DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


PROCESSTUKKEN

Entree            Documenten            Processtukken            Vonnissen

Vonnis van Jan Wanten 5 nov. 1773 Elsloo
RHCL Maastricht  ===  Elsloo 32





© Maaike van
                Eekelen



Sententie
........in Zaake
Den WelEd. gestrenge
Heer drossard deezer
Vrijheerlijkheijd en Baronie Elsloo nomine Officii Clager
.........Tegens
Jan Wanten beclaegde

© Maaike van
                Eekelen


Visis actis, als namentlijk de Verbaa-

len en Decreeten in Zaake gehou-
den en gegeeven, de Interrogatorien
en opgevolgde Responsiven van den
Beclaagde mitsgaders Confrontatien,
Recollectien, Conclusie bij de Heer
Clager genoomen, en verdere Acten
en Actitaten onder behoorlijken
Inventaris gefourneert, En gelet
waar op eenigsints te letten stonde of
konde moveeren, en wel signantelijk
op des Beclaagde Eijgene Confessien
buijten pijn en banden gedaan,
En waar uijt blijkt, dat zedert eenen
reeks van jaaren medepligtig Lidmaat
is van eene Godvergeetene Bende
Gauwdieven en Nagtroovers binnen
deeze en omliggende plaatzen ont-
dekt, en zig met en benevens dezelve
pligtig gemaakt heeft aan meenig-
vuldige violente huijsbraaken,
Diefstallen, en andere Euveldaaden
en kneevelaijen.

In dusverre dat hij Beclaagde
hand-daadig is geweest aan de
geweldige huijsbraak en Diefstal ten
huijse van Walraven, in den Maasband
s'nagts tusschen 22 en 23 augusti 1756
gecommitteert, en in welke nagt door
Evengemelte Booswigten de Luijdens
van den huijse gebonden en gekneevelt,
als mede derzelver penningen goederen
en Effecten zijn worden geafporteert
en ontdraagen.

Hebbende den Zelven eensgelijken met
en benevens eene meenigte geattroup-
peerde nachtdieven gecoopereert aan
den Violenten Diefstal en huijsbraake in
de nagt tusschen den 19 en 20 januarii
1762 ten huijze van Martinus Schroder
aan de hand in het rijk van Aken
geperpetreert

Gelijk al mede hij vergezelschapt
van eene nombreuse en deels gewaa-
pende Bende Vagabonden zig pligtig
en handdaadig heeft gemaakt aan de
geweldige inbreuke en Diefstal bij
Hendrik Ritzen in het Panhuijs te
Wijnantsraade s'nagts tusschen den 19
en 20 april 1762 ten uijtvoer gebrogt.

Boven en behalven alwelke hoogst
strafbaare Euveldaaden den Zelven
met en benevens eene overgroote
meenigte Complicen geassisteert heeft
aan den violenten inbreuk en Diefstal
in de nagt tusschen den 13 en 14 Sept.
1770 bij juffrouw Steijntjens te Havert
gecommitteert. En uijt welken huijse
verscheide pakken met Linnen en
andere Effecten aangevult bij hun
zijn worden ontvoert en de aldaar
bevondene gelderen en penningen
gestoolen.


Eensgelijx en op den zelven voet heeft
den beclaagde aan de geweldige in-
breuken en Diefstallen zo tot Heugem
bij Millen als bij Campo aan het
Withuijs agter of bezijdens Schimmert
over eenige jaaren geperpetreert, hand-
daadig gestaan en uijt de geene
van de hier voorens genomineerde
Diefstallen geprovenieert, sijne respec-
tive aanpaarten genooten en opge-
trocken.

En geattendeert dusdaanige enorme
misdaaden en Criminaliteiten draad-
strijdig tegens de Goddelijke en
Burgerlijke Wetten zijn aankantende
en overzulx in een Land, waar goede
justitie en politie vigeert, niet en kunnen
of meugen getolereert werden zonder
vreese van de Wreekende hand Gods
over het zelve te haalen.

Derhalve is't, dat Schepenen der
Vrijheerlijkheijd en Baronie Elsloo met
assumptie van een onpartijdig Rechts-
geleerde, ter Manisse van den Eerst-
presideerende Regt doende Condem-
neeren den Beclaagde Jan Wanten,
om binnen het ressort deeser Vrijheer-
lijkheijd en Baronie gebrogt te worden
ter plaatze daar men gewoon is Cri-
mineele Justittie te doen, en aldaar aan
den Scherp-regter overgeleevert zijnde
met de koorde gestraft te worden dat
er de dood na volgt, en dat vervolgens
het doode lichaam in een ijzeren keeten
geklonken andere ter ex andere ten
Exempel en afschrik aande galge zal
blijven hangen, Condemneerende
den zelven voorders in de costen en
misen van justitie ter onser Taxatie
en Moderatie, met Confiscatie van
goederen.
Actum op den Ouden Stadhuijze
tot Maastricht na bekoomene
Territorium deezen 5den Sept. 1773
Coram Dominis J.W. Roemers,
P. Frederix, A.M. Gudi, C.Otzeling,
H.Milliard, en H.M. Nijpels geassu-
meerde Schepenen der respective
Heerlijkheden Eijsden, Bemelen
en Mechelen op de Maase

J.W. Roemers - P. Frederix - A.M. Gudi
 C.Otzeling - H.Milliard
 H.M. Nijpels

Deze ten overstaan van de Wel Edele
gestrenge Heeren Drossard en Scheepe-
nan gepronuntieert in de Heere-Bemp-
den op de Executie Plaats binnen
de vrijheerlijkheid en Baronie Elsloo,
en ipso momento ter Executie gesteld
den 8 november 1773



Ita Testor
J.W. Roemers
secretaris







Naar boven

EMAIL






















INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER