DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


Entree        Documenten        Processtukken        In de gevangenis

PROCESSTUKKEN

Bericht overlijden Joannes van den Esschen, Heerlen 1 juli 1744
Rijckheyt Heerlen – Schepenbank Heerlen 409




Extraordinaer gehouden binnen
Heerle den 1 Julij 1744 Coram
de Scheepenen Croon et Lamberts

Den Heere Vice-Schoutet Vignon leght needer missive, gedateert den eersten julij deeses en geteeckent door de WelEedelen Heer en Mr. G. van Slijpe Lt.-Hooghdrossaerd deeses Landts, geaddresseert aen Schoutet en Scheepenen der Hoofdbancke van Heerle en luijt soo als volgt
(Volgt missive)

WelEedele Heeren
Den cipier Engelburgh laestleeden sondagh kennisse gegeeven hebbende van de onpasselijckhijd van Joannes van den Esschen, gedetineerde tot Valckenborgh, ontfang ick gisteren naermiddagh advertentie dat denselven reets overleeden is, soo als UWEedele het eene en andere uijt neffens gae[n]de missive van den gemelten cipier sullen gelieven te sien.
  De huijsvrouwe van den overleedene is bij mij geweest en heeft het lichaem gereclameert om het selve te laeten begraeven. Voor soo veel in mij is, soude ick teegens dat versoeck niets hebben omdat, hoe seer den afgestorven in occaties nog geweest sijn, hij echter sonder overtuijginge en nogh minder in precisive sententie gestorven is, terwijlen hij is onder het getal dergeene tot wiens laste ick de torture hadde versoght, dogh bij UWEedele apparent bij gebreck van sufficicante preuven voor als noch was afgeslaegen ten minsten gediffereert.
  Aengesien echter denselven bij Decreet van deesen Gerechte is worden geconfineert, heb ik gedagh UWEedele daervan kennisse te geeven, met versoeck dat UWEedele in aensien van de teegenswoordige hitte, en en andere tijdsomstandigheeden, over deese begraffenisse ten spoedigsten gelieven te delibereeren en aen de huijsvrouwe van de overleedenen UWEed. resolutie bekendt te maecken ten eijnde sigh daer naer te kunnen reguleeren.
  In welckers verwachtinge met hoogachtinge ben
(onderstont) WelEedele Heeren
(laederstondt) UWEedele dienstwillige en gehoorsaeme dienaer
(was geteeckent) G. van Slijpe
(ter sijdens stondt) Maestricht den 1 juli 1744
(Op het dorso stondt) WelEedele Heeren, mijn Heeren de Heeren Schoutet en Scheepenen der Heerlijckheijdt ende Hoofdbancke Heerle

(Volgt de dispositie)

Wij Vice-Schoutet ende Scheepenen der Hoofdbancke van Heerle, gedaen en geexamineert hebbende deese neffens staende missive van den heere Lt. Hooghdrossard van Slijpe, neffens de twee daerbij gereclameerde missiven van de cipier, en geleth dat den Heere Lt.-Hoogdrossard teegens het versoeck van de huijsvrouwe des overledene in deesen vermelt niet en heeft (willen) contenteeren meede, [besluiten] dat het gereclameerde lichaem aen de voors. weduwe ten eijnde van begraffenisse worde overgegeeven.
  Actum Heerle den 1 julij 1744
(onderstondt) In fidem
(was geteeckent) C. Lamberts subst. Secretaris in Heerle








Naar boven

 EMAIL

 

 


















INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER