en
deselve ten Exempele en afschrik van anderen
Rigoureuslijk gestraft worden. Te meer daar het
voorsz. Land is van zodanige uitgestrektheid, en van
zoo veele Geërfdens voorzien, dat die Kosten, op die
wijse gedragen wordende, de Last derselve niet zwaar
off te vergelijken is, bij het Voordeel, welke zij
daaruit, tot hunne bevijliging en ruste, te verwagten
hebben.
Dat voor het Accorderen van het voorsz. Versoek van
den Suppliant in Cas Subject ook merkelijk militeert,
dat aan Heeren Commissarissen van UEd. Mog. benevens
den Advocaat Fiscaal, ter uitvoeringe van UEd. Mog.
Commissie op deselve gedecerneert, in loco geweest
zijnde, gebleken is, dat de Suppliant en Schepenen der
Hoofdbanke van Heerle, in de voorsz. Zake met een
ongemeene iever en Vigilantie hebben gehandelt, ten
einde de voorsz. Misdadigers te ontdekken, te
Apprehenderen en tegens deselve te Procederen, in zoo
verre, dat de voorsz. Schepenen daarom niet alleen
versuijmen hunne eijgen Zaken, door welkers
Waarneminge zij hun middel van bestaan moeten hebben,
maar dat eenige dier Schepenen zig niet hebben
ontsien, bij gebrek van ordinaire Dienaren der
Justitie, welke in dat District niet gevonden worden,
in persoon de meeste dier Delinquanten te
Apprehenderen, en also hun Leven en bezittingen aan
het uitterste Gevaar en de Wraakzugt van henlieden en
hunne Complicen, bloot te stellen.
Hebbende de Suppliant, na het begrip van den
Advocaat Fiscaal, zig ook teregt bij zijn Request
beroepen, tot nadere Adstructie van zijn gedane
Versoek, daarop, dat te meermale is begrepen, dat
zodanige Extraordinaire Kosten van Crimineele
Procedures, niet bij den Officier, maar bij de
respective Quartieren, waarin de Delicten zijn
geperpetreert, en alwaar de Straffen worden
geïnfligeert, behoren gedragen te worden, en dat zulks
ook op advijs van UEd. Mog. bij Resolutie van Haar
Hoog Mog. van den 23° Junij en 18 October 1723, is
verstaan, ten voordeele van Willem Bentinck, Heere van
Diepenheijm, in Qualiteit als Hoog Drossaard van
Valkenburg. In welk geval zekerlijk de omstandigheden
in verre na niet zo Favorabel zijn geweest tot den
zijnde geval, dewijl die Gevangens, van welker
Vonnissen de voornoemde Hoog Drossaard diestijds R.O.
zig verpligt oordeelde te provoceren, alleen vier in
getal, en hunne misdaden niet zoo Extraordinair, off
buiten Exempel waren, maar waarvan ter Contrarie
verscheide Voorbeelden exteerden, en van tijd tot tijd
exteren kunnen, boven en behalven, dat deselve niet
behoorden tot eenige bende Gauwdieven, tot welkers
ontdekkingen en uijtroijinge het maken dier kosten
nootsakelijk waren ten nutte van de algemeene
Ingezetenen van het voorsz. District, maar alleen, om
die vier gevangens te doen ondergaan, andere ten
afschrik, hunne Condigne Straffe, en aan deselve te
benemen de gelegentheid, om verdere Euveldaden te
kunnen plegen.
Om alle dese redenen zoude de Advocaat Fiscaal van
Advies wesen, dat UEd. Mog. aan Haar Hoog Mog. zouden
behoren te Adviseren, dat UEd. Mog. van Gevoelen zijn,
dat Haar Hoog Mog. zouden dienen te verstaan, dat in
het voorsz. Extraordinaire geval, bij des Suppliants
voorsz. Requeste gemeld, alle de Kosten, welke ter
zake van de Extraordinaire Crimineele Procedures,
tegens de Delinquanten, tot dusverre gevoerd en nog te
voeren, noodsakelijk hebben moeten werden
gemaakt, of nog te maken, voor zoo veel die Kosten uit
de goederen van deselve Delinquanten niet zullen
kunnen worden goedgemaakt, door den Suppliant ten
Lasten van het Gemene Land van Valkenberg mogen werden
gebragt, zonder dat het zelve in andere voorkomende
gevallen, minder favorabel, in eenige Consequentie zal
kunnen off mogen getrokken worden, met recommandatie
aan den Suppliant, om alle nodelose Kosten te
Vermijden, en verder met alle Diligentie en Vigilantie
voort te procederen tegens degenen, welke nog in
hegtenisse zitten, off als mede Complicen bekend zijn,
en in het vervolg als zodanig bekend zullen worden,
off dat bij ontstentenisse van dien, de Suppliant het
Effect van het gunt voorsz. is, dadelijk zal komen te
verliesen.
Waarmede de Advocaat Fiscaal van Braband de Eer
heeft zig te ondertekenen.
Edele Mogende Heeren
UEd. Mog. zeer ootmoedige Dienaar
Joh. Fred. Van Steelant
s'Gravenhage den 19° Junij 1773
|