DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


Entree     Documenten     Processtukken     Vonnissen

© Maaike van Eekelen

PROCESSTUKKEN

© Maaike van Eekelen

Vonnis Willem Huijnen, Berg 22 maart 1774
RHCL Maastricht • Landen van Overmaas 4326

© Maaike
              van Eekelen

>>
  Sententie
  in sake
Den Ed. Erentf. Heer H. Milliard
Schout en Crimineelen officier
der Heerlijckheid en Bancke Berg
over Maese, nomine officij Clager
  Tegens
Willem Huijnen inwoonder aldaer
  beklaagde

  Gelesen en geëxamineerd alle acten, actitaten, munimenten en stukken in saeke voors. opgeresen en van wegens het Officie iingediend en en wel signantelijk gelet op des beklaagdes gedane respective personele responsiven over articulen den 13, 17 december 1773 en 8 januarij 1774, alle behoorlijk gerecolleerd,
  Waer uijt comt te blijken, dat den becklaagde gehoord onder de vermaerde Bende gauw:dieven in desen Lande ontdeckt, en sig met de selve aan verscheide geweldige diefstallen en inbreucken pligtig gemaekt heeft:
  Als namentlijk dat den beklaagde (volgens desselfs aveu) gecoöpereerd heeft aen den violenten diefstal en inbreuk bij Walraven in de Maasband begaen des nachts tussen den 23 en 24 augusti 1756
  Dat den selven pligtig staet aen den geweldigen diefstal en huijsbraek begaen bij Martinus Schroders aen de hand des nachts tussen den 19 en 20 januarij 1762
  Gelijck mede aan den geweldigen diefstal, huisbraak en knevelerije geperpetreerd bij Hendrick Ritsen in het panhuijs tot Wijnands Rade in den nagt tussen 19 en 20 april 1762
  Hebbende den beklaagde verders bekent geassisteerd te hebben tot den diefstal gecommitteerd over eenige jaaren bij Campo in het Nieuw huijs agter of bezijde Schimmer gelegen.
  Van all welke voorschreve diefstallen den beklaagde bekent heeft sijne aandelen getrokken en genoten te hebben.
  Dat den beklaagde daer en boven seer omstandiglijck geavoueerd heeft aan den so genaamde dog gruwelijken Gods Lasterlijken Eed en duijvels verbond bij de bende gebruijckelijck, pligtig te staen, als dien Eed in St. Windelinus Cappelle uijtgesworen hebbende.
  Dat verders ten regten genoegsem bewesen, en naderhand door den beklaagden selfs bij sijne opgemelte personele responsiven bekent en bewesen is, dat hij beklaagde sekeren Paulus Duijsings soon van Lambert Duijsings, maer ad 18 jaeren oud sijnde, verleijd, vervoert en opgehits heeft, om vrugten van sijne ouders te nemen en t'ontvoeren en bij hem beklaagde te brengen. Met dien effecte dat gemelte Paulus Duijsings terwe en rog uijt sijn ouders huijs weg gevoerd en den beklaagde bij nacht en ontijde toegebrogt en onder de waerde aen den selven vercogt heeft.
  Soo als den beklaagde eensgelijks volgens sijne confessie te werck gegaen heeft met sekeren Joannes Bakkers, die door aen radinge, verleijdinge en vervoeringe van den beklaagde, in sijns moeders huijs het coren van den solder, de eijeren uijt het huijs ondragen en aen den beklaagde in voegen als voor toegebrogt en verre onder de waerde vercogt heeft.
  Buijten en behalven dat den beklaagde alnog bekent heeft pligtig te staen aan verscheijde hout dieverijen.

  En vermits voor aangehaalde crimina, euveldaden en feijtelijkheden strijden tegens de Goddelijke en Borgerlijke wetten en vervolgens in een Land van Policie en Justitie niet en connen nog mogen getolereerd, maer anderen ten exempel en afschrick rigoreuselijk behoren gestraft te worden, om alsoo te verhoeden de vraakende Hand Gods.

  Soo is't dat Schepenen der bancke en Gerechte van Berg overmaese ter manisse van den eerst Presiderende recht doende,
  Condemneren den beklaagde Willem Huijnen om gebrogt te worden ter plaatse, alwaer men gewoon is Crimineele Justitie te doen, aldaer aan den Scherp:Regter overgelevert en met de coorde gestraft te worden dat er de dood na volge, waer naer des selfs cadaver in eene ijsere keten sal worden gekloncken. Condemneerende den beklaagde verdrs in de costen en misen van justitie, met confiscatie van des selfs goederen.

  Actum in judicio extraordinario binnen het Sint Servaes panhuijs heden den 22 meert 1774 coram scabinis met assumptie van d Hr. H.M. Nijpels schepen der bane Mechelen, demptis dominis Munix et Alberti

L.J. Vandermaesen scabinus – P. Frederix
J.A. Lanmans ––––– H. Wilkin
S.J. Leuning – H.M. Nijpels geassumeerde schep.

Deese sententie naer voorgaende klokke geslag gepronuntieerd en ter executie gestelt ten overstaan van de Justitie, heden den 26 meert 1774
H. Wilkin, scabinus
Loco graphij

Secret.


© Maaike
              van Eekelen

 Naar boven

EMAIL








































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
 Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER