DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


Entree    Documenten    Processtukken    Scherp verhoor

PROCESSTUKKEN

Continuatie Scherp Verhoor van Lins Schouteten 22 juni 1774
RHCL Maastricht  •••  Landen van Overmaas 8165


© Maaike van Eekelen








© Maaike van Eekelen



































































...........Continuatio
  Woensdag den 22 Junij 1774 's Morgens 10 uuren

  Is wederom gesisteert van wegens den Heer Informant voornoemd den Gedetineerde Lins Schouteten en Naar alvoorens den selven aangemaand sijnde de Waarheid verder gestand te doen heeft denselven vrijwillig en Sonder Totuure bekend ende verklaard:

–– Dat meede pligtig en handdadig sijn geweest aan den violenten Diefstal verselt met huijsbraake en andere geweldenarijen, knevelarijen, geperpetreerd bij Johannes Frisschen in Arentsgenhout, waarbij met en neffens hem gedetineerden geassisteerd hebben Pieter Sangen uijt gen Hell n° 14, Johannes Boormans n°21 gekleet met eenen blauwe keel en Johannes LaHaije uijt Albeek, bij voorige responsiven genoemd.
–– Dat Anthon Bosch hem gedetineerde te Hulsberg op den Kerkhof den eersten aanslag tot deesen diefstal hadde gegeven, seggende: dien avond (te weeten van geperpetreerde diefstal) moet gij aan mijn huijs komen.
Als wanneer hij gedetineerde met de andere Houter Complicen te samen sijn gegaan naar de Heek en soo te samen met de Heeker Complicen van het voornoemt huijs over den voetpad op naar de Schaalsberg bij de Eremijt. Alwaar die van Haasdal wat laater en die van Meerssen met de beijde gebroeders Christiaan en Pieter Vlecken het laatste aankwaamen.
–– Dat hij gedetineerde door Anthon Bosch in de weg aan de Hermitage op Schildwagt is worden gesteld, seggende als iemand hoorde, soo moesten sij een loosing doen.Waar ontrent nog op Schildwagt stonden Christiaan Panhuijs, Pieter Mulkens en Claas Sporks. Dat onder anderen op de Eremitage aan sijn gegaan Anthon Bosch, Jacobus Ritsen, Joannes Boormans, Willem Habets en Willem Willems. Dat die van Meerssen op Schildwagt hebben gestaan naar de sijde van Valkenborg. Dat inmiddels de voorschreven vijf en andere hebben begonnen in te breken, eerst door het poortje en daar naar aan de deur in de Cluijs.
–– Dat hij gedetineerde in tusschen tijd geen roepen of alerm heeft gehoord. Dat naar ontrent eene goede uur op de Wagt gestaan hebbende Jacob Ritsen bij hem is gekomen seggende, het is geschied sij souden maar afgaan, de anderen waaren al weg,  sij souden op de Goudsberg wederom bij malkander komen.
–– Datse aldaar bij een sijnde hebben geordonneerd wanneer den buijt deelen souden. Sijnde het resultaat dat Anthon Bosch het Geld onder sig soude houden en naderhand bij gelegenheid elk sijn deel geven. Hebbende hij gedetineerde bij deselve geene pakken of sakken gesien. En soo vervolgens uijt elkander sijn gescheijden, gaande de Meerssener Complicen over de Steen straat af en de anderen wederom te samen tot in de Heek. En soo vervolgens weder naar huijs naar alvoorens een luttel in het huijs van Anthoon Bosch vertoeft te hebben in Arentsgenhout bij de dag aankomende.
–– Dat hij gedetineerde 's sondags daar aan volgende als ook Willem Habets ieder drie schellingen voor hun aandeel uijt gemelden Diefstal hebben genoten en geprofiteerd en wel uijt hande van Anthon Bosch te Hulsberg aan de kerk, naar dat de vroegmisse geëindigt was.
–– Weetende hij gedetineerde voor het overige niet verder  hoe het sig bij gemelden diefstal heeft toegedragen, sijnde denselven ter dier gelegenheid gewapend geweest met eenen stock en de verdere mede met stokken.

En nadien het één uur is, soo is met verdere verhooringe gesupersedeerd tot naar de middag

----------(samenhang hier niet duidelijk)----------------------

Dirk van de Weegscheijd te Cleen Haasdal, getrouwt met een persoon van  Nut, genaamd soo vermeend Hautvast, houd een paart, Nicolaas Sporks, Jan Smeets van Gen Buske, Pieter Mulkens, Matthijs Cardous, Willemken Habets uijt Gen Hout, Anton Bosch, Gerard Pakbiers, gekleed met eene linne witte Flankert, Stas Pakbiers, gekleet met eenen blauwen keel, Nijst Pakbiers, gekleet meede met eenen blauwen keel, hebbende de drie laatste ieder eenen stok in hand, Matthijs Boormans gekleed in eenen grijsen Tirrenteijen Rok, gewapent met eene Schaapsherders Schup, Henske n° 22 van Kunder geboortig, woond in 't huijs van den Driesch in de Heek, gekleed met eenen blauwen kiel en gewapend met eenen stok, Renier Sijben den verkensheert uijt gen Heek, gekleet met eenen witte Flankert, meede met een stok, Daniel den Armen Man uijt de Heek, gekleet met eenen ouden lommele rok.
–– Gerit uijt Arents gen hout n° 15 hier vooren, Lambert den wever te Hasdal aan het buschke, gekleed in een tirteijs Camisool en eenen stok in de hand, Marten den Smit in Haasdal n° 6, gekleed en gewapent als voor, Christiaan Panhuijs, gekleed in een groen wullen op wullen Cartuschke, Coen de wever uijt Cleen Haasdal n° 8. gekleed in eenen flankert, Pieter Ploumen van Cleen Haasdal gekleede in eenen linnen flankert als voor, Jacobus Nijsten alias Sente Köpke in Cleen Hasdal gekleet als voor.

–– Dat Anthon Bosch den Glasemaeker hem gedetineerde den eersten aanslag tot deesen Diefstal gegeven heeft op den Sondag voor den begaane diefstal, die hij meent dat S woendag of donderdags is gebeurd, tot Hulsberg ten huijse van Jacobus Meijs aan Willem Habets en Willem Willems in het heijmelijk spreekende. Die dan daar naar aan hem gedetineerde verdere opening hebben gegeven en den bepaalden Avond genoemt om aldaar te steelen.
–– Dat hunne vergader plaatse besteld was in gen hout 's avonds van geperpetreerde Diefstal om twaalf uuren op de straat over het huijs van Mees Boesten. Alwaar alle bovengemelde Complicen op dien tijd bijeen heeft gevonden.
–– Dat sij gesamentlijke Nagtsdieven aldaar hebben overlegt wie in huijs soude breeken en in gaan. Dat daartoe waren gecommandeert door den Glasemaker Anthon Bosch, welken hunnen aanvoerder was, Willem Willems, Willem Habets, Janneke Smeets van ge buske, Pieter Mulkens en Matthijs Boormans. Dat gemelde Anthon Bosch met de vijf laast genoemden daarop op het huijs van Frisschen aan sijn gegaan, en agter in de weijde aan den koeijstal in de leeme wand eene opening hebben gebroken, waar door Willem Habets is in gekropen en de deur geopend heeft, waar door de andere vijf in sijn gegaan.
–– Dat hij Gedetineerde in tusschen tijd op de straat midden in den voerweg, regt tegen over het huijs van Frisschen als Schildwagt stond, alwaar hem Anthon Bosch gesteld hadde. Dat eenige distantie van hem af meede stonden Claes Sporks, Gerard uijt gen hout n° 15 voor de poort van Mees Boesten, nog wat meer naar de katte straat en op de Smit aan Nijst, Stas en Pakbiers, gebroeders n° 1, 17 en 18 en den Armen Man uijt de Heek Daniel n° 19 en nog wat verder onder den Smit af Henske uijt gen Heek, woond in het huijs van den driesch.
–– Dat hij gedetineerde geduurende den Diefstal Frans Pieter Robroeks, daar tegen over woonende eens of twee maal had hooren roepen, daar waren schelmen aan het huijs.
–– Dat hij gedetineerden van degeene die in huijs waaren geweest had hooren seggen dat de vrouw van Nolke Frisschen in het selve huijs inwoonende bij Frisschen een waapen of sessel bij de hand hadde gevat en daar meede Willem Habets willende in den kop hakken, die haar het zelve hadde afgenoemen en weggeworpen. En de meijd haar hadde op een kleen kamerken gevlugt en de deur toegehouden. Als wanneer  in tusschen tijd de andere inbreekers den oude man Johannes Frisschen en desselver vrouw het geld hebben afgevorderd, die aan hun het selve hebben geweesen.
–– En soo daar meede sonder iets anders meede te neemen uijt den huijse sijn gegaan, tot hem gedetineerde aan de poort koomende. Seggende Anthon Bosch tot hem sij hadden het geld, het was  niet meer als seven of agt Rijxdaalders. En soo vervolgens te samen van het huijs sijn afgegaan, vermits sij  het niet langer  durfden uijthouden om het roepen van bovengemelden Frans Pieter Robroeks.
–– Neemende de Heeker Complicen hunnen weg over Cleen Genhout over den voetpad en andere op Haasdal. Sijnde hij gedetineerde bij die gelegenheid gekleet geweest met eenen linnen Keel, en gewapend met eenen stok.

–– Dat hij gedetineerde den eersten sondag daar aan volgende uijt gemelden Diefstal voor sijn deel een Aanpart uijt handen  van Willem Habets genoten en opgetrokken heeft vier schellingen, hebbende denselven 's avonds van te vooren het geld gehaald bij Anthon Bosch in gen Heek.

–– En verklaard hij gedetineerden verder geene omstandigheden van gemelde diefstal te weeten als

------------------------------------------------------------------------------------------------------
–– Addendo segt dat dat nog bij gemelden diefstal meede pligtig en en handdadig sijn geweest Jacobus Ritsen uijt de Heerlerheijde reets geëxecuteerd, die meede voor aan de poort op schildwagt hadde gestan. Als nog dat Pieter Smeets van Hulsberg meede daar aan pligtig is gewest, die agter aan de weijpoort op schildwagt hadde gestaan.

–– Verders bekend en verklaard hij gedetineerde dat bij den violenten Diefstal begaan bij den Heremijt op den Schaalsberg ontrent nege Jaaren geleden meede pligtig en handdadig te sijn geweest alle de geene soo reeds opgenoemd heeft in voorigen diefstal bij Johannes Frisschen.
–– Uijtgesonderd aleenlijk Gerit uijt Arentsgenhout hier vooren N° 15. Als meede nog Johannes Brands van Meerssen N° 24, gekleed met eenen groene Rok, soo vermeend wullen op wullen, gewapend met eenen  stok. Johannes of Pieter Vlekken N° 25, gekleet met een blauw Camisol, Johannes Habets of Haasen N° 27, Johannes van Meerssen woond op de Gansenbanens N° 28, Johannes Corigendo segt Willem den Hamacker tot Rothem N° 29, gekleed met eenen grijsen tirteijen rok, Martijnus den stroodekker van Rothem N° 30, gekleed met eenen linnen flankert.
–– Christiaan Vlekken bij de eerste responsiven gedenuntiëerd en deselver broeder Pieter Vlekken van Waterval in deese resposiven sub N° 31, Matthijs woonende tot Broekhem N° 2, gekleet met eenen blaauwen kiel, Pieter van Haasdal uijt de Nieuwstraat N° 3, gekleed in't blauw.

--------------------------------------------------------------------------------------
–– En heeft naar voorgaande prelectuure hier bij blijven persisteeren ten eijnde deesen deesen eijgenhandig onderteekend met een Cruijske Schrijvens onervaaren.



Merk van + Lins Schouteten

..Nobis presentibus
J. Theod.v Craen...A.Wilmar...J. Wateler
...J. L. Wintgens


........................

...........Continuatio Namiddags
...........den 22 Junij 1774 ten half drie uuren

Is wederom gesisteerd van wegens den Heer Informant voornoemt den Gedetineerde Lins Schouteten ten eijnde denselven verder te verhooren over de hier boven gemelde Diefstallen als andersints. En naar alwederom denselven aangemaand sijnde de waarheid verder te bekennen, als wanneer denselve vrijwillig en sonder Torture verklaard en beleeden heeft

–– Dat met en neffens hem gedetineerde aan het tentamen van diefstal begaan bij Smeets Geurdjen of Geurt Bruls in Arentsgenhout over ontrent tien jaaren geleeden meede pligtig en Handdadig sijn geweest, Willem Habets, Willem Willems en Anthon Bosch. Dat Willem Habets gesien hebbende dat gemelden Geurt Breuls (sijnde smit van professie) eene kopel met Cleuskens en Sleutels hadden die hun te passe souden komen om overal in te komen, hem gedetineerde den eersten aanslag daar toe gegeven had. En wel eenen maand van te vooren daar over gesprooken tot dat eijndelijk eenen nagt geresolveerd hadden om deselve uijt de smits te halen.
–– Dat sij s avonds voor het Tentamen om tien of Elf uuren met hun vieren te saamen sijn gekomen op de straat tegens over Jan Mullens, en verders geresolveerd hadden om te sien of sij de Deur soude konnen open macken. Hetgeen hun niet gelukt was, te meer wijl gemelde Geurt Breuls door het rappelen aan de smitsdeur was ontwaakt. En hadden dus het huijs wederom  verlaaten, gaande Anthon Bosch van hun af aan Dolmans Stiggel, en hij gedetineerde met de andere naar hun huijs. Sonder iets ontfangen voor genoemde moeite.

–– Verders verklaard hij gedetineerden dat bij het steelen van een Verken bij de Weduwe Boshouwers in Gen Heek in vorige responsiven getailleerd, nog meede pligtig en handdadig sijn geweest van de in deese nadere responsiven gedenuntieerde Complicen Nijst, Stas en Gerard Pakbiers gebroeders uit de Heek. Dat Gerard of Stas Pakbiers het verken met een brouw schier hebben Dood geslagen. En vervolgens getransporteerd naar het huijs van Anthon Bosch, geaccompagneerd met de voornoemde drie gebroeders, willem Habets, Willem Willems en Anthon Bosch. Alwaar in huijs gevonden hebben de vrouw van meergenoemde Anthon Bosch met naam Catrijn en dan desselfs jongste dogter Geertruijd. Alwaar door hun gesamentlijk overlegt en besloten wierd dat sij het verken in den Halder souden schoomaken en reijnigen. Hebbende Anthon Bosch en Gerard Pakbiers het selve verken naar huijs gedragen, de beinen bijeen gebonden en eenen Hof daar door gestoken om gevoegelijker te kunnen transporteren.

–– Weetend hij gedetineerde overigens sig niet te bedenken dat eenige der in deese responsiven opgemelde Complicen bij andere Diefstallen heeft gesien ofte hooren noemen.

–– Ook in het overige volhardende dat alle Diefstallen en Complicen die hij opgegeven en beleden hadde, soo in deese als in voorige responsiven door hem ten regter waaren genoemt, verklaarende verder niets meer te weeten.

–– En heeft naar duijdelijke prelectuure hier bij blijven persisteeren, willend daar op leven en sterven, ten eijnde deesen eijgenhandig onderteekend met een Cruijske vermits schrijvens onervaaren

van 2½ tot 4 uuren

merk van + Lins Schouteten

.....Nobis presentibus

J.Theod.v.Craen....A.Wilmar
J.Wateler....PVandenHeuvel










Naar boven






































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER