DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


Entree        Documenten        Processtukken      Dossier Pelt      In de gevangenis

PROCESSTUKKEN

Vonnis Leonard Gerard Pelt 12 december 1774
BHIC Den Bosch - Raad van Brabant 448-10613












...........................
In Der Zake hangende voor den Rade en Leenhove van Braband ende
Landen van Overmaze Tusschen den Procureur Generaal van Braband
en dezelve Landen, eerst Impetrant van Mandament van Daagceele in
Persoon, en nu Impetrant van Tweede Mandament Crimineel met de
Clausulen van Apprehensie, Arrest, Inventarisatie, Authorisatie en Edicte
ter Eenre,    op ende jeegens 
Leonard Gerard Pelt, Notaris in de Drie Landen Van Overmaze en
Scheepen der Hoofdbank Heerlen, en Valkenburg, als mede Geweeze
Substituut-Secretaris van Heerlen voornoemt, Gedaagden, Herdaagden
in Persoon en Defaillant int Voorschreven Cas ter andere Zijde:
De Raad, gezien den Intendith (?), bij den Impetrant overgegeeven, met
de Stukken, en Verificatien daartoe dienende, en voorts met rijpe
Deliberatie van Raden doorgezien en overwogen hebbende al hetgeene
ter materie mogen moveeren. Doende Recht, versteekt den gedaagden,
Herdaagden, en Defaillant van alle exceptien declinatoir, dilatoir, en
peremptoir, Defensien en Weeren van Regten die hij gecompareerd
zijnde, zoude hebben kunnen en mogen proponeeren, en ter zake dat hij
gedaagde, Herdaagde en Defaillant Zig heeft schuldig gemaakt aan het
falsifieeren der Publique Registers van de Secretarije van Heerlen
mitsgaders aan het Uytgeven van Grossen of Copien Autheticq van
actens van Realizatien met derselver origineelen, niet overeenkomstig. Als
mede dat hij om zig te verrijken zeker arm ingezeeten van Heerle
beneffens desselfs huijsvrouw eerste ten behoeve van gedaagde
herdaagden en Defaillant en naderhand van zijnen zoon Mr. M.J. Pelt,
heeft doen passeeren obligatien tot veel hogere sommen als die lieden
genoten hadden.
En eijndelijk dat hij zijnen voornoemdem zoon, zo in het pleegen van Zeer Strafwaardige Exactien en Knevelarijen als tot het Vervoeren van zekere
Religieuse van het Territoir van hun Hoog Mogende na Luijk de behulp-
zaame hand gebooden heeft.
Deporteert hem van zijne officien als Notaris en Scheepen der Hoofd- banke
Heerlen en Valkenburg, mitsgaders van alle verdere officien en bedieningen
welke hij mogte hebben. Verklaart hem onbekwaam en inhabiel, om ooijt
wederom eenig ampt off bedienige in den Hertog- domme van Braband
Ressort van deezen Staat ofte in de Landen van Overmaze partage van hun
Hoog Mogende te bekleeden oft waar te neemen. Band hem voorts ten
Eeuwigen Dage uijt den Voorschreeven Hertogdomme van Braband en
gemelde Lande van Overmaze, op peene dat hij daar weder inkomende
zwaarder zal worden gestraft en Condemneert hem in de Kosten en misen
van Justitie, mitsgaders in de Kosten van dezen processe ter tauxatie en
moderatie van dezen Rade.
Ordonneert wijders dat deze Sententie na voorgaande Klokkeslag sal
worden gepubliceert en geaffigeert binnen Heerle en de Steede Valkenburgh
Lande van Overmaze, ter plaatse alwaar men aldaar gewoon is publicatie en
affixie te doen.

Aldus gedaan in 'S Gravenhage bij de Heeren en Mrs. Nicolaas Hendrik van
Hoorn, Praeses, Willem van Laar, Carel de Verdun, Govert Jan van Persijn,
Nicolaas Jacob Buteux, Hendrik Hoenfft, Anthony Jan Rijgerbos, Nicolaas
Willem Hartman en Anthoni Gerard Drijfhout, Rade in van den
Voorschreven Rade, dezen 12 December 1774
En gepronuntieert ter Rolle den 21e daar aanvolgende.

   






Naar boven

 EMAIL

 

 


















INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER