|
Interrogatorien
voor
Den Crimineelen Hr officier
deser Heerlijkheden nomine
officij Informant
omme
In persoon over deselve te hooren
Leendert Lina, Hendrik Ummelen,
Josephus Groenen, Dirk Bollen,
Joannes Gijsen, Willem Humble
Michael Beckers,
Inwoonders tot Uijckhoven
ß UWelEd. worden versogt om de voorscr.
Personen over de navolgende articulen van
Interrogatorien onder solemneele Eede observatis
observandis te verhoren en derselven eventueele
antwoorden in geschrifte te redigeeren ten eijnde etc.
1 Hoe hij deponent genaamt is, van waar
geboortig ende hoe oudt,
2 Of hij deponent benevens twaelff andere
schutten op den 22 octob. laastleeden niet en heeft
helpen bewaren en bewaeken Maria Janssen ten huijse van
Leonard Deckers tot Uijckhoven, dewelke aldaar gevangen
sat als betigt sijnde van haar jong geboren kind
vermoort of om het leven gebracht te hebben
3 Ofte de gemelde Maria Janssen aldaar niet
bewaert wierd nevens de keuken in een slaapkamertje daar
sij te bedde lagh.
4. Of ten voorscr. huijse onder andere ook
niet geweest is seekere Anna Voncken, swagerinne van
voornoemde Maria Janssen als mede Agnes Booten
5 Of op dito 22. october des namiddags ten
selven huijse ook niet geweest is Paulus Janssen broeder
van gemelde Maria Janssen, voorrijder geweest sijnde bij
de Mevr. de gravinne van Geul en door de wandelinge
genaemt den rode Paulus
6 Of deselve doenmaels niet eenige tijd
daar gebleeven is geweest en met sijne voornoende
gevangene suster gesprooken heeft, waer naer hij tegens
den avond vertrokken is
7 Of voornoemde Anna Voncken aldaar
verbleeven sijnde, haar niet besig heeft gehouden met
laet in den avond eenig lijnwaet te strijcken,
8 Of deselve als mede Agnes Boten niet van
tijt tot tijd menigmaelen het huis uijt- en ingegaen is
e keukendeure open of op slot laetende,
9 Of die Anna Voncken doenmaels aldaer
laestelijk des nachts tusschen elf en twaelf uren naer
een wijnig tijds buijtens huijs geweest te sijn, binne
gekoemen is en tot hare voornoemde swagerinne Marie
Janssen geseijd heeft van uijt bedde op te staen en bij
het vuur in de keuken te gaen sitten
10 Of terwijle Maria Janssen daar op uijt
het bedde stond en besig was met haere schoenen aan te
trecken, niet teffens door twee verschijde deuren van de
keuken sijn komen invallen verscheijde gewapende mannen.
11 Ofte deselve de deuren geforceert hebben, dan
ofte de deuren open waren ofte opt slot,
12 Hoe veele deselve in getalle waeren?
13 Hoe deselve uijtsagen en hoe gekleet?
14 Hoe deselve gewapent sijn geweest?
15 welke die waeren?
16 Ofte onder deselve ook niet was den
voorscr. Paulus Jansen gedetineerde op den oude
stadthuijse alhier
17 Hoe deselve uijtsag en hoe gewapent en
waar aan deselve kenlijk was
18 Ofte dien gewapende mannen hun schutten
van de wagt daar op plotselijk overweldigt en sig van
hun geweer meester gemaekt hebben ?
19 Ofte eenige der schutten doenmaels niet
deerlijk aangevallen en mishandelt sijn geworden?
20 Op wat voor wijse en door wie?
21 Ofte eenige van voorscr. mannen ter
selver tijt niet in gedrongen hebben naar het
slaapkamertje, daar de voornoemde Maria Janssen met Anne
Vonken was?
22 Welke die waeren?
23 Ofte Anna Voncken doenmaels deselve
Maria Janssen niet heeft naar de deure uijtgestoten?
24 Ofte hij deponent doenmaels in de keuken
ofte in gemelt slaapkamertje was ?
25 Hoe hij uijt de handen van de voorscr.
geweldadigers ontkomen is?
26 Ofte ook eenige van die gewapende mannen
buijten huijs waeren oppassende en hoe veel?
27 Ofte die geweldadigers dus de voornoemde
Maria Janssen niet ontvoert hebben en of gemelde Anna
Vonken niet mede is weggegaan?
28 Hoe veele sij te saemen waeren bij de
voorscr. ontvoeringe?
29 Waar naar toe sij met de voors. Maria
Janssen gegaen sijn en deselve gebrogt hebben?
30 Of immediaet daer naer niet buijten de
keuken deure aldaar is gevonden geweest een scheede van
een pallas onder met ijser beslag en boven met een
ijsere kramp?
31 Ofte sij schutten hunne ontweldigde
snaphaenen ten getalle van elf met eene piek des anderen
daegs niet hier en daar onder wege en op het veld
verspreijdt weder gevonden hebben, sijnde eene snaphaen
kromp en eene in stukken geslaegen
32 Wat hier de deponenten verders deses
aangaende kennelijk is.
§ Cætera suppleat æquissimus judex auditor
In en op alles etc.
(onderstond) Implorerende
(was getekent) L.W. van den Heuvel
Gecollat. en geauth. binnen
Maestricht den 20 jan. 1764
Per Copiam
Hubert Nolens scab. loco secr.
|
- |