DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS




EntreeDocumentenEMAILProcesstukkenIn Beroep

PROCESSTUKKEN


Advis van Schout J.W. Fransen van Hoensbroek
aan het Officie Fiscaal van de raad van Brabant dec. 1743 / jan. 1744
— Algemeen Rijksarchief te Brussel  OFB 1266 —


 

        Advis

            Voor
        J.W. Fransen Schoutet van
        het Marquisaet Hoensbroeck
            Tegens
        Gertrud Krans huijsvrouwe
        van den gedetineerde
        Houb Palmen, Suppliante

Den voors. Schoutet communicatie becomen hebbende van copije requeste in desen Souvereijnen Raede gepresenteert van wegens de voornoemde Suppliante ende belast van advis bij appointement van den 18. november 1743 ende van de naerdere Regten met iterative ordonnantie daerop verleent den 16. december laestleden, adviseert daertegens soo als volgt onder alle etc.

Dat den Geintimideerde sijnde geinformeert geweest dat de affdoenders van Hoensbroeck voors. naementlijck
Matthijs Ponts en sijne drij soonen, Joannes, Hendrick en Peter Ponts, door twee gedetineerde van Ubach ende s'Hertogenraedt, Niclaes Peters ende Michiel Winckens waeren betigt als complicen van diefstallen met huijsbraecken alomme in de landen van Overmaze eenige jaeren herwarts gepleeght.

Ende besonderlijck oock tot Hoensbroeck alwaer de kercke ende drij à vier huijsen sijn overweldight ende berooft geworden.

Mede dat de voors. affdoenders ofte villers over lanck waeren befaemt ende publiquelijck bekent als suspect van dieverijen.

Dat den voors. Joannes Ponts, sijnde voor ontrent twee jaeren tot Eschwijler, lande van Gulick, met gewelt uijt de gevanckenisse gebroocken, zedert dien tijdt door het landt vagueerde met andere suspecte gevallen, met welcke hij oock eijndelijck in april laestleden tot Reeckem aen de Maze geapprehendeert ende vervolgens voorleden somer geexecuteert worden.

Als mede dat Hendrick Ponts, hebbende alreeds in den jaere 1742 eenige weecken tot Gulick in hechtenisse geseten ende wederom ten huijse van sijnen vaeder alhier ingekeert sijnde, hem uijt deze Heerlijckheijt hadde geretireert op het gerucht dat tot Kerckrode noch andere complicen in hechtenisse waeren genomen.

Soo hadde den geintimideerde hem laeten verseeckeren bij precautie van den voors. Matthijs ende Peter Ponts op den 10. april 1743 ende tot derselven laste eodem dito van de Justitie van Hoensbroeck geimpetreert decreet van criminele apprehensie.

Dat vervolgens gebleecken sijnde bij naerdere informatien ende claere Ronden, als dat dese gedetineerde ende derselve geheele famille gehoorden onder die dangereuse en pernicieuse banden van gaudieven ende geweldenaeren. Dat den voors. Matthijs Ponts was partisaen van eene derselve banden, die gedecouvreert wierden in de voors. landen te woonen ten getal van meer dan hondert, meest all van de geringste ende behoeftighste huijsluijdens.

De Schepenen hebben op soo klaere probatien aen den geintimideerde de verleent decreet van scherper examinatie tot last van de voors. Matthijs ende Peter Ponts, soo als in actis den 29. julij en 1.augusti laestleden.

Ende vervolgens oock tot laste van andere complicen van Hoensbroeck, waeronder Korst Klinckerts eenen armen weever van professie.

Op welcken voet oock geprocedeert hadden alle de andere Schepen stoelen van den lande van Valckenborgh ende s'Hertogenraedt, te weten sonder juijst soo nauw te observeren in de apprehensien ende decreten van scherpe examinatie alsulcke formalia als wel gepleeght wordt in criminele saecken tegens inwoonders staende ter goede naem en faem.

Als sijnde de voors. banditen, alschoon onder den schijn van inwoonders vrij noch een soort arger ende gevaerlijcker als wel de vremde vagabonden, landtloopers en knevelaers, tegens welcke de placcaerten ende edicten
hebben versien ende voors. formaliteijten in soo verre gerelaxeert, dat soodaenige door een ieder mogen aengepackt ende oock op
waerschijnelijcke suspicien ter pijnbanck gebracht worden.

In consideratie genomen dat de voors. banditen het landt beloopende bij nachten hun vervoegent (soo als gebleecken heeft) tot twintigh, viertig, sestigh ende meer mannen en vrouwen in mans kleederen, alle gewaepent met groote stocken, groote messen, oft baijonnetten, sackpistollen etc., hun begeven op de geconvenieerde rendevous, overweldigen de kercken, huijsen ende castelen, knevelen, pijnigen, verwonden en moorden de huijslieden, violeren, vervolgens berooven, plunderen ende ontvoeren alles wat sij te gemoet vinden.

Waer ontrent wordt calomnieus voorgegeven bij de voors. requesten als off de voors. gedetineerde over hunnen complicen souden sijn gevraeght ofte getortureert geweest bij suggestien, designatien ofte voornoeminge van eenige personen in't particulier.

Soo als mede gedight wordt, dat bij de confrontatien, examinatien ende recolleringen der gevngenen eenige de minste persuasie ofte dreijgementen ofte iet ongehoorlijcks waere gebruijckt geweest.

Dan all de complicen welcke de voorn. gedetineerde hebben aengegeven ende betigt sijn all door deselve responsivi  als motu proprio benaemt ende gedesigneert op generaele vragen.

In soo verre dat de gedetineerde tot Hoensbroeck ende degene tot Amstenraedt over de vijfftigh diestallen met in braeck etc. op nieuws hebben veropenbaert, boven de schelmstucken welcke bekent waeren bij confessien van hunne complicen in andere bancken gevangen, als tot s'Hertogenraedt, Kerckraede, Mercksteijn, Ubach ende Schaesbergh, en welcke diefstallen te sien bij uijtgetrocke lijste, hier sub nº 1º.

Soo dat den instructeur der voors. requesten, alweer tegens waerheijt poseert al oft altijdt nieuwe complicen ende altoost deselve diefstallen wierden voortgebroght.

Uijt welcke en diergelijcke meer figmenten denselven pretendeert te doen gelooven, als dat Houb Palmen, man der Suppliante valschelijck ofte onbehoorlijck waere geaccuseert geweest als compagnon ende medehelper der voors. gaudieven, door die voors. gedetineerdeen nu geexecuteerde tot Hoensbroeck.

Daer in tegendeel de acten bewijsen ende vast genoegh hebben gestelt, overmits de betichtingen van de drij voorn. complicen Matthijs Ponts, Peter Ponts ende Korst Klinckerts, dat den geseijden Houb Palmen van Vaesraedt hunnen wel bekenden mede gesel is geweest in het steelen ende rooven van veele huijsen ende kercken.

Daerbij gevoeght, dat denselven Houb Palmen al voortijdts bij een algemeen gerucht was befaemt dieverijen te hebben gepleght, naementlijck van eenige gerven terwe s'nachts uijt den velde gestolen te hebben.

(Gelijk denselven Houb Palmen oock selfs heeft geconfiteert bij sijne personele responderinge.)

Ende voorsulcks hadde den voors. instructeur hem moeten wachten van soo seer te roemen over het goedt gedrag van sijnen client, ende vruchteloos te jacteren sijne middelen waerop den geconstitueerde sijne gestipuleerde genereuse recompense schijnt aengesien te hebben, voor een hoop buitelingen, die hij in de voors. requesten impudenter vertelt.

Soo dat sal mogen aen alle wel geinformeerde niet vremt voorkomen, dat de Schepenen van Hoensbroeck niet konnen hebben hesiteren van op versoeck van den officier te accorderen decreet van prise de corps tot last van denselven Houb Palmen op den 24. oktober 1743. Sulx met assumptie van  Leo. Creuwen, nabuijrige Schepen van Vaesraedt aen wien de quaede conduite van sijnen gebuijrman dito Houb Palmen oock best bekent was.

En dus te verwonderen waere, dat desen Leo Creuwen over de verhooringe inde aengeleijde crimineel proces van desen gedetineerde mede geseten hebbende, corts daernaer laet blijcken sijns voors. nabuijrs partije te willen assumeren, niet sonder suspicie van prevaricatie.

Dogh niet wonder en moet wesen, dat bij hem door voors. geconstitueerden heeft laeten suborneren om hem bij instructien ofte verkeerde suggestien een quaede saecke te helpen bestieren.

Waerschijnlijck op belofte, dat den voors. instructeur door sijn crachtigh patrocinie en mits betaelende par avance, hem Creuwen oock soude dienst doen en helpen, dat sijns vrouwe neve seeckeren Nol Coenen tot Nutt
oock gedetineerde complice als een eerlijck man soude verschoont worden.

Oock bij middel ende intrigues van den Secretaris der justitie van Nutt verwant bij maeghtschap aen den voors. Houb Palmen met welcken Secretaris en oock met den eenen ofte anderen Schepen van aldaer den voors. instructeur nu onlanx verscheijde geheijme conferentien heeft gehadt.

Dogh men is weenigh bekommert met dese caballisten als wel sijnde verseeckert dat hunne poogingen sullen in roock vliegen, sij sullen de acten niet uijtlecken nochte het swert witt maecken, off men sal het wel konnen speuren, de waerheijt die den instructeur soo seer tracht te verdonckeren sal egter en helder aen den dagh komen.

Waertoe niet weenigh sal kunnen helpen voor eerst de responderinge en de recollectie van Steven Drummen gedetineerde tot Nutt van den 21. en 22. november 1743 waervan extract alhier gevoeght sub nº 2º. en desselfs confrontaties met Houb Palmen liggende bij de acten van desselfs crimineel proces bij inventaris sub lit. 9.

Item extract uijt de responderinge en recollecteringe van Nol Coenen oock tot Nutt gedetineert van den 26. en 27. november 1743 Sub nº 3º.

Item de personele responderinge van Christian Langendorff gedetineerde tot Hoensbroeck van den 27. november 1743 Sub nº 4º. ende desselfs recollectie van den 28. dito Sub nº 5to.

Item van de responderinge van Jan Catzbergh den ouden gedetineerde en
nu geexecuteerde tot Schinnen van 9 november 1743 Sub nº 6to.

Item van de responderinge van Jan Schorens gedetineert geweest ende geexecuteert tot Schinnen van den 2 december ende recollectie daerop gevolght den 5. dito Sub nº 7mo en 8vo ende declaratie van de justitie aldaer Sub nº 9no.

Daerbij blijckende dat den voors. Houb Palmen noch naerders als mede plichtigh aen veele huijsbraecken ende kerckdieverijen bezwaart wordt door dese vier andere voorgenoemde complicen.

Naementlijck aen den getenteerde diefstal met huijsbraeck ten huijse van den drossard Duijcker in het Raeth, over welck feijt consonant legt de depositie van Korst Klinckerts van Hoensbroeck ende degene van Jan Schorens van Schinnen.

Aen den huijsbraeck en de berovinge van den winckel van Sr Clemens op den Steenwegh achter Sittardt, soo als verclaert hebbenJan Catsbergh den ouden van Schinnen, Steven Drummen van Nutt ende Jan Schorens oock van Schinnen.

Aen den huijsbraeck ende diefstal begaen aen de Capellanije van Hoensbroeck biij betichtinge van den voors. Steven Drummen, Jan Schorens ende Nol Coenen.

Iten aen de huijsbraeck, knevelarije ende diefstal op de pastorije van Marienbergh volgens depositie van Peter Ponts ende Steven Drummen voors.

Noch aen de kerckdieverije tot Nutt volgens getuijgenisse van den voors. Korst Klinckers ende van Christian Langendorff van Hoensbroeck.

Item aen de kerckdieverije tot Amstenraedt soo als gedeponeert hebben den voors. Korst Klinckerts, Steven Drummen ende Jan Schorens.

Verders noch aen de kerckdieverije tot Wijnantsraede volgens verklaeringe van den voors. Korst Klinckerts, Christian Langendorf ende Nol Coenen.

Ende aen de kerckdieverije tot Oirsbeek betuijght door den voors. Korst Klinckers ende door Steven Drummen.

Nochte en is geen wonder dat de voors. gesellen niet alle precise convenieren over de particuliere diefstallen welcke Houb Palmen met hun soude hebben gepleeght gehadt.

Geconsidereert dat bij de meenigte van hunne geweltdaedigheeden, het verloop van tijdt ende de groote bende van hunne gesellen sij wel licht seeckeren memorie niet en hebben behouden van alle hunne complicen in het particulier en op alle besondere feijten, aen welcke deselve sullen hebben medegeholpen ende nochtans geheel wel konnen weten ende indachtigh blijven alle degene in het besonder, die op dieverijen mede uijtgegaen ende hun bijgestaen hebben. Soo dan als denselven Houb Palmen oock in het generael voor complice betigt is door de voors. Matthijs Ponts, Peter Ponts ende Korst Klinckerts.

Daerenboven is denselven Houb Palmen seer verdacht van de voorberaede moordt begaen in de persoon van seeckeren Lambert Philippens anders genoemt het duijvelken tot Vaesraedt, ende dat hij dese moordt heeft gemediteert ende ten effecte gebracht met noch drij anderen (waervan eenen te weten Lens Knoren in detentie is op het huijs van Hoensbroeck) om trachten te bedecken den diefstal dien hij Houb Palmen met den voors. Lambert Philippens gecommitteert hadde in het ontvoeren van eenige gerven terve bij nacht uijt den velde.

Soo als den voorn. Jan Schorens ampel heeft gedeclareert met veele omstandigheeden bij sijne voors. responderinge ende recollectie van den 2. ende 5. december 1743 ende van welcken moordt gemelde Houb Palmen heef bekent in sijne responderinge personeel van den 30. october 1743 te sijn befaemt geweest ende suspect als daeder ende dat hij het corpus soude hebben verstompely gehadt.

Welcke confessie judicieel andermael overtuijght de lichtveerdigheit van desselfs gevanteerde goede naem ende faem in de voors. requeste uijtgeroepen als notoir door den voors. instructeur.

Waer ontrent staet alnoch wel te reflecteren, dat als wanneer dito Houb Palmen was geapprehendeert worden, desselfs gebuijrman Melzer Bemelmans seffens gedispareert ofte gevlucht is, waerschijnlijck bij precautie ende uijt vreese, dat alsnu eijndelijck den voors. moordt en hunne verdere schelmstucken, waer hij oock naerderhandt als mede hulper door dito Jan Schorens is betigt worden, mogten aen de dagh komen.

Ende gelijcker wijse den voors. instructeur falso supponeert, dat de drij bij hem genoemde accusateurs Matthijs Ponts, Hans ende Corst Klinckerts hunne betigtinge souden hebben gerevoceert ten aensien van den voorz. Houb Palmen, soo als denselven fingeert aen eenen gedeputeerden schepen te sijn gedeclareert geweest.

Met deselve onwaerheijt supponeert den instructeur bij die requeste iteratief, als dat deselve accusateurs ofte andere geexecuteerde tot Hoensbroeck sulcke revocatien souden gedaen ofte verclaert hebben, dat sij der suppliantes man valschelijck beschuldigd hadden.

Al wat er gepasseert is van de historie in dese tweede requeste vertelt met relatie van revocatiender voorn. criminelen, betaet daerinne:

Te weten, dat dese criminelen verstaende dat de doodt hun stonde aengeseijdt te worden, sich hebben aengestelt als desperate menschen, dat sij waeren revocerende al wat sij bekent hadden.

Dat bij voorlesinge van hunne respective vonnissen Matthijs Ponts ende Korst Klinckerts hebben geprotesteert seggende (sonder iemandt in het particulier te nomineren) dat alle de gene sij hadden beticht onnoosel waeren, ende dat sij oock onnoosel waeren.

Maer wie weet niet, dat soodaenige revocatien (contra notorium facti et juris) in geene consideratie mogen komen tot verschooninge.

Dese revocatien bevinden haer oock in effectu valsch te sijn, soo ten aensien van de beroepe onnooselheijt der voors. geexecuteerde, als ten regarde van hun seggen, dat alle de gene sij hadden geaccuseert, onnoosel waeren.

Gemerckt dat de gedetineerde op Amstenraedt die daernaer sijn ter justitie gebrogt geweest, soo wel als noch andere in andere jurisdictien geexecuteert ende welcke van de voornoemde van Hoensbroeck waeren geaccussert geweest het tot de doodt hebben behouden ende sijn daerop gestorven.

Dat den voors. Matthijs Ponts ende Corst Klinckerys waeren de principaelste van hunne bande ende dat deselve hun tot de dieverijen hadden vervoert.

Echter de voors. revocatien sullen waerschijnelijck het bedroeft effect sijn geweest van dien schroomelijcken eede, waermede dese booswichten hebben godt affgeswooren ende den duijvel aengenomen, ende onder andere execrabele beloften hun ende hunne medegesellen verbonden van hunne schelmstucken nochte complicen noijt te bekennen, ende dat bij bekentenisse door pijn, deselve altijdt revoceren ende dat sij desen eede aen hunnen doodt indachtigh wesen.


Soo als de complicen discipulen van den voors. Matthijs Ponts tot Montfort Lande van Guelder gedetineerde ende nu oock geexecuteerde met alle circonstantien hebben veropenbaert, en welckers declaratien alhier worden gevoeght sub nº 10 et 11 de dato 29 october en 5 november 1743

Den voors. geconstitueerde instructeur al voortgaende in sijne figmentensupponeert alweer valsch, dat den gerichtsbode van Hoensbroeck de voorn. accusateurs soude hebben geinstrueert tot accusatie van seeckere personen.

Soo als mede tegens waerheijt voorgeeft dat men soude hebben geprocedeeert tot de torture tegens Laurens Knorren, hoewel sulcks waaere ter saecke impertinent.

Ende verder calomnieuselijck wordt voorgedraegen uijt de instructie van den gedeserteerden geassumeerde schepen Leo Creuwen, als oft Schepenen van Hoensbroeck met den geauthoriseerden Secretaris iet onbehoorlijcks souden hebben begaen bij het verhooren ende recolleren van Christian Langendorff oft andere.

In voegen dat de vermetentheijt van den voors. instructeur soo verre gaet, dat de leugens effen op denselven pas hem soo lief schijnen als de calomnien, onbeschaemt poserende, als dat den geauthoriseerden Secretaris Horstmans als emisaris van de weth van Hoensbroeck waere gaen soecken onbehoorlijcke weegen tot belastinge van den voors. Houb Palmen bij de criminele gedetineerde tot Schinnen.

Ende al is het dat soodaenige rouwe positien geen inganck souden vinden bij dit Souvereijn Hoff, nochtans den geinstde heeft niet ondienstigh gevonden de falsiteijt van sulcke malicieuse allegatien in het openbaer te leggen bij ligtinge van een declaratoir van Schepenen van Schinnen voors. dato den 2. januarij 1744 gevoeght sub nº 12º.

Daerbij consterende dat den voors. Horstmans noijt eenige verhooringe, torture noch recollectie van de gedetineerde tot Schinnen en heeft bijgewoont, noch geassisteert, jae dat hij noijt met eenige der voors. schepenen gesproken heeft over deselve gedetineerde.

Soo en is oock niet wonder, dat denselven instructeur al wijders continueert in sijne beutelingen, seggende, dat den voors. Horstmans soude hebben suggestien gebruijckt om der suppliantes man te doen accuseren door Steven Drummen mede complice gevangen tot Nutt.

Even soo tegens waerheijt voordraegende als dat denselven Horstmans den voors. Steven Drummen soude hebben alleen geprepareert gehadt tot de confrontatie welcke op den 26. november 1743 in der daet geschiedt is met Houb Palmen in presentie van Schepenen van Nutt ende Hoensbroeck, die het acte van confrontatie beneffens de Secretarissen oock hebben onderteeckent.

Doch wat voor misterie ligt daerinne, dat den geintimideerde de confrontatie heeft gedicteert uijt de mondt van de twee geconfronteerde.

Het is nogh wonder, dat den instructeur niet en seght dat den Schoutet van Hoensbroeck de confrontatie soude hebben gedicteert anders als die gecomen is uijt den mondt van die geconfronteerde, maer neen dat waere te plomp geweest, omdat daer te veel toehoorders bij waeren.

Ende heeft den geintimideerde present geweest aen de continuatie vande scherper examinatie van den anderen gedetineerde Nol Coenen immediatelijck naer de voors. confrontatie gedaen, soo als oock den voors. Horstmans, quid inde ? desen was aldaer de essentia als Schepen van Nuth ende den anderen was het niet ongeoorloft daerbij te wesen.

Maer het is alweer gedigt, dat desen gedetineerden bij ongeoorlofde middelen is ondervraeght geweest, de acten daervan sijnde sullen het gepasseerde des aengaende mogen uijtwijsen, het blijckt genoegh ex præmissis dat aen het seggen van den instructeur niet te betrouwen en valt.

Hij sal oock niet doen geloven, dat den geinsinueerde en Schepenen van Hoensbroeck de surseance van dit Souvereijn Hoff souden hebben te naer gekomen bij het confronteren van Houb Palmen naer de insinuatie van de eerste requeste der suppliante alsoo het ondersoeck van de waerheijt (ne probationes pereant) aen niemandt prejuditie kan doen.

In summâ het werck van den voors. instructeur schijnt wel eer te sijn een context van calomnien ende bespottingen der schepenen ende justitien als wel de verdedinge van sijnen cliente.

Denselven traduceert oock de schepenen in't generael en in het particulier als de grootste bottericken, hij noemt se plompe boeren, hij spaert sijn eijgen vaeder niet, schepen geweest van Nutt voors. en nu ontrent over ses weecken overleden.

Waerop kan dienen het gene den geleerden Boethius segt lib. 3º De Consolatione Philosophiæ, metro sexto, beginnende:
        Omne hominum genus in terris
          simile surgit ab ortu etc.

Mits welcke etc.
Den geinsinueerde vertrouwt, dat dit Souvereijn Hoff sal mogen bevinden, dat de voors. Requesten alleen strecken tot retardatie van justitie ende dat voor sulcx hetselve sal gedient sijn de surseance , bij appointement verleent, te lichten ende den geintimideerde als officier te permitteren het vervolgh van het proces crimineel tot laste van der suppliante man cum expensis ofte anderssints etc.

                Implorerende etc.

                J.W. Fransen




Naar boven












INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER