DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


Entree    Documenten    Processtukken    Scherp verhoor

PROCESSTUKKEN

Nog nadere vrijwillige Responsiven van Geertruid Bosch 2 nov. 1775
RHCL Maastricht • LvO 8169



Nog nadere vrijwillige
Responsiven gedaen
..........Ter Instantie
Van den Wel Ed Gestr Hr
Lt Dross. deeses Lands
nom. off. Informant
..........Door
Geertruijd Bosch gedetin.

Donderdag de 2 Nov. 1775.
         
Is gesisteerd van wegens den Heer Informant voornoemt ten
eijnde om over eenige omstandigheeden bij haere gedaene
Responsiven verhoordt te worden. Dewelke dan gevraegt
sijnde, naer serieuselijk aengemaendt sijnde de waerheijdt
gestandt te doen geantwoordt heeft:
op de vraege ontrent 't oogmerk en but der Bende
Dat sij deponente bij haere voorige gegevene Responsiven
blijft pe[r]sisteeren als deselve in allen deelen met de
opregte waarheid te bestaan en dat wat aangaande het
oogmerk der Bende Hans Gerard Gelders, oudsten zoone van
den gevlugten Pieter Gelders uijt de Heek alsmede desselvs
gemelden vader ook het allerbeste moesten weeten wat
deselve Bende in het oog hadde, nadien den persoon in haar
Responsiven genoemd den Chirurgijn Kerkhoff van Grijse-
grubben, Le Haan en meer andere aansienelijke leden, aan
haar onbekend Verscheijde maelen met haars gedetineerdens
vader aan het huijs van voorschreven waaren geweest. Voorts
Dat sij gedetineerde van haaren vader en Pieter Gelders
hadde hooren seggen ten hunne huijse op eene nagt bijeen
vergaderd sijnde - addendo segt dat Nicolaas Reemps ook
daarbij present was, - dat sij om Allerheijlige dag des jaars
1774. met hunne Bende eenen Religie oorlog souden aan-
vangen, haar mede als voor tot haare voorige gegevene res-
ponsive refereerende.
Dat nog vertrouwste der bende waaren en die met haaren
vader het meeste omgingen en allerbest moesten weeten
ofte gewist hebben Hendrik Akkermans van Meerssen,
Matthijs Scheupkens van Climmen, den Leijedekker van Clim-
men genoemd Pieter Brouns, Pieter Bosch van Hulsberg, als
mede haaren vader hooren seggen dat Jacobus Bosch van
Arentsgenhout mede wat meer als ordinair was, Hendrik
Pikkart te Valkenburg gewoond hebbende, den jood Nathan in
de Heek gewoond hebbende. Als ook van haaren vader
gehoord te hebben dat Didden buijten de poort te Valkenburg
actueelijk nog woonende ende getrouwd met eene vrouw van
Vouren te huijs meede eene der voornaamste onder de bende
was.
En eijndelijk dat deselve gedetineerde nog als Complice der
Bende bij de Diefstallen begaan in Arentsgenhout en bij den
Eremijt op den Schaalsberg had sien assisteeren, Hans Gerard
Gelders zoone van Pieter Gelders uijt de Heek. Dat denselve
bij occasie van den Diefstal in Arentsgenhout had vinden
staan agter de weijde van Nicolaas Reemps op den bosch
vergeseld van de overige Heeker Complicen uijtgenomen
Nicolaas Reemps die neffens en met haar vader bij deselve
kwamen. Dat de gem. Hans Gerard Gelders alstoen met hun
naar Arentsgenhout voorschreven is gegaan, en mede in het
bestoolen huijs is ingegaan. Dog niet te weeten wat in huijs
gedaan had, maar wel denselven wederom sien uitkomen en
met den troup wederom naar de Heek retourneeren. Nadien
het twaalf uur is met verdere verhooringe gesuspendeerd
en heeft naar deugdelijke prælectuure hierbij blijven per-
sisteeren ten eijndeeijgenhandig geteeken
twee uuren
Geertruij Boosch

Nobis presentibus

A. Wilmar • J. Theod. Craen • J.Wateler
P.VandenHeuvel
secret.
         
Continuatie van Verhooringe
den 2 November 1777
Naarmiddag ten half vier uuren

Is wederom gesisteerd van wegens den Heer Informant voor-
noemt de gedetineerde Gertruijd Bosch en naar deselve op
het serieuste te hebben aangemaand de opregte waarheid te
bekennen en alles aangaande de hoofden en oogmerk der
Bende, als andersints wat deselve nog mogte des aangaand
ingevallen sijn, aan de Regter te openbaaren ende verders
gevraagt sijnde ontrent de omstandigheden wat Hans Gerard
Gelders bij en in het Committeeren van den Diefstal begaan
bij de Eremijten hadde bedreven, vrijwillig geantwoord heeft,
dat sij gemelte Hans Gerard met sijn vader Peter Gelders en
verscheijde andere haar als nu vergeetenen Complice heeft
vinden staan ontrent de Capel of heremitage aan het buske
van gemelde Heremitage, hetgeene naar de sijde van de
Heek ligt. Dat sij denselven met sijnen vader heeft sien naar
de Heremitage in gaan en naar begaane Diefstal is uijtkomen.
En met hun Heeker Complicen wederom naar huijs is gegaan
tot op den Meuleweg aan den voetpad en aldaar met de
andere boven uijt de Heek van hen was afgegaan door gem.
weg af. Sijnde denselven soo bij Frisschen als bij de Eremijten
gewapend geweest met eenen stok en was seer lustig van
gemoed.
Item belijd ende verklaard sij gedetineerde dat nog Complice
hunner bende was Pieter Thunnissen gewoond hebbende te
Valkenborg aan Sint Pieter, nu na Capel vertrokken. En ook
van haar vader had hooren seggen dat denselven eene met
van de principaalen en Chefs was. Dat sij denselven bij de
Diefstal op den Schaalsberg had sien assisteeren, dat sij
denselven met veel vremde Complicen had vinden staan op
de plaats voor de Heremijtage dat sij hem ook hadde sien
naar de Heremitage ingaan en wederom uijtkomen, hebbende
eenen Snaphaan in sijne handen en naar beganen Diefstal
met eenen troup onbekenden den weg op Valkenborg hadde
genomen. Addendo segt dat sij denselve ook aldaar heeft
sien raad houden met haar gedetineerdens vader en Pieter
Gelders en meer andere onbekende.
Item dat deselve als voor heeft sien assisteeren Wijnend
Geijlekerken uijt Arentsgenhout, oudsten soon van Johannes
Geijlekerken bij de Diefstallen in Arentsgenhout bij Frisschen
en bij den Eremijt op den Schaalsberg. Dat sij denselve ten
tijde van den Diefstal op eerstgemelde plaats gecommitteerd
wierd heeft sien naar het huijs van Johannes Frisschen ingaan
en uijtkomen gewapend met eenen snaphaan en op laatst
gemelde plaats wat naar hun met Willem Willems, Willem
Habets, Lins Schouteten en Hendrik Akkermans uijt Arents-
genhout had sien aankoomen. Dat sij denselve geduurende
den Diefstal aldaar heeft sien in en uijt de Heremitage gaan.
Sijnde deselve met de Houter en Heeker Complicen wederom
teruggekomen en hij met de eerstgemelde van hun regt den
Meuleweg afgegaan, alwederom gelijk voor gewapend met
eenen Snaphaan.
Voorts dat deselve van haaren vader Anton Bosch had hooren
seggen dat den Vlug van Crapoel, een gehucht onder de Bank
Gulpen gelegen, ook bij den Diefstal op den Schaalsberg bij
den Eremijt hadde geassisteert en dat denselven eenen der
principaalste van de Bende was.
Nog verklaard de Gedetineerde en segt almeede aan haar nog
ingevallen te sijn dat Johannes Geijlekerken uijt Arents-
genhout bij Frisschen en op de Schaalsberg bij den Eremijt.
Dat sij denselve op eerstgemeld plaats geduurende den Dief-
stal heeft sien het bestoolene huijs in- en uitgaan, gewapend
met eenen stok. Dat sij hem voor het begaan van den Diefstal
bij den Eremijt hadde sien staan op de plaats voor de Heremi-
tage en met haar gedetineerdens vader in het heijmelijk had
sien spreeken. Dat denselve mede na de Cluijs in was
geweest en ook wederom had sien uijtkomen, sijnde gewa-
pend met eenen Snaphaan. En dat denselve naar begaene
Diefstal met de hiervoor genoemde Houter Complice den
Meuleweg af was naar huijs gegaan.

Mits welke sij gedetineerde verklaard niets verders, raekende
hunne Bende of hoofde derselve, te weeten nogte haar kon-
nen herinneren en als haar nog iets mogte invallen het selve
aan den Regter te openbaaren en heeft naar duijdelijke
prelectuure hierbij blijven persisteeren ten einde deese
deese eijgenhandig geteekend.
Geertruij Bosch

Nobis presentibus
         
A. Wilmar ♦ J. Wateler

P.VandenHeuvel
         
         
Naer prælectuure en soo als de voorschreven Gedetineerde
Gertruijd Bosch wederom naar boven gebragt soude worden,
heeft deselve aan ons verklaard dat aan haar nog was
bijgevallen dat eenen van Walem genaamd Arnoldus Lassauw
woonende aldaar op het Hollands, getrouwd met Anna Maria
Scheijen mede een lit hunner bende Nagtsdieven was en
vergeeten hadde op te geeven. Dat sij denselven had sien
assisteeren bij den Diefstal begaan bij den Eremijt op den
Schaalsberg, dat denselven reeds daar was voordat sij Heeker
Complice gearriveerd waaren en hem met eenen grooten trop
onbekende had sien staan voor de Heremitage op de Gras-
plaats aldaar liggende en soo sij meend gewapend met eenen
stok. Dat sij gemelden Lassauw ook had sien naar de Cluijs
ingaan en bij hun vertrek wederom uijtkomen, dog niet wist
waar denselven mede naar huijs was gegaan. Voorts ver-
klaard sij Gedetineerde denselve Arnold Lassauw seer wel te
kennen van voor de tijd af dat denselve getrouwd was en dat
Sij verscheijde reijsen denselven sijne tegenswoordige vrouw
binnen Valkenborg ten huijse van Pieter Notten heeft sien in
de herberg leijden.
twee uuren
En heeft naar duijdelijke prælectuure deeses mede blijven
persisteeren ten eijnde deesegeteekend

Geertruij Bosch

Nobis presentibus
A. Wilmar ♦ P.VandenHeuvel ♦ J. Wateler






EMAIL

Naar boven






































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER